De verhuizing van Sint Nicolaas
Als mijn geheugen mij niet in de steek laat heb ik 375 jaar op San Seminar gewoond. Ik wist niet beter of het zou zo voor nog eens 375 jaar mijn thuis blijven, of nog veel langer. Het is een prachtige plek om te wonen, hoog op een berg met uitzicht over de haven en de zee. In het paleis en voor een deel in de berg zelf is altijd genoeg plaats geweest voor alle Pieten, Amerigo en werkplaatsen, inpakloodsen, opslagruimtes, kadokelders en mijzelf. In de afgelopen honderd jaar hebben de Metsel- en Graafpieten honderden kamers erbij gemaakt en kilometers gangen gegraven onder het paleis. De berg lijkt wel een beetje op een gatenkaas. Er zijn zoveel kamers bij gekomen dat de nummers erg lang werden niet honderd, niet duizend maar meer dan tienduizend. Zelfs de Hoofdpiet raakte de weg kwijt in al die gangen. Vorig jaar heeft hij een hele dag naar mij lopen zoeken toen hij was verdwaald.
En de oorzaak van dat alles is het almaar groter wordende aantal cadeautjes die Sint moet laten maken, inpakken en opslaan voor de kinderen in Nederland. Steeds meer jongens en meisjes zijn er en de wensenlijstjes worden langer en langer. Sint kon het allemaal niet meer kwijt.
Toen Hoofdpiet zo erg de weg kwijt raakte heb ik lang nagedacht. Het paleis met alle kamers, gangen en opslagruimtes was veel te groot en toch niet groot genoeg. Er zat maar één ding op: Sinterklaas moet verhuizen!
Maar waarheen? Waar kan ik in Spanje een paleis vinden dat groot genoeg is?
Ik stuurde Reispieten naar alle kanten. Ze moesten in heel Spanje op zoek gaan naar een paleis dat meer kamers had dan San Seminar en dat niet werd gebruikt. Nou dat was een moeilijke vraag. Vind maar eens zo'n paleis! Ze zochten langs de zee (dat is handig voor het volladen van de stoomboot), in de bergen, in de steden, op het platteland. In de drukte en de stilte.
Pietje Speurkous kwam met de trein aan in Madrid, oh wat een grote stad is dat. En moest hij daar helemaal in zijn eentje naar een paleis gaan zoeken? Pietje ging speuren. Hij wandelde door het grote park, door de winkelstraten, langs huizen en flats. Hij klom in hoge bomen en bovenop de daken. Daar kon hij goed om zich heen kijken. Maar Pietje Speurkous zag nergens een groot paleis.
Toen het donker werd zwierf Pietje door de smalle straatjes. Hij had honger. Al zijn pepernoten waren op en zijn chocomel had hij opgedronken. Hij was de weg kwijt geraakt in de grote stad Madrid. Hij wilde terug naar huis naar Sinterklaas en zijn veilige warme bedje. Zij moeie voetjes sleepten over de stoep. Toen hij niet meer verder kon ging hij op de stoeprand zitten. Het was stil en donker om hem heen. Alleen een kleine lantaarn aan de gevel van een klein kerkje gaf nog wat licht in de duisternis. Pietje voelde zich heel alleen en eenzaam. Er kwamen al wat warme tranen. En door die tranen heen zag hij een bordje precies onder de lantaarn. Er stond: 'Calle de San Nicolas'. Pietje wist wat dat betekende. Hij was in het straatje van Sint Nicolaas terecht gekomen. Hij had meteen geen tranen meer.
Hij kwam overeind en liep naar de ingang van het kerkje. Boven de deur zag hij een versiering en daar herkende hij Sinterklaas met zijn mijter. Hij voelde aan de deur en gelukkig: het kerkje was open. Snel ging Pietje naar binnen. Het was lekker warm binnen en er brandden heel veel kaarsjes. Maar er was niemand. Pietje zag een in het kerkje een beeld van Sint Nicolaas en hij liep er heen. Hij ging er voor staan en deed net of hij voor de Sint zelf stond: "Sinterklaas. Ik heb de hele dag gezocht naar een paleis. Ik heb gelopen, geklommen in bomen, op daken gespeurd. Ik heb geen paleis gevonden. Waar moet ik nu nog zoeken? Sinterklaas help mij alsjeblieft."
Pietje Speurkous ging op een bankje zitten en bleef naar het beeld kijken. Maar de stenen Sint zei niks. Pietje had vermoeide benen en nu werden ook zijn ogen moe. Hij dommelde weg op het bankje in het kerkje van Sint Nicolaas. En toen droomde hij dat de stenen Sint van zijn sokkel stapte en naar hem toe kwam. Sint legde een arm om zijn Pietje en sprak: "Pietje. Kom eens met mij mee. Ik zal je wijzen waar je moet gaan." In zijn droom liep Pietje achter de stenen Sint aan. Door de straat naar beneden, de bocht om de straat over en langs een hele grote kerk. En toen ze daar voorbij kwamen zag hij een heel groot verlicht paleis. Het was helemaal wit en straalde alsof het een sneeuwpaleis was. Pietje draaide zich naar de stenen Sint en riep: "Sint Nicolaas, dat is het paleis!"
En toen schrok hij wakker. Hij had in zijn slaap echt geroepen. Pietje sprong overeind, zei: "Dank je Sinterklaasje," tegen de stenen Sint die daar weer heel gewoon stond op zijn sokkel. Pietje rende naar buiten, de straat naar beneden, de bocht om en de straat over. Hij racete langs de grote kerk en ja hoor! Daar zag hij het sneeuwpaleis, het was er echt. Pietje liep naar het dichte hek en keek tussen de spijlen door. Het paleis was wel verlicht aan de buitenkant maar er brandden geen lampen binnen. Veel luiken waren dicht. Er was niemand te zien. Woonde hier wel iemand?
Langs de regenpijp klom Pietje omhoog en verdween in het paleis door de eerste de beste schoorsteen. Binnen was het donker en erg stil. "Gelukkig heb ik mijn zaklampje mee genomen," dacht Pietje. Bij het licht van zijn kleine lampje liep Pietje door de lange gangen. Overal telde hij de deuren en hier en daar deed hij een deur open. Alle kamers waren leeg. Hij telde in de eerste gang, de tweede gang, de derde en de vierde. Toen hij alleen de onderste verdieping had geteld zag hij dat de zon opkwam. Alleen al beneden had hij meer dan duizend kamers geteld. En Pietje Speurkous kon goed tellen, dus hij wist het zeker. Hij had een hele grote schat gevonden. Een heel groot paleis dat helemaal leeg was. Er woonde niemand. Wat een goed nieuws voor Sint.
Toen Pietje in het licht van de Spaanse zon weer buiten kwam zag hij overal om het paleis mensen wandelen. Ze maakten heel veel foto's van het lege paleis. Het was ook erg mooi vond Pietje. Echt iets voor de Sint. Het was zo mooi wit, het leek wel van suiker! Bij het paleis zag hij een bordje. Er stond op: 'Paleis van de koning'. Hoe kon dat nou? "Zou de koning dan geen meubels hebben? En had hij dan geen bed? Ik heb toch echt alleen maar lege kamers gezien," dacht Pietje. Het was een raadsel.
Pietje Speurkous reisde snel naar San Seminar en haastte zich naar de Sint. "Sinterklaas. Ik heb het gevonden, het nieuwe paleis." - "Zo, zo, Pietje Speurkous, dat is knap van je. Waar staat dat paleis?" - "In Madrid. En u heeft mij zelf de weg gewezen." - "Ik?" Sint was wel heel verbaasd. Hij ging er eens goed voor zitten. "Vertel mij eens hoe dat ik dat heb gedaan, Pietje."
En toen vertelde Pietje het hele verhaal van zijn avontuur in Madrid. Toen hij klaar was keek de Sint heel tevreden. Hij gaf Pietje een dik compliment en een hele zak met pepernoten.
Ik pakte de telefoon en belde met de koning van Spanje. Ik vroeg hem waar hij woonde. De koning zei: "Sint Nicolaas ik woon met de koningin en de kinderen in een fijn paleisje in Madrid." - "Woont u niet in het grote paleis?" - "Nee. Dat is veel te groot voor ons. We zijn maar met z'n vieren en dat paleis heeft duizenden kamers." - "Majesteit, ik ben op zoek naar een nieuw paleis en dat moet heel groot zijn. Ik heb heel veel Pieten en heb heel veel ruimte voor cadeautjes nodig." En toen zei de koning: "Sint Nicolaas. Ik zou het een eer vinden als u in Madrid komt wonen. Het grote paleis staat leeg. Met de koningin en onze twee dochters zijn wij verhuisd naar een kleiner paleis. Het oude was te groot voor ons. Mijn kinderen zijn er wel eens in kwijt geraakt. Dat was geen grapje Sinterklaas." - "Hoeveel kamers heeft het?" vroeg Sint. "Hoeveel kamers? Momentje dat moet ik aan mijn vrouw vragen... Sint Nicolaas?" - "Ja..." - "Het heeft drieduizend zevenhonderdvijfendertig kamers en dan zijn de kelders en de zolders niet meegeteld. Is dat voldoende denkt u?" - "Ik denk het wel majesteit, dat moet groot genoeg zijn." - "Dan mag u het hebben Sint Nicolaas, het staat daar maar leeg te wezen." - "Dank u wel majesteit dat is heel vriendelijk van u."
En zo viel de beslissing om te verhuizen naar Madrid. Vlak bij mijn eigen kerkje zou ik gaan wonen in een wit suikerpaleis. Maar wat een werk was dat zo'n verhuizing. Alles moest worden ingepakt, zelfs het hooi van Amerigo. En Amerigo zelf ook. Ingepakt in een grote houten kist. En mijn boek met alle namen, mijn staf en mijn leesbril, mijn zondagse mijter en mijn doordeweekse. De Pieten pakten hun bedden, kasten, kleurboeken, pepernoten, chocoladeletters en marsepein in. Alle dozen werden met plakband dicht geplakt en toen werd alles ingeladen in een hele lange rij vrachtwagens. Ik stond met de Hoofdpiet op het balkon om de vrachtwagens te tellen. Het waren er honderden, want ook alle cadeautjes voor de kinderen in Nederland moesten mee.
En we waren net bezig met de laatste vrachtwagen te vullen, waar ook Amerigo in mee reisde toen de grote Telpiet met een zorgelijke blik bij me kwam. "Sinterklaas, we missen een Piet. Ik heb alles geteld: alle dozen, kisten, rollen, balen en containers. Alle Pieten toen ze de poort uitgingen in en op de vrachtwagens maar Pietje Pepernoot heb ik niet gezien. Wat moeten we doen Sinterklaas?" - "Heb je alle kamers en kelder en zolders doorzocht Telpiet?" - "Ja Sinterklaas." - "Misschien heb je hem dan over het hoofd gezien. We gaan naar Madrid en als we er zijn kijken we of Pietje Pepernoot er bij is." - "Goed Sinterklaas," zei de Telpiet.
En zo reden we in een hele lange rij naar Madrid. De politie hield al het verkeer tegen zodat we snel konden doorrijden. Maar toen we aankwamen en alle Pieten op het grote plein voor het paleis in rijen stonden kon de Telpiet het vermiste Pietje niet vinden. En toen begon het grote zoeken. Was Pietje achter gebleven in San Seminar? Waren we hem onderweg kwijt geraakt? Zat hij ergens in een doos of kist?
Alle Pieten begonnen snel met het uitpakken van alle dozen en kisten. En wat denk je? Pietje Pepernoot kwam tevoorschijn toen ze de grote kist met pepernoten uit de vrachtwagen haalden. "Ik wilde wel goed op mijn pepernoten letten, dat we er geen zouden verliezen onderweg of dat een dief ze zou stelen," zei Pietje. "Want pepernoten zijn zooooo lekker." Hij sloot zijn ogen en glimlachte. "Ja Pietje. Pepernoten zijn lekker. Maar je had het wel even tegen Telpiet moeten zeggen. We maakten ons nogal zorgen toen we je niet vonden." - "Sorry, Sinterklaas. Ik zal het de volgende keer niet meer doen," zei Pietje schuldig. "Nou, laten we hopen dat de volgende verhuizing nog lang niet komt." sprak ik.
Het witte suikerpaleis van de koning is inderdaad heel mooi wit en prachtig. Maar nog belangrijker: het is groot genoeg. Hier kan ik de komende eeuwen wel blijven wonen.
Sinterklaas
* * *
Samenvatting
Een Sinterklaasverhaal over het huis van Sinterklaas in Madrid. Het huis van Sinterklaas in San Seminar is een beetje te klein geworden voor alle Pieten en cadeautjes. Pietje Speurkous gaat in Madrid op zoek naar een nieuwe geschikte woonruimte en met behulp van de heilige Nicolaas wordt hem een wit verlicht paleis getoond. Het blijkt het lege paleis van de koning van Spanje te zijn. Precies geschikt voor Sint Nicolaas!
Toelichting
Ontvangen per mail op 5 december 2017. Een verhaal geschreven door Frans Schobbe. Zie ook: De pepernoot, Het boek van Sinterklaas, De ongelovige koning en De laarzen van Sinterklaas.
Trefwoorden
cultuursprookje, verhuizen, paleis, verhuizing, sinterklaas, heiligenbeeld, pepernoot, madrid, kerk, sint nicolaas, frans schobbe, nederland, sinterklaasverhaal
Basisinformatie
- Herkomst: Nederland
- Verhaalsoort: sinterklaasverhaal, cultuursprookje
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 14 minuten
Thema
Meer Sinterklaasverhalen
Populair
Verder lezen