De pepernoot
DE LEKKERE MUNTEN
Sinterklaas vertelt:
Heel lang geleden toen ik nog jong was en nog geen baard had woonde ik al in Madrid. Naast de Sint woonde een rijke man die drie dochters had. Clara, Maria en Elisabeth speelden vaak in de tuin achter het huis van hun vader. Ik zag ze dan spelen als ik in mijn werkkamer zat. De meisjes hadden altijd hele mooie kleren aan en ze hadden veel speelgoed: blokken om te bouwen, poppen, een grote schommel en nog veel meer. Ik moest altijd glimlachen als ik het zag.
Maar op een dag zag ik de meisjes niet meer buiten spelen, de schommel werd niet meer gebruikt en het was stil in het huis van de buren. En dat bleef zo, heel veel dagen, weken en maanden achter elkaar. Ik verbaasde me erover, wat was er aan de hand? Ik klopte aan bij de buurman en vroeg hem of er iets was gebeurd.
'Nee hoor, Klaas, er is niks aan de hand. Alles gaat goed hoor. Bedankt dat je het vraagt,' zei de buurman. Maar ik geloofde er niks van. Ik vroeg het aan de mensen in de buurt en de groenteboer wist wat er was gebeurd en vertelde het mij. De vader van de meisjes was al zijn geld kwijt geraakt en nu moesten ze honger lijden. Misschien moest hij wel zijn huis uit en op straat gaan leven met zijn drie kinderen en zijn vrouw.
Ik wist meteen wat ik moest doen. Midden in de nacht ging ik naar het huis van de buurman en door een klein raampje dat open stond gooide ik een hele buidel goudstukken naar binnen. De munten rolden en stuiterden door de kamer. Een paar kwamen in de schoenen van de meisjes terecht die daar bij de open haard stonden. Het was een feest.
De volgende dag hoorde ik gejuich en gelach uit het huis van de buren. De meisjes speelden weer in de tuin en de buurman danste met zijn vrouw. Hij had weer genoeg geld om eten te kopen voor zijn kinderen.
Dat was heel fijn. Ik stond in mijn werkkamer naar buiten te kijken toen Piet binnen kwam. Hij keek naar mij en zei:
'Sinterklaas, wat is er daar buiten? U staat zo vrolijk te kijken, wat is er te zien?'
'Oh Piet, ik kijk naar de buren. Vannacht heb ik gouden munten naar binnen gegooid. Het was zo heerlijk om te doen. Ik zou wel bij alle kinderen gouden munten naar binnen willen gooien.'
'Maar Sinterklaas,' sprak Piet, 'dat kan niet we hebben niet zoveel gouden munten. Wel voor alle kinderen van Madrid maar niet voor alle kinderen van Nederland.'
'Wat jammer,' zei ik.
En Piet zag aan mijn gezicht dat ik het liefst bij alle kinderen gouden munten naar binnen zou gooien. En hij ging iets bedenken. Piet dacht: 'De meisjes van hiernaast hadden honger en nu hebben ze weer te eten. Als Sinterklaas nou eens bij alle kinderen iets lekkers te eten naar binnen zou gooien? Het moet een beetje lijken op gouden munten natuurlijk. Ik ga de kookpiet eens vragen of die iets kan bedenken.'
Piet ging naar de keuken: 'Kookpiet, kun jij iets lekker bedenken voor kinderen dat rond is en zo groot als een gouden munt en dat er ook een beetje op lijkt?'
En kookpiet dacht na en bedacht een recept: een beetje meel met wat honing, kaneel, wat gember en een snufje peper. Hij roerde het met water en kneedde het tot deeg. Met zijn hulpjes maakte de kookpiet er ronde schijfjes van zo groot als gouden munten en toen gingen ze in de oven. Toen ze klaar waren riep hij Piet erbij.
'Nou Piet proef maar eens, is dit wat je bedoelde?'
'Jammie, die zijn lekker en een beetje pittig. Wat zit er in?'
'Meel, honing, kaneel, gember en een snufje peper.'
'Wat zeg je me nou kookpiet: meel, honing, kaneel, gember en peper? Heb jij koekjes gemaakt met peper er in?'
'Ja, dat maakt ze een pittig, dat vind je toch lekker? En de kinderen van Nederland ook denk ik.'
'Ik ga Sinterklaas er ook wat laten proeven, ik ben benieuwd wat hij ervan zegt.'
Piet zette onopvallend een schaaltje met die koekjes op mijn tafel. Toen ik binnen kwam zag ik ze staan en ik dacht:
'Wat een vreemde koekjes zijn dat, het lijken wel muntjes.'
Ik proefde er een. Ze waren heel lekker knapperig en zoet en ook een beetje pittig.
Ik riep Piet.
'Piet, wat zijn dit voor koekjes, ik heb ze nog nooit geproefd.'
'Nee Sinterklaas dat kan ook niet kookpiet heeft ze net vanmorgen bedacht. Ik wilde iets bedenken dat je kunt eten, dat lekker zoet is en dat je naar binnen kunt gooien bij kinderen en dat lijkt op gouden munten. Dat wilde u toch zo graag, Sinterklaas?'
'Ja Piet, dat wilde ik heel graag. Dit zijn geen gouden munten maar ze zijn wel erg lekker. Wat zit er in?'
'Meel, honing, kaneel, gember en een snufje peper.'
'Een snufje peper?'
'Ja daar worden ze een beetje pittig van.'
'En hoe noem je die lekkere koekjes?'
'Dat weet ik nog niet Sint, ze hebben nog geen naam.'
'Hmm, dan moeten we daar eens over nadenken. Ze moeten wel een naam hebben. Misschien weten de kinderen het wel. Lieve kinderen weten jullie hoe die kleine ronde koekjes heten?'
* * *
Samenvatting
Een Sinterklaasverhaal over de oorsprong van pepernoten.
Toelichting
Een verhaal geschreven door Frans Schobbe. Ontvangen via de mail d.d. 18 november 2019. Zie ook: De verhuizing van Sint Nicolaas, Het boek van Sinterklaas, De ongelovige koning en De laarzen van Sinterklaas.
Trefwoorden
peper, frans schobbe, pepernoot, sinterklaas, kaneel, bakken, nederland, honing, munt, strooigoed, goud, meel, gember, sinterklaasverhaal, koken
Basisinformatie
- Herkomst: Nederland
- Verhaalsoort: sinterklaasverhaal
- Leeftijd: vanaf 6 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Thema
Meer Sinterklaasverhalen
Populair
Verder lezen