De Geertruivogel
In de goede, oude tijd toen Onze-Lieve-Heer en Petrus nog op aarde wandelden, kwamen ze ook eens bij een vrouw, die zat te bakken. Zij heette Geertrui, en had een rode muts op haar hoofd.
Daar zij al een eind hadden afgelegd en honger hadden, vroeg Onze-Lieve-Heer haar vriendelijk om een lefse* te mogen proeven. Ja, dat mocht. Ze nam een beetje deeg en rolde het uit. Toch werd het nog zo groot, dat het het hele ronde bakblik besloeg. Nee, die lefse werd te groot; die kreeg hij niet. Ze nam nu wat minder deeg; maar toen ze dat uitgerold en op het bakblik had gedaan, was die lefse ook te groot, ook die mocht hij niet hebben. De derde maal nam ze nog minder deeg, een heel, heel klein stukje; maar ook deze keer werd de lefse te groot. "Ja, dan heb ik jullie niets te geven," zei Geertrui. "Jullie moeten maar weggaan, want de lefsen worden allemaal te groot."
Toen werd Onze-Lieve-Heer toornig en zei: "Omdat je mij zo weinig hebt gegund, zul je een vogel worden en je droge voedsel tussen schors en hout vandaan halen, en alleen maar te drinken krijgen wanneer het regent."
En meteen nadat hij de laatste woorden had gezegd, veranderde ze in de Geertruivogel**, en vloog van de deegplank door de schoorsteen weg. En nog heden ten dage kun je haar met haar rode mutsje en pikzwarte lijfje - omdat de pijp haar zwart had gemaakt - zien rondvliegen. Ze hakt en pikt maar in de bomen naar voedsel, en fluit als het gaat regenen: want ze heeft altijd dorst, en dan weet ze, dat ze drinken krijgt.
* Een lefse is een schilferachtig dunne, zachte, ronde plak ongegist brood van grof meel, die twee aan twee worden gegeten met stroop of boter en suiker er tussen. Min of meer een lekkernij. Zie: Wikipedia ⇒
** Gjertrudsfuglen, Geertruivogel is de zwarte specht.
* * *
Samenvatting
Een religieus getint Noors volksverhaal over een gierige vrouw. Als op een dag God en Petrus bij een vrouw komen, vragen ze haar om traditioneel Noors eten. De vrouw gaat aan de slag om lefses te bakken, maar ze vindt het teveel en gunt het hun niet. Uit woede verandert God de vrouw in een vogel: de Geertruivogel, oftewel de zwarte specht.
Toelichting
Vergelijk met Waarom de specht zo'n lange snavel heeft.
Dit verhaal verklaart ook het uiterlijk en het gedrag van de zwarte specht. De zwarte specht is een grote zwarte vogel (ca. 50 cm). Het mannetje heeft een rode kap, het vrouwtje alleen rood aan de nek. De ogen zijn geel, de snavel is helder grijs en de poten zijn grijs.
Hij komt voor in Midden- en Noord-Europa en in geheel Azië zuidelijk tot het Himalaya gebergte. Het is een vogel van het grote woud, vooral van oude bossen met veel rottend hout.
Trefwoorden
religieus-sprookje, god, zwarte specht, specht, bakken, petrus, verklarend verhaal, volksverhaal, zwart, noorwegen, voedsel, lefse
Basisinformatie
- Origineel: Gjertrudsfuglen
- Herkomst: Noorwegen
- Verhaalsoort: volksverhaal, religieus-sprookje, verklarend verhaal
- Religie: christendom
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 2 minuten
Populair
Verder lezen