donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


Baron van Münchhausens paard


Alhoewel ik al heel wat wonderlijks over dieren heb verteld, mag ik toch niet nalaten, u ook te vertellen wat ik met mijn paard heb beleefd. Dat was niet minder verbazingwekkend. Door een mooi voorval ben ik in het bezit van dat paard gekomen. U moet namelijk weten, dat ik eens was uitgenodigd op het prachtige landgoed van Graaf Przobofsky in Litouwen. Het begon reeds te schemeren, toen de heren zich naar de tuin begaven om een jong paard te bewonderen, dat de graaf pas had gekocht. De dames bleven rustig in de salon en ik verkoos in hun gezelschap te blijven.
Baron van Münchhausens paardTerwijl wij daar genoeglijk zaten te praten, hoorden we opeens een vreselijk geschreeuw. We schrokken allen en dachten niet anders dan dat er een ongeluk was gebeurd. Ik snelde de trappen af en vloog de tuin in om te zien wat er aan de hand was. Al spoedig begreep ik de oorzaak van het geschreeuw: het mooie paard was zo wild geworden, dat niemand het durfde naderen. Al de onverschrokken ruiters stonden daar te beven op hun benen, zonder dat iemand wist, wat er gedaan moest worden. Vrees en schrik stonden op ieders gezicht te lezen. Daar ik mijn leven lang met paarden heb omgegaan, was ik niet zo bang. Onverschrokken liep ik op het paard toe, greep het bij de manen en wierp mij met één sprong op zijn rug.
Dadelijk bedaarde het beest. Blijkbaar had het zoveel onverschrokkenheid en heldhaftigheid niet verwacht. Het dier liet zich nu gemakkelijk leiden en, alsof er niets was gebeurd, reed ik ermee in de tuin rond. Daar schoot me te binnen, dat de dames zeker wel erg nieuwsgierig zouden zijn naar wat er in de tuin was voorgevallen en om haar ter wille te zijn, dwong ik het paard door het raam van de salon te springen, waarna ik rustig de kamer rondreed. Overal hoorde ik kreten van verwondering. Om te laten zien, hoe volkomen ik het dier in mijn macht had, sprong ik ermee op tafel, stapte daar wat heen en weer en deed dit met zoveel behendigheid, dat ik geen kopje of glas brak. De heren, die ook waren binnengekomen, stonden mij met open mond aan te staren en de graaf was zó opgetogen over wat hij gezien had, dat hij mij het paard ten geschenke gaf.
Dankbaar aanvaardde ik dit geschenk als een levend aandenken aan de vriendelijke graaf. In de oorlog tegen de Turken, die kort daarop begon en waaraan ik moest deelnemen, bediende ik mij van dit paard. Ik wil u nu even vertellen wat ik met dit zonderlinge dier in de oorlog heb beleefd. 't Zou bijna niet te geloven zijn, als ik het niet persoonlijk had meegemaakt. Ik kan dus voor de waarheid van mijn verhalen instaan.
In de veldtocht onder tsaar Peter had het Russische leger er bij de rivier de Proeth geducht van langs gehad. Dat zat de Russen natuurlijk dwars en het spreekt vanzelf, dat zij aan hun eer verplicht waren weerwraak te nemen. Die strijd heb ik meegemaakt, maar bescheidenheid verbiedt me hier veel gewag te maken van de heldendaden die ik in die strijd heb verricht. De bevelhebbers en de vorsten gaan gewoonlijk met de eer strijken, terwijl de laatsten in de regel geen enkel gevecht meemaken en nooit iets anders dan los kruit hebben geroken. Ik wil daarvan niet spreken, want het ging er mij in die strijd niet om, persoonlijke roem te verwerven, maar alleen om mijn plicht als soldaat te doen. Zonder grootspraak mag ik zeggen, dat ik mijn plicht ten volle heb vervuld, ja, dat ik mij buitengewoon dapper heb gedragen. Opdat u dit niet zonder enig bewijs van mij hoeft te geloven, zal ik u eens iets vertellen. Ik had het bevel gekregen over een afdeling huzaren en ik mocht daarmee naar eigen inzicht opereren.
Een geweldig succes hadden we bij Oczakow. Men had mij de opdracht gegeven, de voorhoede van het leger tegen de vijand aan te voeren. De Turken hadden hun vesting verlaten om ons in het open veld aan te vallen. Om hen te misleiden, liet ik mijn huzaren zoveel stof maken als maar mogelijk was, waardoor de vijand de indruk kreeg dat er een geweldig leger naderde. Zelf reed ik intussen recht op de vijand af, om te zien hoe mijn krijgslist uitwerkte. De list gelukte volkomen.
Hals over kop vluchtten de Turken hun vesting weer binnen en zó groot was hun angst, dat ze aan de andere kant de stad weer uitrenden. Ik kon dat constateren, omdat ik hen vlak op de hielen zat en dus achter hen de vesting binnenreed. Op het marktplein gekomen hield ik halt. Mijn trouw paard had zo geweldig gelopen, dat het vrijwel uitgeput was en daarom reed ik naar de fontein, die midden op het plein stond, om het dier gelegenheid te geven zijn dorst te lessen. 'Drink nu maar eerst eens flink, beste jongen!' zei ik, terwijl ik hem op de hals klopte.
Nu, dat hoefde ik geen twee maal te zeggen. Gulzig slurpte het dier het water op, maar het scheen onmogelijk verzadigd te kunnen worden. Daarover verwonderde ik me wel wat, evenals over het uitblijven van mijn mannen. Zij waren toch zeker na mij de vijandelijke vesting binnengereden? Waar bleven ze dan nu? Misschien waren mijn soldaten nog in de straten der stad aan het zoeken naar vijanden die zich verborgen hielden, zo dacht ik. Ondertussen bleef mijn Litouwer maar drinken.
Baron van Münchhausens paardToen ik eindelijk eens omkeek, om te zien of mijn manschappen nog niet naderden, schrok ik toch heus. Ik ben wel aan vreemde dingen gewoon, maar wat ik toen zag, grensde toch aan het ongelofelijke. Verbeeld je... ik zat op een half paard! Het achterste deel van het paard was verdwenen! 't Leek wel, of het dier precies middendoor was gesneden en nu was het mij opeens ook duidelijk hoe het dier zo'n onlesbare dorst kon hebben. Het water liep er van achteren weer even vlug uit als het beest het met zijn mond opslurpte. Arm beest, dacht ik, wat ben jij er naar aan toe. Als versteend staarde ik naar de plaats, waar de achterste helft van mijn paard altijd gezeten had en ik kon het raadsel van het verdwijnen van het achterdeel maar niet doorgronden. Daar kwam mijn rijknecht van de tegenovergestelde kant aanlopen.
Hij zwaaide met zijn armen en aan zijn gezicht kon ik zien, dat hij groot nieuws bracht. Nu, dat was ook inderdaad zo, want hij vertelde me dat de Turken de kraaienmars geblazen hadden en verdwenen waren.
Met dit grote succes wenste hij mij hartelijk geluk. Doch ik had niet veel aandacht voor die felicitaties, want ik was veel te bezorgd over mijn dierbaar paard. 'Heb je er enig idee van, waar de rest van mijn paard gebleven is?' vroeg ik hem, op het uitstromende water wijzend. 'Zeker,' zei de man, 'dat ongeluk heb ik voor mijn ogen zien gebeuren. U was juist met uw paard halverwege de poort, toen men plotseling het ijzeren valhek neerliet, waarmee uw paard gladweg in tweeën werd gesneden. U merkte het niet en reed dapper op uw tweevoeter de stad binnen. De achterhelft van de Litouwer heeft toen zo geducht met zijn poten tegen de poort getrapt, dat de Turken er nog meer door in verwarring kwamen. Daarna stond het beest of liever het halve beest kalm op en liep naar een naburige weide. Daar zal het nog wel zijn.'
Onmiddellijk draaide ik om en reed op de voorhelft van mijn paard de stad uit naar de aangeduide weide. En jawel, daar lag het verloren achterdeel. Tot mijn vreugd ontdekte ik, dat er nog vrij wat leven in aanwezig was en daarom werd dadelijk de veearts erbij gehaald. Dat was een knappe baas. Hij paste de beide helften tegen elkaar aan en toen ze precies sloten, naaide hij ze met lange, dunne lauriertwijgjes aan elkaar vast. Na korte tijd was de wond genezen en ik kon mijn paard weer gebruiken als voorheen.
Toch had deze geschiedenis nog een nasleep, die alleen maar bij een beroemd paard als mijn Litouwer verwacht kon worden. De twijgjes schoten namelijk wortel in zijn lichaam en zo groeide er op zijn rug een prachtig prieel, waarin ik heerlijk in de schaduw zat, als ik een zonnige weg langs trok.
Intussen scheen het wel, alsof de grote en wonderlijke daden van mijn paard ook op zijn baas hun invloed deden gelden. Korte tijd daarna heb ik namelijk een krachtstukje uitgevoerd, dat weliswaar niet het minste voordeel opleverde, maar dat toch een geweldig staaltje was van mijn durf en behendigheid. Ik bedoel nu niet, dat ik in de slag bij Oczakow zo onvermoeid op de vijand had ingeslagen dat mijn arm, ook toen de strijd was afgelopen, bleef doorslaan en ik die arm acht dagen lang in een doek moest dragen, eer hij weer tot bedaren was gekomen.
Dat zijn kleinigheden, waarover een beroemd man niet eens spreekt. Nee, ik heb een ander voorval op het oog. 't Was bij de belegering van een of andere vesting. De naam is mij ontschoten, maar dit doet er ook niet toe. Goed dan, wij belegerden die vesting en onze generaal was brandend nieuwsgierig, hoe het daar binnen met de Turken gesteld was.
Baron van Münchhausens paardHij begreep echter best dat het onmogelijk was er een spion naartoe te zenden. De man zou de stad niet eens bereiken, laat staan er hebben kunnen binnengaan. Dat zat mij dwars, meer dan ik erkennen wilde. Wat! dacht ik. Zou het nu onmogelijk zijn, een kijkje in die vesting te gaan nemen? Münchhausen, je moest je schamen als je dat op je liet zitten.
Na een paar dagen van diep nadenken had ik werkelijk een middel gevonden. Ik plaatste mij bij een van onze grootste kanonnen, die op de vesting gericht waren, en juist toen dat kanon werd afgeschoten, sprong ik op de kogel en daarmee vloog ik door de lucht, op weg naar de vijandelijke stad. Maar een ogenblik later kwam ik tot bezinning. Had ik nu wel goed nagedacht over wat ik deed? Ik zou op deze manier binnen de vesting komen, dat stond vast, maar zou ik er ooit weer uitkomen? De Turken zouden me zeker aan het verstand weten te brengen, dat mijn bezoek niet gewenst was en de galg zou stellig mijn deel worden. Dat liever niet en daarom terug. Ja, ja, maar hoe?
Och, het geluk dient de stoutmoedige, zegt men wel eens en dat ondervond ik ook. Juist kwam er een kanonskogel uit de vesting aanvliegen, vlak langs me heen en met een behendige sprong wipte ik daarop over en belandde kort daarop weer bij mijn regiment.
Ziezo, van dat uitstapje was ik zonder kleerscheuren thuisgekomen, al had het dan ook niet het minste resultaat opgeleverd. Maar ik was bezig over mijn paard te vertellen. Welnu dan. Op zekere dag joeg ik op mijn paard achter een haas aan.
Het dier vluchtte met grote sprongen weg en snelde dwars een straat over, waarlangs juist een koets passeerde, waarin twee deftige dames zaten. Ze hadden de portierraampjes neergelaten en waren juist recht tegenover me, toen ik mijn paard aanzette en tot mijn schrik sprong het dier dwars door de koets heen: het ene raampje in en het andere uit en dat wel met zulk een vaart, dat ik niet eens de tijd had, mijn hoed af te nemen voor de dames en haar excuus te vragen voor de vrijpostigheid van mijn paard en voor de schrik die ik hen op het lijf had gejaagd.
Kort daarop beleefde ik met mijn Litauer nog een ander avontuur, dat lelijk genoeg had kunnen aflopen, als ik niet zoveel tegenwoordigheid van geest had gehad.
Baron van Münchhausens paardIk maakte een tocht door een bos en kwam onverwachts voor een moeras dat met riet en biezen begroeid was. Daar ik mij de tijd niet gunde er omheen te rijden, zette ik mijn paard aan over het moeras heen te springen.
Midden in de sprong ontdekte ik, dat de aanloop te kort was genomen en daarom liet ik het dier rechtsomkeert maken. Voor de tweede keer werd het toen beproefd, maar ook nu was de sprong te kort, zodat ik dicht bij de andere oever met paard en al in het moeras viel en in de modder wegzakte.
Mijn paard begon van angst te hinniken, want het verstandige beest begreep best dat dit ons laatste avontuur zou zijn. Zienderogen zakten we al dieper en dieper weg... straks zou het moddergraf zich boven ons beiden sluiten. Maar toch behield ik mijn tegenwoordigheid van geest. Met krachtige greep pakte ik de staart van mijn pruik beet en trok mij en mijn paard daaraan uit het moeras. Het was wel een hele hijs, dat moet ik toegeven, maar we kwamen toch beiden weer op de vaste grond terecht.
*   *   *
Samenvatting
Een grappig verhaal uit Duitsland. Er zijn mensen die mooi kunnen vertellen en er zijn mensen die sterke verhalen kunnen vertellen. Er is maar één Baron van Münchhausen. Dit is een van van zijn beroemde verhalen waarin zich meerdere ongelooflijke gebeurtenissen afspelen, onder andere de reis per kogel om de versterkingen van de vijand te bekijken.
Toelichting
Er zijn mensen die mooi kunnen vertellen en er zijn mensen die sterke verhalen kunnen vertellen. Er is maar één Baron van Münchhausen. Een ander verhaal over Baron van Münchhausen is Baron van Münchhausens reis naar Sint-Petersburg.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen