Chelm is overal...
Het verhaal gaat dat Chelm een stad is vol dwazen en idioten, sukkels en pechvogels. Op zijn jiddisch gezegd: vol schlemielen en schlemazzels. De snelle, slimme types hebben de halve wereld, maar de andere helft is bestemd voor de halve garen en halve zolen. Hun wortels liggen in Chelm.
"Chelm is overal en andere joodse verhalen" verzameld en bewerkt door Gottfrid van Eck. Uitgeverij Christofoor, Zeist, 2003.
Deze verhalenbundel is een unieke collectie van ruim vijfentwintig joodse sprookjes die niet of nauwelijks bekend zijn in het Nederlandse taalgebied. Ze zijn vertaald en bewerkt vanuit Engelse, Duitse en Poolse bronnen. De verhalen hebben hun wortels grotendeels in Oost-Europa (met name Polen en Rusland) en in de jiddisch sprekende gemeenschappen die daar tot de Tweede Wereldoorlog woonden. Deze joodse sprookjes zijn niet alleen vol fantasie, maar ook doorspekt met levenswijsheid. Meestal eenvoudig van vorm, maar tegelijk vol diepgang. Als het ware parabels waarin het leven van alledag weerspiegeld wordt en waarin, voor de goede verstaander, allerlei levenslessen verborgen zitten. Zulke sprookjes werden vanouds verteld ter lering en vermaak, als beeldend onderwijs aan kinderen én volwassenen. Chelm is overal is ook de titel van het eerste verhaal. Chelm is een stadje waar, volgens de joodse verteltraditie, louter schlemielen en schlemazzels - dat wil zeggen stumpers en stakkers, dwazen en domkoppen - wonen. Ook al drukt het leven zwaar op de inwoners van Chelm, ze zijn gelukkig in hun dwaasheid en dat maakt hen haast aandoenlijk wijs. De Pools-Amerikaanse schrijver Isaac Bashevis Singer heeft deze volksverhalen over Chelm wereldberoemd gemaakt, maar er zijn er ook die hij niet heeft opgetekend. Een aantal daarvan staan in deze bundel, plus nog een paar welbekende in een nieuw jasje.
Deze verhalenbundel is een unieke collectie van ruim vijfentwintig joodse sprookjes die niet of nauwelijks bekend zijn in het Nederlandse taalgebied. Ze zijn vertaald en bewerkt vanuit Engelse, Duitse en Poolse bronnen. De verhalen hebben hun wortels grotendeels in Oost-Europa (met name Polen en Rusland) en in de jiddisch sprekende gemeenschappen die daar tot de Tweede Wereldoorlog woonden. Deze joodse sprookjes zijn niet alleen vol fantasie, maar ook doorspekt met levenswijsheid. Meestal eenvoudig van vorm, maar tegelijk vol diepgang. Als het ware parabels waarin het leven van alledag weerspiegeld wordt en waarin, voor de goede verstaander, allerlei levenslessen verborgen zitten. Zulke sprookjes werden vanouds verteld ter lering en vermaak, als beeldend onderwijs aan kinderen én volwassenen. Chelm is overal is ook de titel van het eerste verhaal. Chelm is een stadje waar, volgens de joodse verteltraditie, louter schlemielen en schlemazzels - dat wil zeggen stumpers en stakkers, dwazen en domkoppen - wonen. Ook al drukt het leven zwaar op de inwoners van Chelm, ze zijn gelukkig in hun dwaasheid en dat maakt hen haast aandoenlijk wijs. De Pools-Amerikaanse schrijver Isaac Bashevis Singer heeft deze volksverhalen over Chelm wereldberoemd gemaakt, maar er zijn er ook die hij niet heeft opgetekend. Een aantal daarvan staan in deze bundel, plus nog een paar welbekende in een nieuw jasje.
Gottfrid van Eck is auteur, muzikant en vertelkunstenaar. Al bijna twintig jaar is hij in de ban van joodse verhalen en klezmermuziek. Hij publiceerde eerder een tweetal chassidisch-joodse verhalenbundels: Bidden met de benen (1998) en Tot de deur zich opent (2000). Sinds een vijftal jaren bekwaamt hij zich in de theatrale vertelkunst om verhalen tot leven te wekken. Met zijn trio Vilde Katshke - jiddisch voor: wilde eend - presenteert hij vertelconcerten, een speelse combinatie van verhalen en muziek. Daarmee reist hij langs theaters, kerken en synagogen door heel Nederland.
Populair
Verder lezen