Waarom een haas een pluimstaart heeft
Tegen de prijs van een pot honing hadden een wolf, een haas en een vos de taak op zich genomen om een stuk land te ontginnen. Om zeker van hun beloning te zijn hadden zij gevraagd de honing al vooraf te krijgen. De pot werd achter de schuur gezet en zij togen aan het werk. "Laten wij afspreken," zei de wolf nog, "dat we pas van de honing gaan eten als we helemaal klaar zijn. Anders zie ik nu al dat er van het werk niets terecht komt." - "Mogen we wel van te voren even proeven?" probeerde de vos. "Nee, geen sprake van," besliste de wolf. "We kennen jou!"
De vos drong niet verder aan en het werk begon. Maar na enige tijd begon het werk de vos te vervelen. Hij zou veel liever eens van de honing proeven. Toen hij eens een eind van de anderen af stond niets te doen liet hij plotseling "Skitsjie! Skitsjie" horen. De wolf en de haas kwamen naar hem toe en vroegen: "Hoorde jij dat ook? Het leek wel of er iemand geroepen werd." - "Klopt," antwoordde de vos, "ze hebben mij geroepen. Ik moet een kleintje ten doop komen houden. Vinden jullie goed, dat ik even wegga?" - "Vooruit dan maar," fronste de wolf, "maar maak het niet te lang. We moeten nog wel klaarkomen vandaag!"
De vos sloop naar de schuur en maakte de pot honing open. Gulzig als hij was schrokte hij achter elkaar er wel een derde van op. Voldaan keerde hij daarna terug naar het veld en zei: "Daar ben ik weer! Het heeft niet te lang geduurd, hè?" - "Dat heb je inderdaad vlug gedaan. Hoe heet je petekind?" vroeg de haas. "Eerste-hap," antwoordde de vos, "merkwaardige naam, niet?" Wel, dat vonden de anderen ook, maar in de familie van de vos kwamen wel meer vreemde namen voor. En dus kregen de wolf en de haas geen argwaan.
Na verloop van tijd begon de vos opnieuw trek in honing te krijgen. En evenals de vorige keer liet hij uit de verte "Skitsjie! Skitsjie!" horen. "Ik Geloof dat ze je alweer roepen!" schreeuwde de haas naar de vos. "Ja! Ik moet weer peter zijn. Mag ik weer even?" Opnieuw deed de vos zich achter de schuur tegoed aan de honing. "En hoe heet de kleine dit keer?" vroeg de wolf, nadat de vos weer terug was. "Tweede-hap," zei de vos terloops.
Weer werd er een poos hard gewerkt, toen de vos plotseling al weer zijn "Skitsjie! Skitsjie!" liet horen. "Zeg, blijft dat de hele dag zo?" vroeg de wolf verstoord. "Er moet hier gewerkt worden, niet in de kerk!" - "Heus, het is de laatste keer," beloofde vos, "als ze me nog een keer zouden roepen, ga ik gewoon niet. Maar voor deze keer vind je het toch nog wel goed?" - "Als het echt de laatste keer is tenminste. Schiet nu maar op!" bromde de wolf. Toen de vos korte tijd daarna weer verscheen, antwoordde hij op de vraag hoe het petekind nu genoemd was: "Laatste-hap."
Uren waren er inmiddels voorbijgegaan. De wolf en de haas voelden dat zij goed moe waren geworden. Daarom stelde de wolf voor: "Het is wel tegen onze afspraak, maar laten we toch maar vast iets van de honing gaan eten. Ik moet even nieuwe kracht opdoen."
Moe gingen ze achter de schuur op de grond zitten. De haas maakte de pot open en zag dat alle honing er uit verdwenen was. "Wat een misselijke streek! Dat heb jij natuurlijk gedaan, sluwe vos," schold de wolf, buiten zichzelf van woede. "Ik? Hoe kom je daarbij? Als je het mij vraagt heeft de haas dat gedaan," sprak de vos verontwaardigd. "En ik ben geen minuut van het veld af geweest! Kom nou gauw!" De haas was diep beledigd. "En toch heb jij het gedaan," hield de vos vol. "Bij alle sterren in de hemel zweer ik jullie, dat ik onschuldig ben," riep de haas, "maar ik kom er wel achter, wie het wel gedaan heeft. Wacht maar! Het is nu bijna donker, laten we eerst maar gaan slapen. Als er morgenochtend bij een van ons de honing uit het lijf loopt, reken maar dat hij dan de dader is. En ik zal dat niet zijn!"
De anderen stemden daarmee in. "Maar er zal toch eerst gegeten moeten worden," vond de wolf, "vos, ga jij maar in het dorp wat voor jezelf opscharrelen. En haas, ga jij maar wat knabbelen in het klaverveld. In de tussentijd hoop ik ook iets te vinden, want ik rammel van de honger." De haas ging er vandoor, nadat hij beloofd had zo gauw mogelijk weer terug te zijn. Maar de vos zei, dat hij veel te moe was om nog helemaal naar het dorp te lopen. Hij had het immers de hele dag al drie keer gedaan! Nee, hij zou liever eerst wat gaan slapen. De haas was spoedig weer terug. Hij had de klaver gevonden en kon er weer even tegen.
Toen de vos de volgende morgen de eerste zonnestralen op zijn snuit voelde, schrok hij niet alleen daarvan wakker. Ook liep er gestadig honing uit zijn lijf. Wat moest hij doen? Voorzichtig sloop hij naar de haas en liet zich naast de haas helemaal leeglopen. Vervolgens maakte hij de wolf wakker: "Ga eens bij de haas kijken! Je weet niet wat je ziet!" Nu werd ook de haas wakker. Hij zag het stinkende vuil naast zijn bed en begreep welke kool de vos hem gestoofd had. Halsoverkop maakte hij dat hij wegkwam.
Dit was voldoende bewijs voor de wolf. Met een slaapdronken hoofd rende hij de haas achterna. Door bos en veld, door struiken heen en over greppels holde hij achter hem aan. Toen hij bij een schutting was gekomen probeerde de haas zich tussen twee planken door te wringen. Maar het lukte niet en dat was zijn ongeluk. De wolf had hem nu gauw te pakken en... beet een stuk van zijn staart af. Daarom heeft sinds die tijd de haas enkel nog een pluimstaart. En ook sinds die tijd jaagt de vos onvermoeibaar op de haas, bevreesd als hij is dat de haas ooit nog eens de kans zal krijgen om het allemaal aan de wolf uit te leggen.
* * *
Samenvatting
Een Servisch dierenverhaal. Voor een pot honing ontginnen een wolf, een vos en een haas samen het land. Maar eerst moet er gewerkt worden voordat er van de honing gegeten mag worden. De sluwe vos vindt echter een manier om tussentijds alle honing op te snoepen en de haas de schuld te geven. De woede van de wolf en de daarop volgende achtervolging verklaart waarom de haas een korte staart heeft (en waarom vossen sindsdien op hazen jagen).
Toelichting
Vergelijk het motief van het stiekem stelen van de voorraad (AT 15 - Stealing the Partner's Butter) met het Grimm-sprookje Kat en muis samen thuis en het Vlaamse verhaal Waarom de katten op muizen jagen.
Trefwoorden
dierenverhaal, peet, sluwe vos, honing, doop, voorraad opeten, gulzig, sluwheid, verklarend verhaal, wolf, vos, peetvader, haas, natuurverklarend sprookje, servië
Basisinformatie
- Herkomst: Servië
- Verhaalsoort: dierenverhaal, verklarend verhaal, natuurverklarend sprookje
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 8 minuten
Thema
Bron
"Dierenfabels; de wereld rond" opnieuw verteld door Johan van Nieuwenhuizen. Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1977. ISBN: 90-251-0311-1
Populair
Verder lezen