Waarom de mensen van de zwaluw houden, maar de slang haten
Toen tijdens de grote vloed die de aarde verzwolgen had, de mens en alle tamme en wilde dieren een toevlucht hadden gevonden in een groot houten schip, bleek er dat in de bodem van dat schip een gaatje was gekomen ter grootte van een vingerdikte. Het water stroomde door die opening naar binnen en alle opvarenden overlegden met elkaar, wat er moest worden gedaan om het schip voor zinken te behoeden.
Toen kwam de slang naar voren gekropen en zei: "Ik wil dat gat wel dichtstoppen door er met mijn lichaam in te kruipen. Maar op één voorwaarde: dat ik straks als de wateren weer gezakt zijn, dat wezen zal mogen opeten, dat het zoetst smakende bloed heeft." De mensen en de verzamelde dieren vonden dit eerst wel een wrede voorwaarde, maar aangezien er hoe langer hoe meer water door het gat naar binnen stroomde en het schip gevaar liep te zullen zinken, stemde men tenslotte toe in hetgeen de slang gevraagd had. Deze kroop toen snel in het lek en het gevaar was geweken.
Weken en weken dobberde het schip daarna rond. Maar eindelijk begon het water te zakken en kwam de aarde weer droog te liggen. Alvorens nu ieder weer naar zijn woonplaats terugkeerde, werd er beraadslaagd hoe men de aan de slang gedane belofte zou inlossen. Men besloot tenslotte dat de mug zou uitmaken welk wezen het zoetste bloed had en dat men na een week weer bijeen zou komen om deze beslissing te horen.
Ieder ging daarop zijns weegs en de mug vloog de hele wereld rond, telkens bij ieder levend wezen proevend, welk bloed wel het zoetste was. Zoals afgesproken, kwamen na een week de mensen en de dieren weer tezamen, om uit te maken welk wezen door de slang zou mogen worden opgegeten.
Op weg naar de plaats van bijeenkomst kwam de zwaluw toen de mug tegen die juist terugkeerde van zijn tocht om de wereld. "Wel, vriend mug," vroeg de zwaluw, "je bent nu de hele wereld rondgevlogen om uit te maken, welk wezen het zoetst smakende bloed heeft. Tot welk oordeel ben je tenslotte gekomen?" De kleine mug dacht even na en sprak toen met zijn fijne stemmetje: "Ik heb van ieder wezen dat op deze wereld leeft het bloed geproefd, maar er is er geen, die zulk zoet bloed heeft als de mens. Dat is mijn oordeel dat ik zo dadelijk aan de vergadering zal overbrengen." En de mug wilde daarop weer verder vliegen naar de plaats waar de mensen en de dieren bijeen zouden komen.
De zwaluw had echter medelijden met de mens, die nu zou worden aangewezen om door de slang te worden opgegeten. Hij stortte zich op de mug en rukte hem zijn onderkaak af. En als je ook nu nog een mug aandachtig bekijkt, zul je zien dat hij alleen maar een bovenkaak bezit, terwijl de onderkaak ontbreekt.
Daarop vlogen beiden verder naar de plaats van bijeenkomst. Hier waren de mensen en de dieren al in een wijde kring verzameld en ieder wachtte met spanning de komst van de mug af.
Toen deze dan eindelijk aankwam, klonk van alle kanten de roep: "En, wie heeft het zoetste bloed van alle levende wezens?"
De mug wilde tot antwoord geven: "De mens!" maar aangezien de zwaluw hem zijn onderkaak had afgerukt, kon hij nog maar één geluid uitbrengen: "Dzzzz! Dzzzz!.."
Alle aanwezigen keken de mug verbaasd aan en vroegen zich af wat dat gonzende geluid "Dzzzz! Dzzzz! Dzzzz!" wel zou betekenen. "Wat is dat voor een taal?" klonk het overal. "Die kennen we niet en wat wil de mug zeggen met dat gegons?" Toen kwam de zwaluw naar voren en sprak: "Ik heb mijn hele leven met muggen te maken (want zwaluwen leven immers van muggen) en ken daarom ook hun taal. De mug wil hiermee zeggen, dat het wezen met het zoetste bloed op de hele wereld de kikker is. Dat is de betekenis van dat Dzzzz! Dzzzz! Dzzzz!"
De mug wilde verontwaardigd protesteren, maar met zijn ene overgebleven kaak kon hij nu eenmaal geen ander geluid uitbrengen dan hetzelfde gegons, zodat alle aanwezigen dachten dat hij nog eens met nadruk de woorden van de zwaluw bevestigde. En zo werd de arme kikker aangewezen om door de slang te worden verzwolgen, hetgeen sindsdien dan ook altijd zo gebleven is.
Toen de slang deze beslissing hoorde, was hij daar aanvankelijk echter helemaal niet mee in zijn schik. Hij had veel liever een ander wezen gehad, dan die glibberige natte kikker. En omdat hij wel vermoedde, dat hij dit aan de zwaluw te danken had, schoot hij woedend naar voren om deze met zijn scherpe tanden te grijpen.
Zwaluwen zijn echter watervlugge vogeltjes en door een snelle beweging kon hij de opzet van de slang verijdelen. Deze kreeg daardoor alleen de staart van de zwaluw te pakken, waar hij het hele middenstuk uitscheurde. En ook nu nog kan iedereen zien, dat de zwaluwen een gespleten staart hebben.
Ook de mens vermoedde wel, dat de mug oorspronkelijk een ander wezen had willen aanwijzen. En aangezien de muggen het sindsdien vooral op zijn bloed hebben voorzien, leek het hem helemaal niet onwaarschijnlijk toe, dat hij dat wezen was geweest. Hij was dan ook van grote dankbaarheid jegens de zwaluw vervuld.
En ook nu houdt de mens nog veel van dat kleine vlugge vogeltje en hij vindt het leuk, wanneer het zijn nestje komt maken onder de dakrand van zijn woning of tegen de muren van stallen en schuren. Aan de slang heeft hij echter een grote hekel. En nog tot op de huidige dag slaat hij dat griezelige kruipende dier dood, zodra hij het tegenkomt.
* * *
Samenvatting
Een dierenverhaal uit Letland. Wanneer in de ark een gaatje blijkt te zitten, biedt de slang aan zijn staart er in te stoppen, op voorwaarde dat hij daarna het wezen met het zoetste bloed mag opeten. De mug wordt er op uitgestuurd dat te onderzoeken en komt tot de conclusie dat de mens het zoetste bloed heeft. Een zwaluw schiet de mens te hulp...
Toelichting
Vergelijk dit verhaal met het Russische De hommel.
Verhalen over de zondvloed: Noach en de ark en De veelkleurige lama.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Letland
- Verhaalsoort: volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 7 minuten
Bron
"Sprookjes van Oost-Europa" verzameld en bewerkt door Doedy Bevelander. C.P.J. van der Peet, Amsterdam.
Populair
Verder lezen