Van een opgeverfde haan
In het begin van de jaren negentig van de negentiende eeuw is er te Hoogezand een man neergestreken die veel van zich had laten horen. Dat was de heer Kanon, evangelist. Het was een vriendelijke, vrij grote baas van middelbare leeftijd, stemmig gekleed en van een baard voorzien. Als er kermis was bij de Bonthuizerbrug en Berend Smit vanuit hotel 'De Unie' wielerwedstrijden organiseerde, dwaalde Kanon over het kermisterrein met pamfletten waarin tegen de drank werd gewaarschuwd.
Hij deed dat niet alleen op papier. Ook vergaarde hij goedwillende mensen om zich heen, stelde zijn woning - dicht bij het vroegere schoolgebouw te Martenshoek - voor samenkomsten open, hield er toespraken en trachtte ook overigens hun vorming gunstig te beïnvloeden. De chocoladeketel ging rond en men was gezellig bijeen.
Maar in de jeneverstreek Martenshoek zette de propaganda en zelfs reeds de verschijning van de heer Kanon kwaad bloed. Spot en hoon, modder tegen de glazen, het werd hem royaal toegemeten.
Het waren niet de meest notabele inwoners van Hoogezand die de woonkamer van Kanon vulden en de chocoladeketel mee leegdronken, maar berooide lieden die - met zichzelf enigszins verlegen - wilden luisteren naar een woord van hoop en troost. Meerderen heeft de heer Kanon aldus van de drankduivel bevrijd en in veler gezin is de orde hersteld en het vertrouwen tussen man en vrouw in elkander weer vernieuwd. Het levensverhaal van één dier 'geredden' willen wij de lezer niet onthouden.
Willem Smittenberg was een arbeidersjongen afkomstig uit de Heerenlaan te Sappemeer. Of hij als jongen reeds balorig was, is moeilijk na te gaan, maar wel is bekend dat Willem als koloniaal naar Oost-Indië is gegaan en de militaire dienst in tropisch-Nederland met pensioen heeft kunnen verlaten. Toen ging Willem trouwen met een vrouwtje, dat er overgeschoten was. Zij was de zuster van de in Slochteren zo bekende Wilhelm Schröder, de holbewoner van het Slochterbos. Deze Schröder zwierf bij dag overal rond om tegen de nacht naar zijn hol terug te keren. De politie loerde op hem. Maar vinden liet Wilhelm zich niet. Totdat hij op het laatst gevonden is, in zijn boshol.
Welnu, van deze rare snijboon was Willem Smittenbergs vrouw een zuster. Boze buren vertelden wel eens dat vrouw Smittenberg soms rookte. En dat was in die tijd een hebbelijkheid waarmee een vrouw haar eer inboette, zo dacht men.
Het echtpaar woonde in de achterkamer van een oud huis aan de nu gedempte Molensloot, waarvan het voorste gedeelte werd bewoond door een lorrenboer, Bollegraaf geheten. Een man, die niet hield van bedrog en geen vijanden heeft gekend, maar die stierlijk het land had aan de onverlaat, die het loon dat hij met los werk verdiende, in jenever omzette, die na het ontvangen van zijn pensioen als een Razende Roland huis hield en de hele buurt op stelten zette.
Kwam Willem dronken thuis, dan moest Willemientje, zijn vrouw, heel hard maken dat ze weg kwam, want anders vielen er klappen. Ze vluchtte dan met haar kinderen de deur uit en schold manlief de huid vol.
Willem begaf zich dan gekleed te bed, maar niet geheel en al. Met zijn achterwerk bedekte hij het echtelijke bed, maar de benen lagen op een stoel. Willem, die dan een lang broodmes hanteerde, kreeg in die toestand lust om een lied te zingen. En op avonden dat het weer mis was met baas Smittenberg, klonk een luidkeels gezongen lied uit de oude woonkamer naar buiten, waarvan het refrein ons bijgebleven is: "O Heer! Vergeet de arme werkman niet." Zijn echtvriendin moest dan bij herhaling de waarschuwing incasseren: "Vrouw! Kom niet in mijn kamer!" Dan liet hij het uiteinde van het heft van het broodmes daveren op het blad van de tafel!
Jarenlang is het misgegaan met deze gepensioneerde militair. Het gezin had een behoorlijk inkomen doordat Willem gepensioneerd was. Maar de welstand was allesbehalve. Want de jeneverfles had het voor het zeggen.
Totdat, totdat meneer Kanon zich met de familie ging bemoeien en Willem tot inzicht werd gebracht, dat hij het roer van het schip radicaal moest omgooien, zou het wrakke scheepje niet te pletter slaan tegen de rots van het alcoholisme.
Zo gij Zijn stem dan heden hoortWillem Smittenberg heeft de stem die in bewogenheid had gesproken verstaan. Hij heeft zich niet verhard, maar zich laten leiden door de evangelist Kanon, op meer gebaande wegen. In het gezin is het anders en beter geworden. Enige jaren van vredige arbeid en huiselijke vreugde heeft het echtpaar nog mogen smaken.
Gelooft zijn troost- en heilrijk woord,
Verhardt u niet, maar laat u leiden!
Willem wist vaak op originele wijze aan wat extra's te komen. Daar hij jaren in tropische gebieden had geleefd, zag hij kans de onderwijzeres wijs te maken, dat hij een Indische vogel kon laten zien. In werkelijkheid kocht Willem dan een gewone haan, nam penseel en verf te baat en beschilderde het dier. Zo werd het een tropische vogel. Willem trok zijn beste jasje aan en reisde met zijn wondervogel de scholen af. Willem was een goed spreker en leverde dan bij de geverfde haan een 'les in dierkunde' die er mocht wezen. En dat alles voor één cent per leerling...
* * *
Samenvatting
Een sage uit Hoogezand-Sappemeer over een evangelist. Een evangelist probeert mensen te bekeren tot een goed leven. Bekend is het verhaal van een alcoholist die uiteindelijk op het goede pad terecht komt.
Trefwoorden
sappemeer, hoogezand, martenshoek, volksverhaal, slochterbos, alcohol, drank, evangelist, groningen, sage
Basisinformatie
- Herkomst: Groningen, Nederland
- Verhaalsoort: sage, volksverhaal
- Religie: christendom
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Populair
Verder lezen