donderdag 19 december 2024

Volksverhalen Almanak


Theehuis 'De drie snaren'


Drie jonge kooplieden uit de stad Sakai, de vrienden Kuemon, Sasuke en Tsjubej, trokken op een goede dag naar de bedevaartplaats Sumiyoshi, om daar het jaarlijkse lentefeest mee te maken. Zij wilden er een dag eerder aankomen om vooral, bij zonsopgang, het begin van het feest niet te missen. Maar het was een heel warme dag. Zij schoten veel langzamer op dan ze gedacht hadden, omdat zij steeds weer in een theehuis neerstreken om er uit te rusten en wat te drinken. Toen de duisternis viel waren zij nog steeds niet in Sumiyoshi. En het ergste was dat het laatste gedeelte van de tocht hen door een dicht bos voerde. Vermoeid zaten zij aan de kant van de weg en Sasuke drong er op aan dat zij zich zouden haasten. Als ze diezelfde dag nog in Sumiyoshi wilden aankomen, moesten ze flink doorstappen nu het nog licht was! Kuemon voelde er niet veel voor. Hij wilde liever terugkeren naar het dorp waar zij het laatst doorgekomen waren en daar overnachten.
"Maar wij zouden nu toch juist het begin van het feest meemaken?" hield Sasuke vol. "Als morgenvroeg de feestgangers van alle richtingen toestromen en een lange stoet vormen, dat is toch het mooiste ogenblik? Vooruit, het wordt al koeler. Wij kunnen best verder gaan."
Maar nu sloot Tsjubej zich bij zijn vriend Kuemon aan. "Dat is waar, maar bij daglicht komen wij er zeker niet meer. En een tocht door dat donkere bos is waarachtig geen pretje! Laten wij morgen maar heel vroeg vertrekken."
"Jullie zijn zeker bang voor rovers of spoken. Ik had nooit gedacht dat een gewoon bos jullie al angst bezorgt!" En Sasuke lachte zijn vrienden hartelijk uit.
"Ben jij dan niet bang? Je weet toch ook wat voor gespuis hier rondtrekt. En welke merkwaardige dingen er in deze eenzame streek gebeuren?" hernam Kuemon. Maar Sasuke bleef lachen. "Natuurlijk ben ik niet bang. En dat zal ik je bewijzen ook. Als jullie niet mee willen, ga ik alleen. Het is, dwars door het bos, heus niet ver. En als er werkelijk iets gebeurt, zal dit mij helpen!" En hij sloeg betekenisvol op het korte zwaard dat aan zijn gordel hing.
Vergeefs waarschuwden de vrienden hem. Sasuke liet zich niet van zijn stuk brengen. Hij lachte hen gewoon uit, noemde hen lafaards en tenslotte gingen zij boos uit elkaar.
Kuemon en Tsjubej gingen terug naar het dorp en Sasuke legde zijn hand in een stevige greep om het zwaard en sloeg, zonder nog eenmaal naar zijn vrienden om te zien, de donkere bosweg in. De warme zonnestralen voelde hij hier niet meer en het werd al gauw volkomen donker om hem heen. Daarbij begon er een zachte, maar gestage regen te vallen, die hem doornat maakte.
"Hierop heb ik eigenlijk niet gerekend," mompelde Sasuke geërgerd. Hij liep zoveel mogelijk onder de bomen en keek rond of er niet ergens een schuilplaats was.
Nu werd het wat lichter om hem heen en hij zag dat het pad hem over een kleine open plek voerde. Hij wilde liever niet onder het dichte bladerdak vandaan. Maar wat was dat voor lichtglans aan de andere kant van de open plek? Een huis!
Nooit de moed verliezen, dacht hij monter. Daar kan ik immers schuilen, mijn kleren drogen... en met een paar sprongen rende hij over de doorweekte grond erheen.
Er was geen hek voor en daar de deur naar de voorgalerij openstond, trok Sasuke zonder aarzelen zijn sandalen uit en sloop van de voorgalerij een kamer binnen, die door een olielampje verlicht werd.
Het was een gezellige kamer met mooie matten op de vloer en een erker met kleurig lakwerk. Naast de lamp stond een porseleinen komfoor, beschilderd met spinnen, grote en kleine, hangende, kruipende... Daarnaast stond een blad met een fles rijstwijn en een wijnkommetje.
"Merkwaardig dat het hier zo stil is," dacht Sasuke verbaasd. Er was blijkbaar geen mens in huis. Alleen het zware ruisen van de regen was hoorbaar. Maar Sasuke maakte zich verder geen zorgen. Hij vroeg zich zelfs niet af waarom hier, midden in het bos, zo'n gezellig ingericht huis stond. Hij strekte zijn handen behaaglijk boven de gloeiende kooltjes en keek vergenoegd om zich heen. Bang kou te zullen vatten in zijn natte kleren, greep hij de karaf wijn. "Voor wie die wijn ook bestemd is, ik moet nu warm worden vanbinnen," dacht hij zorgeloos. Maar nauwelijks had hij zijn hand naar de wijnkom uitgestrekt, of hij hoorde een houten trap kraken, die waarschijnlijk naar een hogere verdieping van het huis leidde en daarna, in de gang, het geritsel van zijde.
Plotseling werd de deur weggeschoven en een meisje kwam binnen, zo jong en zo liefelijk, dat Sasuke haar ademloos van bewondering aanstaarde en dankbaar was dat hij niet alleen het feestelijke begin van de lentedag in Sumiyoshi zou beleven, maar daarenboven met dit verrukkelijke meisje de avond kon doorbrengen.
Het meisje was werkelijk van een bijna bovenaardse schoonheid. Sasuke kon maar niet genoeg krijgen van het bleke, ovale gezichtje met de strak getrokken donkere wenkbrauwen en de koraalrode lippen. De glanzende zwarte haarwrong werd sierlijk bijeen gehouden door een zilveren pen en verscheidene ivoren kammen. De mouwen van haar roodzijden kimono hingen tot op de grond, terwijl haar brokaten ceintuur hem tegenstraalde in alle kleuren van de regenboog! In haar slanke handen droeg het meisje een rond, met zwart leer overtrokken, instrument, met een lange hals. Als een zucht van de wind zweefde zij naar het midden van de kamer, knielde deemoedig voor Sasuke neer en, terwijl zij haar instrument even neerlegde, boog zij eerbiedig het hoofd.
Sasuke stond op, boog eveneens en wilde zich al verontschuldigen, daar hij ongevraagd haar huis was binnengedrongen. Maar voordat hij zijn mond geopend had, lachte het meisje hem vriendelijk toe en bood hem zwijgend de karaf met wijn aan.
Terwijl hij de kom vol schonk, viel het hem op dat het meisje geen woord gesproken had, ook niet ter begroeting. Ze is zeker stom, dacht hij, en zweeg zelf ook maar. De wijn smaakte voortreffelijk en was, tot zijn verwondering, nog steeds verkwikkend warm. Het meisje was kennelijk blij dat het hem smaakte en steeds weer schonk zij de wijnkom vol, maar schudde ontkennend het hoofd als Sasuke ook haar een kom wilde aanreiken. Toen de karaf eindelijk leeg was, wist Sasuke niet meer of hij door de wijn of door de aanblik van het lieve meisje zo beneveld was. Zij beduidde hem dat hij het zich gemakkelijk moest maken, greep haar instrument en trok uit haar ceintuur een muziekblad tevoorschijn. Zij wilde haar gast wat voorspelen.
Buiten was de regen allang opgehouden en ook de kleren van Sasuke waren droog. Hij had eigenlijk al verder willen trekken, naar Sumiyoshi, maar terwijl hij eraan dacht vervaagde alles alweer. Tegen een pilaartje van de erker geleund keek hij rustig naar zijn spelende gastvrouw. En in zijn verbeelding zag hij de verbaasde gezichten van zijn vrienden, als hij morgen zou vertellen over dit onvergetelijke avontuur. Hoeveel hadden zij, door hun lafheid, gemist!
Het meisje stemde haar instrument en even later klonk er een vreemde melodie door de kamer. Zacht en wiegend, dan ineens luid klagend... Sasuke had nooit zulke muziek gehoord. Het was of hij uit alle hoeken van de kamer naar hem toestroomde en hem betoverde. Daarbij keek het meisje hem onafgebroken aan. Wat zijn die ogen fel, dacht Sasuke dromerig, net gloeiende kolen. En al gauw onderging hij niets anders meer dan de vreemde muziek en die ogen... Af en toe tokkelde het meisje bijzonder hard op de middelste snaar en iedere keer had Sasuke het beklemmende gevoel of er iets kouds en glads om zijn hals gleed. Maar als hij er naar greep, was het ineens weer verdwenen. Het meisje fronste bij die beweging ontevreden haar wenkbrauwen, maar dadelijk daarna lachte zij weer vriendelijk en speelde verder. Steeds luider en dringender bespeelde zij de middelste snaar en Sasuke voelde zich steeds machtelozer worden. Hij spande al zijn krachten in en trachtte zijn korte, scherpe zwaard te grijpen, om zich te verdedigen. Maar langzaam drong het tot hem door dat hij in een afschuwelijke val gelokt was. Bij zijn beweging naar het zwaard, keek het meisje hem woedend aan en sloeg haar vingers zo krachtig tegen de middelste snaar, dat deze sprong, door de kamer vloog en zich om het lichaam van Sasuke wikkelde. Deze probeerde de snaar nog met zijn zwaard kapot te slaan, maar vergeefs. Hij zat al machteloos tegen de pilaar gedrukt. Intussen was, bij de korte worsteling, zijn zwaard uit z'n handen gevallen en had zich diep in het vreemde muziekinstrument geboord. Ogenblikkelijk verdween de boosheid uit het meisjesgezicht. Het kreeg een treurige, bijna wanhopige uitdrukking. Zij stond op en verdween, met het instrument in haar handen, even geruisloos uit de kamer als zij gekomen was.
Nu werd het dodelijk stil in huis. De nachtelijke kou drong de kamer binnen, het olielampje flakkerde nog eenmaal en doofde toen uit en de verbijsterde Sasuke zat tegen de pilaar geklemd, in een ondoordringbare duisternis!
Dit is mijn einde, dacht hij wanhopig. Ik kan mij niet verroeren en bezit niet eens een zwaard om mij te verdedigen.
Gelukkig gleed al gauw de ochtendschemering de kamer binnen. Toen het nog lichter geworden was, zag Sasuke dat de matten op de grond kapot en met een dikke laag stof bedekt waren. De deur van de voorgalerij stond niet open, maar was uit zijn sponningen gevallen. Waar 's avonds het aardige porseleinen komfoor gestaan had, lag nu nog slechts een hoopje grauwe as. En op de plaats van de wijnkaraf en de kom lagen nu een grote en een kleine steen. Sasuke vroeg zich af of hij alles gedroomd had, maar de scherpe snaar die hem aan het pilaartje gekluisterd hield, was alles behalve een droom! En de verse bloeddruppels, die een spoor trokken tot aan de kamerdeur, waren er de vorige avond ook nog niet geweest. Ingespannen dacht hij na over wat er eigenlijk gebeurd was, voordat hij insliep...
Toen de zonnestralen door alle reten van de oude muren drongen, klonk onverwacht van buiten de stem van Kuemon: "Kijk eens, Tsjubej, wat voor vreemde naam hier op dat bordje staat: "Theehuis, de drie Snaren." Wie zet er nu midden in dit eenzame bos een theehuis neer! Geen wonder dat er niets verdiend werd en de eigenaar het zaakje heeft laten vervallen."
"Kuemon, Tsjubej, kom toch binnen en help me!" riep Sasuke, die nu goed wakker was.
"Dat is de stem van Sasuke," verwonderde Tsjubej zich. "Hoe komt die hier? Wat zou er gebeurd zijn?"
De vrienden renden naar binnen, maakten Sasuke los en deze vertelde met enkele woorden wat er die nacht gebeurd was. "Maar ik moet nog onderzoeken of ik het meisje, bij die worsteling, niet onbewust gewond heb," voegde hij erbij. Zij volgden het bloedspoor, gingen met hun drieën de wankele houten trap op en vonden daar, onder een gescheurd spinnenweb een enorme, verschrikkelijk uitziende spin. Sasuke's zwaard stak midden in het dode lijf.
"Zie je nu eindelijk dat wij gelijk hadden?" riep Tsjubej spottend uit. "Er gebeuren hier de gevaarlijkste dingen en daarom moet je nooit en te nimmer 's avonds dat donkere bos binnengaan. Nu heb je het zelf ondervonden!"
"En toch was ik niet bang," antwoordde Sasuke trots en hij hing het zwaard weer aan zijn gordel.
Toen trokken de drie vrienden geheel verzoend naar Sumiyoshi, waar ze pas 's middags aankwamen en nog net het einde van het feest konden meemaken.
*   *   *
Samenvatting
Een Japans griezelverhaal over drie vrienden. Drie vrienden zijn op weg naar een stad om een feest te vieren, maar onderweg treuzelen en rusten ze steeds zodat al snel de avond valt. Eén van hen wil nog wel verder reizen door een donker bos, maar komt in een betoverd theehuis terecht. De volgende ochtend vinden zijn vrienden hem vastgebonden aan een pilaar...
Toelichting
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen