Sukra en Kaca
Lang geleden voerden goden en demonen oorlog om de heerschappij van de wereld. De goden wilden graag winnen en vroegen Brihaspati, de ziener, of hij hun opperpriester wilde zijn.
De ziener Sukra was de opperpriester van de demonen. Tussen deze zieners had altijd grote rivaliteit geheerst. De goden versloegen de demonen, maar Sukra bracht ze weer tot leven met de kracht van zijn magische kennis.
Telkens stonden ze weer op om met hernieuwde energie de strijd tegen de goden te hervatten. Wanneer daarentegen een god in de strijd sneuvelde, stond Brihaspati machteloos. Hij kende het geheim van Sukra niet en de goden bleven dood op het slagveld liggen. De goden waren ten einde raad en bevend van angst gingen ze naar Kaca, de oudste zoon van Brihaspati. "Als jij ons helpt om achter het geheim van Sukra te komen, dan zal een deel van de offergaven die wij dagelijks ontvangen aan jou ten goede komen. Sukra leeft in het land van de demonen. Zijn dochter heet Devajani, alleen jij kunt bij haar in de gunst komen. Door jouw deugdzaamheid, devotie en zachtmoedigheid zul je in staat zijn Sukra het geheim te ontfutselen." Kaca besloot de goden te helpen en vertrok meteen naar het huis waar Sukra met zijn dochter woonde.
Toen hij daar arriveerde, maakte hij een diepe buiging en sprak: "Ik ben Kaca, de zoon van Brihaspati. Ik wil bij u in de leer. Ik zal een voortreffelijk student zijn. Voor een periode van duizend jaren zal ik mij geheel wijden aan de studie en elke begeerte en hartstocht vermijden." - "Ik heet je welkom," sprak Sukra. "Ik geloof je, jij verdient het om gerespecteerd te worden." Na een aantal geloften te hebben afgelegd werd Kaca de volgeling van Sukra. Hij hield zich aan al de regels die zijn leermeester hem oplegde.
Groot was zijn eerbied, niet alleen voor Sukra, maar ook voor diens dochter Devajani. Zij was een mooi meisje in de bloei van haar jeugd en Kaca deed al het mogelijke om haar te behagen. Hij ging naar het bos om bloemen en vruchten voor haar te plukken. Hij deed boodschappen en hielp haar met het huishouden. Devajani had een speels karakter. Zij liep voortdurend achter Kaca aan en op haar beurt hielp zij hem, maar zonder dat iemand er iets van merkte. Op deze wijze gingen vijfhonderd jaren voorbij. Op een dag zagen enige demonen tot hun woede dat Kaca in het bos koeien aan het hoeden was. Ze brachten hem heimelijk om het leven, sneden hem in stukken en voerden zijn vlees aan de jakhalzen.
Toen Devajani de koeien zonder Kaca uit het bos zag komen, zei ze tegen haar vader: "O vader, u heeft het vuuroffer reeds gedaan, de zon is al onder, maar de koeien zijn zonder Kaca teruggekeerd. Hij is nergens te vinden, wellicht is hij ontvoerd of is hij door iemand vermoord. Werkelijk, zonder hem kan ik niet leven." Sukra antwoordde: "Ik zal hem weer levend maken." En nadat hij een toverformule had uitgesproken, kwam Kaca op enige afstand aangehold. Hij boog voor Sukra en riep: "Ik was door demonen vermoord." Niet lang daarna was Kaca in het bos om bloemen voor Devajani te plukken. Weer werd hij door de demonen opgemerkt en gedood.
Dit keer maalden ze hem tot poeder en mengden het door de wijn die ze aan Sukra te drinken gaven. Voor de tweede maal sprak Devajani tot haar vader: "Ik heb Kaca het bos in gestuurd om bloemen voor mij te plukken en nu is hij nergens te vinden. Ik ben bang dat hij dood is. Zonder hem is het leven mij niets waard." - "Lieve dochter," sprak Sukra, "Kaca, de zoon van Brihaspati, leeft inderdaad niet meer. Hij is wederom vermoord, ook al had ik hem eerder uit de dood doen opstaan. Wat moet ik nu doen? Treur niet om hem, Devajani, een vrouw zoals jij zou niet moeten huilen om een gewone sterveling. Dankzij mijn meditatie leef jij in een omgeving van goden en demonen."
Devajani antwoordde: "Waarom zou ik niet treuren om de zoon van een ziener? Ik hou van deze schone Kaca. Ik zal zijn weg volgen, ik zal vasten tot de dood erop volgt." Nadat Sukra zo hartstochtelijk was toegesproken, besloot hij om Kaca te roepen.
Tot zijn ontsteltenis kwam er zachtjes vanuit zijn maag antwoord. "Je bent in mijn maag!" riep hij. "Vertel op, wie heeft je daar gezet?"
"Ik weet nog precies wat er is gebeurd," antwoordde Kaca. "De demonen hebben me vermoord. Daarna werd ik verbrand, mijn as hebben ze tot poeder vermalen en vervolgens werd ik door de wijn gemengd die u hebt opgedronken."
"Wat wil je nu dat ik doe?" sprak Sukra tot Devajani. "Kaca kan alleen leven als ik sterf. Pas wanneer mijn maag is opengereten, zul je Kaca weer zien."
Devajani antwoordde: "Ik word verteerd door een dubbel verdriet dat brandt als vuur; uw dood en die van Kaca. Als Kaca sterft, zal ik geen troost vinden, maar zonder u wens ik ook niet verder te leven."
"Jij bent een slimmerik, zoon van Brihaspati, aan wie mijn dochter zo verknocht is," zei Sukra tegen Kaca. "Ik zal je nu het geheim leren waarmee je een dode kunt opwekken. Wanneer je door mijn maag open te splijten te voorschijn komt, zul je mijn zoon zijn. Daarna moet je mij met de toverformule weer levend maken."
Kaca deed wat Sukra hem had opgedragen, kwam zodoende achter het geheim van zijn leraar en keerde na nog eens vijfhonderd jaar weer terug onder de goden.
* * *
Samenvatting
Een verhaal over het geheim om mensen uit de dood te laten herrijzen. De opperpriester van de demonen bezit het geheim om mensen uit de dood te laten herrijzen. Een zoon van één van de hindoeïstische goden probeert het geheim te ontfutselen door bij hem in de leer te gaan en zijn dochter het hof te maken.
Trefwoorden
india, ziener, geheim, magie, mythe, goden en demonen, godenverhaal, het hof maken, volksverhaal, tovenaarsleerling
Basisinformatie
- Herkomst: India
- Verhaalsoort: mythe, volksverhaal, godenverhaal
- Leeftijd: vanaf 11 jaar
- Verteltijd: ca. 7 minuten
Thema
Populair
Verder lezen