Ode an die Freude (Beethoven)
Ode an die Freude
O Freunde, nicht diese Töne!
Sondern laßt uns angenehmere anstimmen
Und freudenvollere! (1)
Sondern laßt uns angenehmere anstimmen
Und freudenvollere! (1)
Freude, schöner Götterfunken,
Tochter aus Elysium,
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, dein Heiligtum!
Deine Zauber binden wieder,
Was die Mode streng geteilt;
Alle Menschen werden Brüder, (2)
Wo dein sanfter Flügel weilt.
Tochter aus Elysium,
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, dein Heiligtum!
Deine Zauber binden wieder,
Was die Mode streng geteilt;
Alle Menschen werden Brüder, (2)
Wo dein sanfter Flügel weilt.
Wem der große Wurf gelungen,
Eines Freundes Freund zu sein,
Wer ein holdes Weib errungen,
Mische seinen Jubel ein!
Ja, wer auch nur eine Seele
Sein nennt auf dem Erdenrund!
Und wer's nie gekonnt, der stehle
Weinend sich aus diesem Bund.
Eines Freundes Freund zu sein,
Wer ein holdes Weib errungen,
Mische seinen Jubel ein!
Ja, wer auch nur eine Seele
Sein nennt auf dem Erdenrund!
Und wer's nie gekonnt, der stehle
Weinend sich aus diesem Bund.
Freude trinken alle Wesen
An den Brüsten der Natur:
Alle Guten, alle Bösen
Folgen ihrer Rosenspur.
Küsse gab sie uns, und Reben,
Einen Freund, geprüft im Tod;
Wollust ward dem Wurm gegeben,
Und der Cherub steht vor Gott!
An den Brüsten der Natur:
Alle Guten, alle Bösen
Folgen ihrer Rosenspur.
Küsse gab sie uns, und Reben,
Einen Freund, geprüft im Tod;
Wollust ward dem Wurm gegeben,
Und der Cherub steht vor Gott!
Froh, wie seine Sonnen fliegen
Durch des Himmels prächt'gen Plan,
Laufet, Brüder, eure Bahn,
Freudig, wie ein Held zum Siegen.
Laufet, Brüder, eure Bahn.
Durch des Himmels prächt'gen Plan,
Laufet, Brüder, eure Bahn,
Freudig, wie ein Held zum Siegen.
Laufet, Brüder, eure Bahn.
Seid umschlungen, Millionen,
Diesen Kuß der ganzen Welt!
Brüder! Über'm Sternenzelt
Muß ein lieber Vater wohnen.
Ihr stürzt nieder, Millionen?
Ahnest du den Schöpfer, Welt?
Such' ihn über'm Sternenzelt!
Über Sternen muß er wohnen.
Diesen Kuß der ganzen Welt!
Brüder! Über'm Sternenzelt
Muß ein lieber Vater wohnen.
Ihr stürzt nieder, Millionen?
Ahnest du den Schöpfer, Welt?
Such' ihn über'm Sternenzelt!
Über Sternen muß er wohnen.
***
Lofdicht aan de vreugde
O vrienden, niet deze klanken!
Maar laten wij aangenamere aanheffen,
en vreugdevollere.
Maar laten wij aangenamere aanheffen,
en vreugdevollere.
Vreugde, schitterende godenvonk,
dochter uit Elysium!
Wij betreden met vurige hartstocht,
hemels wezen, jouw heiligdom!
Jouw toverkrachten verbinden weer
wat gewoonte strikt verdeeld heeft,
Alle mensen worden broeders
waar jouw zachte vleugel zich welft.
dochter uit Elysium!
Wij betreden met vurige hartstocht,
hemels wezen, jouw heiligdom!
Jouw toverkrachten verbinden weer
wat gewoonte strikt verdeeld heeft,
Alle mensen worden broeders
waar jouw zachte vleugel zich welft.
Wie geslaagd is in de grote onderneming
om een vriend vriendschap te bewijzen,
Wie een lieve vrouw veroverd heeft,
laat die zijn gejuich mede laten opgaan!
Ja, wie ook maar één sterveling
de zijne kan noemen op de aardbol!
En wie dat nooit gekund heeft,
laat die stilletjes wenend verdwijnen uit dit samenzijn!
om een vriend vriendschap te bewijzen,
Wie een lieve vrouw veroverd heeft,
laat die zijn gejuich mede laten opgaan!
Ja, wie ook maar één sterveling
de zijne kan noemen op de aardbol!
En wie dat nooit gekund heeft,
laat die stilletjes wenend verdwijnen uit dit samenzijn!
Met vreugde laven alle schepsels
zich aan de borst van de natuur,
Alle goeden en alle slechten
volgen in haar spoor van rozen. (3)
Kussen gaf zij ons en wijn,
een vriend die trouw bleef tot in de dood. (4)
Lustbeleving is de worm gegeven, (5)
en de Cherub staat voor God. (6)
zich aan de borst van de natuur,
Alle goeden en alle slechten
volgen in haar spoor van rozen. (3)
Kussen gaf zij ons en wijn,
een vriend die trouw bleef tot in de dood. (4)
Lustbeleving is de worm gegeven, (5)
en de Cherub staat voor God. (6)
Verheugd, zoals zijn zonnen zweven
door het prachtige ontwerp van de hemel,
Doorloop zo, broeders, jullie pad;
vreugdevol, zoals een held op weg naar de overwinning.
Doorloop zo, broeders, jullie pad.
door het prachtige ontwerp van de hemel,
Doorloop zo, broeders, jullie pad;
vreugdevol, zoals een held op weg naar de overwinning.
Doorloop zo, broeders, jullie pad.
Laat je omarmen, miljoenen!
Deze kus aan de hele wereld! (7)
Broeders! Boven het sterrenuitspansel
moet een lieve vader wonen.
Vallen jullie neer, miljoenen? (8)
Voel je de schepper, wereld?
Zoek hem boven het sterrenuitspansel!
Boven de sterren moet hij wonen.
(1) De eerste drie regels werden toegevoegd door Beethoven in 1823 en ontbraken in de beide versies van Schiller.
Deze kus aan de hele wereld! (7)
Broeders! Boven het sterrenuitspansel
moet een lieve vader wonen.
Vallen jullie neer, miljoenen? (8)
Voel je de schepper, wereld?
Zoek hem boven het sterrenuitspansel!
Boven de sterren moet hij wonen.
(1) De eerste drie regels werden toegevoegd door Beethoven in 1823 en ontbraken in de beide versies van Schiller.
(2) Deze en de voorgaande regel werden gedicht door Schiller in 1803. In de oorspronkelijke versie uit 1785 waren deze twee regels als volgt:
Was der Mode Schwert geteilt;
Bettler werden Fürstenbrüder,
Bettler werden Fürstenbrüder,
(3) Houden zich bezig met vormen van liefde.
(4) De ultieme vriendschap.
(5) De meest aardse vorm van liefde/vreugde.
(6) De meest hemelse vorm van liefde/vreugde.
(7) Deze kus geef ik, of geeft God.
(8) In aanbidding.
* * *
Samenvatting
Origineel en vertaling van het officiële Europese volkslied. Het Europese volkslied met tekst van Friedrich Schiller (plus vertaling in het Nederlands) op muziek van Ludwig van Beethoven (uit de Negende Symfonie, 1824).
Toelichting
Ode an die Freude (Lofdicht aan de vreugde) is een gedicht geschreven door de Duitse dichter en historicus Friedrich Schiller. Schiller schreef de oorspronkelijke versie van het gedicht in 1785. In 1803 paste hij het gedicht enigszins aan. Het gedicht is vooral bekend geworden, doordat het wordt gebruikt in de koorfinale van de Negende Symfonie van Beethoven uit 1824. Beethoven voegde voor deze gelegenheid drie regels toe aan het begin van het gedicht.
Tijdens de Olympische Spelen van 1956, 1960 en 1964 werd Beethovens uitvoering al als volkslied gespeeld voor het Duitse Eenheidsteam en in 1972 koos de Raad van Europa de ode uit als volkslied. In 1985 werd het door de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie uitgekozen als officieel volkslied van de Europese Unie.
Trefwoorden
volkslied, symfonie, broederschap, gelijkheid, beethoven, lied, negen (getal), europa, vrede, verlichting, muziek, negende symfonie, gedicht, lofdicht, liefde, vrijheid, vreugde
Basisinformatie
- Herkomst: Europa
- Verhaalsoort: volkslied, gedicht, lied
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 3 minuten
Feest / viering
Populair
Verder lezen