zaterdag 21 december 2024

Volksverhalen Almanak


Oarend Cent


Op een boerenplaats in het Groningse Winsum - dichtbij Bedum - woonde eens een man die vreselijk gierig was. Oarend Cent noemden ze hem, en ik zal je eerst vertellen hoe hij aan die naam gekomen is.
Als het mogelijk was, bedroog hij zijn arbeiders met betalen. Hij gaf ze altijd een beetje te weinig. En zo had hij op een zaterdagavond weer eens een arbeider een cent te weinig gegeven. "Nou," zei hij, "zoals ik hem gezegd heb, het is haast niks. Maar hij belazert ons altijd en daarom zal hij vanaf nu Oarend Cent heten." En die naam heeft hij altijd gehouden.
Oarend Cent woonde alleen op een boerderij. Een huishoudster had hij niet, want die deden toch niks anders als eten en koffiedrinken, zei hij. Hij had in het dorp een oud vrouwtje opgescharreld, Grait. Kromme Grait was niet al te zindelijk, maar dat kon hem niks schelen: een beetje smerigheid daar was hij niet bang voor, en hij had Grait voor een paar centen - en daar was 't hem om te doen.
Grait maakte zijn boedeltje wat aan kant, en zijn vodden onderhield ze - voor zover als mogelijk was. En tegen de avond ging ze weer naar huis toe.
Als Oarend dan alleen achterbleef, ging hij stil bij 't vuur zitten. Maar een gewoon vuur van baggerturven met een houtje had hij niet. Hij had een heel stuk boom op de haard liggen. Dat was veel voordeliger dan in stukjes gehakt hout.
Zo zat hij daar weer op een zaterdagavond bij zijn smeulende boomstam met zijn voeten op het rooster te prakkiseren. Zijn arbeiders had hij weer voor een paar dubbeltjes bedonderd, zijn prak eten van de vorige dag had hij op, het koffieketeltje stond bij 't vuur.
En waar prakkiseerde hij nou over? Over zijn geld natuurlijk. 't Ging wel mooi vooruit, maar 't kon harder. Hij had wel 's gehoord, dat mensen zich aan Duvel verkochten. En dan kon je haast net zo veel geld krijgen als je hebben wilde. 't Kon hem niet veel schelen of Duvel zijn ziel had of niet! Zo zat hij daar met ogen dicht te soezen. Als ik maar eens met Ol-Vint aan de praat komen kon...
En nog voordat hij dat gedacht had, hoorde hij was gerommel. Hij deed zijn ogen wijd open: daar stond meneer voor hem! 't Was een man met een wit gezicht, rooie ogen, een puntbaard en... bokkenpoten. En hij zei: "Heb je een boodschap, Oarend?"
"Ja," zei Oarend. "Ik heb gehoord, jij koopt wel eens zielen en nou wil ik de mijne ook wel verkopen. Wat wil meneer er voor geven?"
Nou, ze hebben er lang en breed over gepraat, en op het laatste zijn ze 't eens geworden. Oarend zal een laars op zolder hangen en die zal nooit leeg zijn. En dan zal de duivel over zeven jaar zijn ziel halen. En toen ging hij weer verder.
Toen zat Oarend al weer te prakkiseren, hoe hij Ol-Vint het best kon verneuken. Hij zocht de grootste laars op die er was en sloeg de hak er onder vandaan! Hij hing hem op, en hij zette er een vaatje met kaf onder. Toen maakte hij zijn zolderdeur goed op slot. De volgende morgen was hij er al vroeg bij om te kijken of er wat in zat. Ja, verdomd! D'r was wat! De laars zat stikvol, en 't vaatje ook. 's Avonds was het weer net zo, niks als geld en goud. Toen dacht hij: "Nou moet ik oppassen, dat ze me niet bestelen."
En hij liet drie dikke grendels voor zijn deur maken, met nog een ijzeren balk er voor langs. Zo deed hij ook met de luiken. Op al zijn laden kwamen sterke sloten. Toen Grait dat zag, zei ze: "Mijn hemel, boer, wat heb je hier alles verzekerd!" - "Ja," zei Oarend, "er is zo'n rare kerel bij mij in huis geweest. Ik durf gewoon niet alleen meer te zijn." Dat duurde zo een hele tijd. Twee keer per dag haalde Oarend laars en vaatje leeg.
Maar op een avond was er niks in de laars. "Dat is vreselijk," zei Oarend. Maar in 't vat, dacht hij, daar zal nou alles wel in zitten. En hij aan 't graaien. Eerst vond hij helemaal niks, maar op het laatst toch nog een hard stukje. Hij rook er eens aan: 't stonk naar zwavel. Hij kneep er eens in, enÂ… daar barstte het ding met een geweldige klap uit elkaar. Oarend zijn armen stonden in brand. 't Duurde maar even of de zolder brandde ook al, en in een ogenblik drongen vlammen aan alle kanten de schuur uit. Er was geen mens in de buurt die hem helpen kon in zijn ellende. 't Volk uit het dorp lag al lang op bed, zo laat was het al. Pas toen alles bijna afgebrand was, toen kwamen de eerste erbij. Ze konden niks meer doen.
Maar toen kwam er opeens een hele zware rookwolk. Daar kwam een raar lawaai uit, net of 't donderde. "Hoor," zeiden de mensen, 'dat is Duvel, die neemt Oarend mee." En 't is echt gebeurd, wat ik je zeg hoor!
*   *   *
Samenvatting
Een duivelse sage uit Winsum over een gierige boer. Een gierige boer betaalt zijn arbeiders altijd net iets te weinig en krijgt zo zijn bijnaam: Oarend Cent. Op meer geld belust besluit hij zijn ziel aan de duivel te verkopen. In ruil zal een laars die Oarend aan een zolderbalk hangt altijd gevuld blijven met goud. Hij bedriegt de duivel en op een nacht brand zijn boerderij af en wordt hij gehaald...
Toelichting
Het verhaal van Oarend Cent is uit Winsum afkomstig en werd in 1930 verteld.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen