Nasreddin Hodja op zijn sterfbed
Hodja was ernstig ziek; het vuur woedde hevig in zijn lichaam. Zijn vrouw zat met waterogen naast het ziekbed. Toen Hodja dit zag, zei hij: "Waarom huil je mijn geliefde? Was je gezicht, trek je mooiste jurk aan en zet een gezicht op of je naar je eigen trouwfeest ga."
"Maar Hodja," snikte zijn vrouw, "hoe kan ik zoiets doen, terwijl jij op sterven ligt?"
"Je móet het voor me doen," kreunde Hodja. "Azrael, de doodsengel zal spoedig verschijnen en als hij ziet hoe mooi jij bent, verandert hij misschien van gedachten en neemt hij jou mee in plaats van mij."
Zijn vrouw, die té bezorgd was om het lot van Hodja, begon alleen maar nog harder te huilen.
De volgende dag liet zij de arts komen. Deze onderzocht Hodja langdurig en vertelde, dat hoogstens een zeer uitgebreide behandeling met zeldzame en dus dure kruiden hem zou kunnen redden.
Zoals zo vaak in zijn leven was Hodja ook nu platzak; hij kon het zich dus ook niet veroorloven weer beter te worden. Daarom liet hij zijn vrouw de imam halen. Die vroeg hij, hoeveel de begrafenis zou gaan kosten. De imam noemde een zeer laag bedrag. Hodja wendde zich tot zijn vrouw: "Je hebt het gehoord lieve; armen kunnen geen genezing, maar alleen de dood bekostigen. Trek de deken over mijn hoofd en laat me rustig sterven."
Toen zijn vrienden hoorden, hoe slecht het gesteld was met Hodja, kwamen zij hem opzoeken om hem in deze moeilijke uren bij te staan. Hodja vroeg hen: "Ik heb twee wensen voor na mijn dood; beloven jullie mij die te vervullen?"
"Ja natuurlijk, we zijn jouw vrienden," haastten zij zich te zeggen, want het is moeilijk om een stervende een belofte te onthouden. Ze hoopten alleen maar dat het hen niet teveel zou gaan kosten.
"Willen jullie mij begraven in een oude kist?" vroeg hij.
Verwonderd riepen ze uit: "Een oude kist, maar wat maakt dat voor verschil, dood is dood?"
"Kijk," zei Hodja, "als de engelen komen om over mij te oordelen, dan vertel ik ze, dat ze dat al gedaan hebben. Als bewijs laat ik hen dan de oude kist zien. Dan zullen zij over mij heen zweven en terugkeren naar waar zij vandaan kwamen."
"Als je dat wenst, zullen we dat doen. Wat wil je nog meer?"
"Verder vraag ik jullie," ging Hodja moeizaam fluisterend door, "dat jullie mij ondersteboven in mijn graf zetten."
"Waarom dat nu weer?" riepen zij in de war gebracht door deze vreemde wens.
"Omdat, zoals jullie allemaal weten, na de dag des oordeels de hele wereld op zijn kop wordt gezet. Dan ben ik de enige die rechtop zal gaan."
* * *
Samenvatting
Een hodja-verhaal uit Turkije.
Toelichting
Nasreddin Hodja is een levende legende. Al tijdens zijn leven, in het dertiende eeuwse Anatolië (Centraal-Turkije), genoot hij legendarische bekendheid. Als hodja (islamitisch geestelijke) was hij een door velen gewaardeerd raadsman, óók en vooral in allerlei niet-religieuze aangelegenheden. Nasreddin Hodja was als praktisch filosoof vermaard om zijn subtiele grappen, die tot op de dag van vandaag bekend gebleven zijn. Van generatie op generatie zijn de anecdotes onder de mensen blijven leven en telkens opnieuw doorverteld.
Het volk herkende de door Hodja geschetste situatie in zijn eigen dagelijkse werkelijkheid. Grootouders vertelden de verhalen telkens opnieuw door aan hun kleinkinderen, zodanig dat het leek, alsof zij de gebeurtenissen persoonlijk meegemaakt hadden.
Trefwoorden
islamitisch-verhaal, turkije, volksverhaal, schelmenverhaal, hodja-verhaal, nasreddin hodja, hodja, deugniet
Basisinformatie
- Herkomst: Turkije
- Verhaalsoort: hodja-verhaal, schelmenverhaal, volksverhaal, islamitisch-verhaal
- Religie: islam
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 3 minuten
Thema
Meer verhalen van Nasreddin Hodja
Populair
Verder lezen