donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


Meneer Korbes


Eens op een keer wou het haantje op reis gaan, samen met het hennetje. Het haantje maakte zelf een mooi karretje, met vier rode wieltjes. En hij spande er vier muisjes voor. Het hennetje ging naast het haantje op de bok zitten, en samen reden ze weg. Het wagentje reed zo hard dat het suisde. Ze hadden niet lang gereden, of ze kwamen de kat tegen. Die zei: "Waar gaan jullie naar toe?" Haantje antwoordde:
"Wagentje, suis,
naar de boeman z'n huis."
"Neem mij mee," sprak de kat. Haantje antwoordde: "Alsteblieft, en achterop, want van voren val je d'r af.
en je moet er wel voor waken
mijn rode wieltjes niet vuil te maken,
Wieltjes, knort!
Muisjes, vort!
Wagentje suis
naar de boeman z'n huis!"
En toen kwam er een molensteen, en een ei, en een eend, en één speld en tenslotte een naald, en die gingen achterop het karretje en reden mee. Maar toen ze bij de boeman z'n huis kwamen, was de boeman niet thuis. De muisjes reden het karretje in de schuur, het haantje vloog met het hennetje op de hanenbalken, de kat ging onder de schoorsteen liggen, de eend op de pompzwengel, het ei wikkelde zichzelf in de handdoek, de speld stak zichzelf in het stoelkussen, de naald sprong op 't bed midden in 't hoofdkussen, en de molensteen ging boven de deur liggen.
Meneer Korbes
Daar kwam de boeman thuis! Hij ging naar de schoorsteen om vuur aan te leggen, maar de kat gooide hem z'n gezicht vol as. Vlug liep hij naar de keuken om z'n gezicht te wassen, daar spoot hem de eend water in z'n gezicht. Hij wou zich afdrogen met de handdoek, maar daar rolde het ei in zijn hand, brak, en het struif kleefde hem z'n ogen dicht. Hij wilde gaan rusten, ging op de stoel zitten, daar prikte hem de speld. Toen werd hij boos en gooide zich op zijn bed, maar toen hij zijn hoofd op 't kussen legde, stak hem de naald. En toen hij aan de huisdeur kwam, sprong de molensteen naar beneden en sloeg hem dood. Die boeman moet een ellendige kerel zijn geweest.
*   *   *
Samenvatting
Een volkssprookje uit Duitsland.
Toelichting
Uit de Mainstreek. Waarom wil die haan nu juist naar meneer Korbes? Er is een uitdrukking in het Duits: Der Hahn im Korbe sein. De lieveling zijn.
De name bij Grimm zijn waarschijnlijk nooit willekeurig, al weten we niet steeds de betekenis. Verwant met Het gespuis en Strohalm, kooltje vuur en boontje.
Jacob Grimm heeft onderstaand sprookje in het oorspronkelijke handschrift van de informant in december 1810 afzonderlijk achternagezonden naar Brentano. Vermits de rest van de verzameling al in oktober verzonden werd, kunnen we vermoeden dat Jacob de tekst pas in november 1810 heeft ontvangen. De titel komt van Jacob zelf. 'Mijnheer Korbes' schijnt een boemanfiguur geweest te zijn.
Mijnheer Korbes
Er was eens een hennetje en een haantje, die wilden op reis gaan. Toen bouwde het haantje een mooie wagen met rode wielen en spande er vier muisjes voor. Dan ging het hennetje er samen met het haantje op zitten en ze reden weg. Toen kwam een kat en die zei tegen het haantje: "Waar wilt U heen?" Het haantje zei: "Met man en muis, naar mijnheer Korbes zijn huis." De kat: "Neem mij ook mee." Het haantje: "Graag, ga er achteraan op zitten, zodat je er vooraan niet afvalt, maar past U wel wat op, dat U mijn rode wielen niet vuilmaakt." Kom wieltje zwiep, Kom muisje piep, Met man en muis naar mijnheer Korbes zijn huis. Zo kwamen één na één een molensteen, een ei, een eend, een speld en een naald, die gingen allemaal op de wagen zitten en toen ze aan het huis van mijnheer Korbes kwamen, was mijnheer niet thuis. De muisjes reden de wagen in het Koetshuis, het haantje vloog met het hennetje op een stok, de kat ging in de open haard zitten, de eend in de waterkuip, de speld prikte zich in het stoelkussen, de naald in het bed, in het hoofdkussen, de molensteen ging boven de deur liggen, en het ei wikkelde zich in de handdoek. Toen kwam mijnheer Korbes thuis, ging naar de open haard en wou vuur aanmaken; toen gooide de kat zijn hele gezicht vol as. Hij ging vlug naar de keuken, en wou zich wassen. Toen hij aan de waterkuip kwam, spatte de eend water in zijn gezicht. Toen hij zich wou afdro-gen, rolde het ei uit de handdoek op hem af, brak in twee en kleefde zijn ogen dicht. Hij ging op de stoel zitten en toen stak de speld hem. Dat maakte hem erg kwaad, en hij ging naar bed. Toen stak de naald hem. Nu werd hij zo boos, dat hij uit huis wou gaan lopen, maar toen hij aan de deur kwam, viel de molensteen naar beneden, en gooide hem dood.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen