donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


Kwan Yin, de Godin van de Genade


Kwan Yin, de Godin van de GenadeKoning Miao Chuang en zijn vrouw waren beiden al vijftig jaar geworden, zonder dat de goden hun kinderen geschonken hadden. Maar daarvoor was een reden. De koning had in zijn oorlogen veel bloed doen vloeien, en nu werd hij op deze wijze gestraft. Doch eindelijk, eindelijk lieten de goden zich door zijn gebeden vermurwen. Een dochter werd hem geboren en een jaar later nog een tweede. De koning en de koningin waren erg blij, dat ze nu tenminste niet kinderloos zouden sterven. Maar de koning verlangde een zoon te bezitten, die hem kon opvolgen.
"Waarom heb ik zoveel oorlogen gevoerd? Waarom heb ik me zoveel moeite gegeven mijn vijanden te verslaan? Waarom heb ik zoveel gevaren getrotseerd? Het is immers alles vergeefs geweest, als ik geen zoon heb, die mij kan opvolgen. Want dan is mijn leven gelijk aan een kaars, die opbrandt, zonder een spoor achter te laten," dacht hij vaak in stilte.
Weer werd hem een kind geboren en weer was het een meisje...
In droeve gedachten verzonken zat de koning eens in zijn tuin en staarde voor zich uit. Zo zag zijn eerste minister hem zitten. Deze trachtte zijn meester te troosten met de volgende woorden: "Het is waar, dat de goden u geen zoon geschonken hebben. En daar kan helaas geen mens wat aan veranderen. Maar als uw drie dochters volwassen zijn, kunt ge de drie edelste zonen uit het rijk voor hen uitzoeken. De bekwaamste van uw schoonzoons zal uw opvolger zijn. Wie zal hem dan het recht op de troon betwisten?"
"Dat is waar," zei de koning. "Ik zal de bekwaamste van mijn drie schoonzoons als opvolger kiezen. Die kan dan mijn werk voortzetten." Maar inwendig dacht hij: "Dat moet de echtgenoot zijn van mijn jongste dochter, Miao Shan." Want het was wel vreemd maar hij hield veel meer van dit meisje, dan van zijn beide oudste dochters. Al spoedig bleek, dat Miao Shan een andere aard had dan haar zusters. Ze was veel stiller en ernstiger. Juist daarom hielden haar ouders zo veel van haar.
Toen de prinsessen oud genoeg waren, trouwde de oudste met de zoon van de eerste minister. De tweede werd de vrouw van een jonge officier, die al beroemd was om zijn dapperheid en bekwaamheid. Alleen Miao Shan scheen nog niet aan trouwen te denken.
Daarom liet de koning haar op een dag bij zich komen en sprak: "Lieve dochter, ik ben al oud. Nu wacht ik er op, dat jij een echtgenoot gevonden zult hebben, die waardig is, mijn opvolger te worden. Want hoewel jij mijn jongste dochter bent, wens ik, dat jij later als koningin over mijn rijk zult regeren." Miao Shan antwoordde: "Vader, ik weet, dat u veel van me houdt. Daarom doet het me zoveel verdriet, dat ik u moet teleurstellen. Maar ik voel me niet geschikt om als koningin te regeren." - "Je bent te bescheiden, meisje," zei de koning. "Ik weet zeker, dat jij juist een uitstekende koningin zult zijn." - "Nee vader," antwoordde Miao Shan, "ik heb niet uit bescheidenheid gesproken. Maar het koningschap trekt mij niet aan. Ik zou graag als non mijn leven willen slijten, om te trachten aan Boeddha gelijk te worden."
De koning schrok. "Ik begrijp je niet," zei hij. "Jij wilt afstand doen van de eer, koningin te zijn over een groot rijk? In plaats van dit prachtige paleis kies jij een armoedige cel in een klooster?" - "Ja vader," zei Miao Shan met vaste stem, "roem en rijkdom hebben geen waarde voor mij. Een koning wordt immers na zijn dood bijna even snel vergeten als een arme koelie. Maar in een klooster kan ik streven naar volmaaktheid..."
De koning viel haar in de rede. "Dat zijn dwaze gedachten!" riep hij uit. "Nog nooit is een koningsdochter non geworden. Ik wil, dat je trouwt, versta je me?" - "Ik zal u gehoorzamen," antwoordde Miao Shan met zachte stem, "maar sta me dan toe, vader, dat ik met een dokter trouw." - "Met een dokter?" vroeg de koning verbaasd. "Jij, een prinses, wilt met een dokter trouwen? Wat is dat nu weer voor dwaasheid?" - "Als vrouw van een dokter kan ik mijn echtgenoot bijstaan en zieken genezen, pijnen verzachten," zei Miao Shan. "Nee!" riep de koning uit, "ik geef je geen toestemming met een dokter te trouwen. Je zult koningin worden. En dus moet je echtgenoot een man zijn, waardig om als koning te regeren." Met een boos gezicht zond hij zijn dochter weg.
Daarna zei hij tegen zijn vrouw: "Miao Shan heeft allerlei dwaze gedachten in haar hoofd. Ze wil non worden, of anders met een dokter trouwen. Probeer jij eens, of je haar van plan kunt doen veranderen." De koningin ging daarop met haar dochter praten, maar deze bleef standvastig: "Lieve moeder, als u mij gelukkig wilt maken, laat me dan non worden," zei ze. Deze woorden moest de koningin aan haar man overbrengen. Ze voegde er aan toe: "Laten we haar maar toestemming geven, in een klooster te gaan. Het zal haar daar gauw genoeg vervelen."
Dat hoopte de koning ook. En zo kreeg Miao Shan eindelijk toestemming, om naar het klooster van De Witte Vogel te gaan. Maar de koning had eerst een brief naar de abdis van het klooster gezonden. In die brief stond: "U moet er voor zorgen, dat de prinses het klooster zo spoedig mogelijk weer verlaat." Miao Shan wist natuurlijk niets van deze brief.
Bij haar aankomst in het klooster werd ze door de abdis met veel pracht en praal ontvangen. En ook de nonnen bewezen haar vorstelijke eer. Maar Miao Shan zei: "Ik heb geen recht meer op deze eerbetuigingen. Ik ben thans geen prinses, maar een eenvoudige non. Ik wil hier de nederigste arbeid doen." De abdis probeerde, haar dit uit het hoofd te praten. Maar Miao Shan herhaalde steeds: "Laat mij als eenvoudige non onder u leven. Want alleen door zelfopoffering kan ik streven naar volmaaktheid." De abdis zei daarop: "Goed, ik draag je op, het ruwe werk in de keuken te doen en de kloosterklokken te luiden. Maar als je dit niet kunt, zal ik je wegzenden."
Dankbaar aanvaardde Miao Shan haar nieuwe taak. De abdis wist, dat het werk veel te zwaar was voor het meisje. Ze dacht dan ook dat de prinses het wel spoedig zou moeten opgeven. En dan had ze een voorwendsel, Miao Shan naar haar paleis terug te sturen. Miao Shan toog moedig aan het werk. Toen ze eindelijk 's avonds laat klaar was, waren haar handen gewond en deden al haar ledematen haar pijn. Toen bad ze nog lang en vurig voor ze ging slapen.
De volgende morgen werd ze wakker door het gelui van de klokken. Ze schrok. Deze taak had de abdis immers haar opgedragen! Maar toen ze bij de klokken kwam, was er geen non te zien. De klokken werden geluid door de goede geesten, die haar wilden helpen!
Maar er was nog veel meer wonderlijks gebeurd. Toen ze op het erf kwam, zag ze daar een prachtige waterput, vlak bij de keuken. Die had een draak 's nachts geboord. Nu hoefde Miao Shan niet meer helemaal naar de beek, als ze water nodig had. Een tijger zorgde geregeld voor brandhout en de vogels plukten groente en vruchten voor haar. Dit alles geschiedde op last van de goden, die zich verheugden over de vroomheid van het meisje.
Toen de abdis deze wonderen vernam, werd ze bang. Ze schreef aan de koning een brief en gaf hem de raad, de prinses te bevelen naar het paleis terug te keren. "Want vrijwillig zal ze het klooster zeker niet verlaten, nu de goden haar helpen," voegde ze er aan toe.
Bij het lezen van deze brief werd de koning woedend. "Zelfs de goden spannen tegen mij samen, om mijn plan te doen mislukken," riep hij uit. "Maar ik zal me wreken!" Wit van drift gaf hij zijn soldaten bevel, het klooster aan alle zijden in brand te steken. Spoedig sloegen de vlammen uit de mooie gebouwen van het eeuwenoude klooster. Op de binnenplaats drongen de nonnen angstig samen. Maar daar werd de hitte ook al zo groot, dat ze het er nauwelijks uit konden houden.
In hun angst zeiden ze tot Miao Shan: "Het is jouw schuld, dat dit vreselijk ongeluk over ons komt." - "Dat is waar," antwoordde Miao Shan eenvoudig. Ze knielde neer en smeekte de Heerser van het Heelal, de nonnen te sparen. Daarna stak ze zich met een bamboe haarnaald in haar vinger, zodat een druppel bloed op de grond viel. Onmiddellijk betrok de hemel en het begon te regenen. De bui was zo hevig, dat de vlammen dadelijk uitdoofden.
Weer kreeg de koning een boodschap, dat zijn plannen mislukt waren. Nu kende zijn woede geen grenzen meer. "Mijn dochter moet sterven!" riep hij uit. "De beul zal haar onthoofden. Laten de goden dat beletten, als ze kunnen!" Meteen had hij spijt van deze vreselijke woorden. Zijn vrouw zei wenend: "Sta mij toe, nog eens met haar te spreken. Misschien zal ze naar mij willen luisteren, als ze weet, welk gruwelijk lot haar wacht."
De koning stemde dadelijk daarin toe. Hij hoopte innig, dat Miao Shan haar voornemen, om non te worden, zou opgeven. Maar toen het meisje standvastig bleef, moest de koning het vonnis, dat hij in drift geveld had, wel uitvoeren. Anders zou hij immers zijn gezicht verliezen tegenover zijn onderdanen! "Morgen, bij het opgaan van de zon, zal ze onthoofd worden," sprak hij met doffe stem.
Maar de Heerser van het Heelal had anders beschikt. Toen de zon opgegaan was, werd Miao Shan naar de plaats gebracht, waar ze terechtgesteld zou worden. Met een glimlach op de lippen liep het meisje tussen de zwaar bewapende soldaten naar de beul. Ze dacht: "Heden zal ik eindelijk de aarde verlaten, om een beter bestaan te beginnen."
Ze moest knielen en haar hoofd op een blok leggen. De beul nam zijn bijl en zwaaide die hoog boven zijn hoofd... maar plotseling werd het zo donker, dat niemand meer iets zien kon. De bijl brak in stukken, de zwaarden en lansen van de soldaten versplinterden. Op dat ogenblik liet de Heerser van het Heelal Miao Shan sterven en nam haar ziel tot zich. Een tijger drong door de menigte, greep het dode meisje en droeg haar naar een eenzame plek in het woud.
Op een lichte wolk werd Miao Shan opnieuw geboren. Voortaan zou ze de Godin van de Genade zijn en Kwan Yin heten. Dat betekent: Zij, die de smarten lenigt.
Met diep medelijden keek ze naar de mensen op de aarde, beneden haar. Zo zag ze, dat in het ouderlijke paleis haar vader ziek terneer lag. De Heerser van het Heelal had hem gestraft voor zijn afschuwelijke daad. De god, die ziekte verbreidt, had zijn lichaam aangeraakt, dat geheel bedekt was met wonden en afzichtelijke zweren. Geen enkele dokter wist raad, alle geneesmiddelen bleken nutteloos te zijn. De koning voelde zich steeds zieker worden. Zijn beide dochters bemoeiden zich niet met hem. En zijn schoonzoons wachtten erop, dat hij zou sterven, om daarna het rijk te verdelen.
Alleen Kwan Yin kon haar vader niet zo zien lijden. Ze dacht niet meer aan het leed, dat hij haar aangedaan had. Ze hield nog evenveel van hem als vroeger, en daarom daalde ze naar de aarde af om hem te genezen. In de gedaante van een oude priester, bedekt met lompen, strompelde ze naar het paleis. Op de grote poort had de koning een papier laten aanplakken. Daarop stond te lezen, dat hij, die de koning kon genezen, later hem zou opvolgen. Lang stond de priester naar het papier te kijken en deed, of hij het las. Toen scheurde hij het met één ruk van de poort af.
"Wat doe je daar?" riep de poortwachter boos. "Hoe durf je het papier af te scheuren?"
Kwan Yin antwoordde kalm: "Ik ben niet alleen priester, maar ook dokter. Ik weet, dat ik de koning kan genezen. Daarom is dit papier niet langer nodig."
"Maar als je zo'n knappe dokter bent, waarom reis je dan in lompen door het land?" vroeg de poortwachter.
"Vraag niet te veel en breng me bij de koning," was het antwoord.
De poortwachter liet daarop de koningin waarschuwen. Deze zei: "De koning ligt op sterven. Laat dus die priester direct hier komen."
Zo kwam Kwan Yin dan aan het ziekbed van haar vader, die, rillend van koorts, met bleke ingevallen wangen machteloos terneer lag. Ze nam zijn pols en zei tegen hem, dat zijn ziekte zeker te genezen was. Bij die woorden kregen de koning en de koningin weer moed. "Maar," voegde Kwan Yin er aan toe, "het geneesmiddel is heel moeilijk te vinden." - "Priester, je bent een bedrieger," zei de koning met fluisterende stem. "Wat heb ik er aan, of je zegt, dat mijn ziekte gemakkelijk te genezen is, als je het geneesmiddel niet kent?" - "Ik ken het geneesmiddel wel," antwoordde Kwan Yin. "Het is zalf, die moet bereid worden uit de hand en het oog van een levend mens."
"Dan ben ik verloren," kreunde de koning. "Waar zal iemand gevonden worden, die een hand en een oog voor mij wil opofferen?" Kwan Yin antwoordde: "In het klooster van Hsiang Shan zult ge het verlangde kunnen vinden. Zendt uw boodschappers uit. Ik zal hun zeggen, hoe ze het klooster kunnen bereiken. Ik zelf zal in uw nabijheid blijven." De boodschappers vertrokken onmiddellijk, nadat Kwan Yin hun de weg uitgeduid had.
Intussen hadden de schoonzoons van de koning vernomen, dat een priester hun schoonvader misschien zou kunnen genezen. Dat was helemaal niet naar hun zin. Als de koning genas, zou de priester immers zijn opvolger worden. En dan was het met hun eerzuchtige plannen gedaan. Daarom gaven ze aan de koningin een vergiftige drank. "Deze drank heeft de priester bereid, om de pijnen van de koning te verlichten," zeiden ze.
Ook hadden ze een bediende omgekocht om Kwan Yin te vermoorden. Maar toen de koningin haar man de drank aanreikte, barstte de schaal, alsof er met een hamer tegenaan geslagen was. En op het ogenblik, dat de moordenaar zijn dolk ophief, om de slapende priester te vermoorden, hield een geheimzinnige macht zijn arm tegen en wrong de dolk uit zijn hand. Hevig verschrikt vluchtte de boosdoener weg.
Ondertussen vertoefde Kwan Yin tevens in het klooster, waar ze in de gedaante van Miao Shan de boodschappers ontving. Ze sprak tot de mannen: "Ik weet, dat jullie hier het geneesmiddel komt zoeken voor de zieke koning. Neem een mes en snijd mijn linkerhand af. Daarna kunt ge mijn linkeroog nemen." De boodschappers aarzelden, maar het meisje spoorde hen tot spoed aan. "Als het geneesmiddel niet gauw komt, zal de koning misschien sterven," zei ze.
Met grote tegenzin deden toen de boodschappers hun gruwelijk werk. Op een gouden schaal werden de hand en het oog van de heilige naar het paleis gebracht. De koningin schreide van vreugde, maar plotseling deinsde ze verschrikt achteruit. Want aan een klein, rood litteken had ze de hand van haar dochter herkend!
De priester bereidde de zalf en wreef er het lichaam van de koning mee in. De volgende dag was de linkerhelft van het lichaam van de zieke glad en gaaf. De rechterhelft vertoonde echter nog dezelfde wonden en zweren. De koning was blij, maar ook teleurgesteld. "Waarom is alleen de linkerhelft van mijn lichaam genezen?" vroeg hij. "Omdat de zalf is bereid van een linkerhand en een linkeroog," antwoordde de priester. "Om u helemaal te genezen, moet ik ook zalf bereiden van een rechterhand en een rechteroog..."
Opnieuw werden de boodschappers naar het klooster gezonden. Daar werden ze weer opgewacht door Miao Shan. "Neem ook mijn rechterhand en daarna mijn rechteroog," zei ze eenvoudig. Een der boodschappers riep verontwaardigd uit: "Is het geen misdaad, de ene mens zo te verminken, om een andere te redden?" Maar Miao Shan antwoordde: "Haast u en doe, wat de goden beschikt hebben."
De boodschappers ontnamen haar toen ook haar rechterhand en haar rechteroog, en brachten die naar het paleis. De priester bereidde snel de zalf en de volgende dag was de koning werkelijk geheel genezen. Iedereen aan het hof wenste de koning geluk en prees de kundigheid van de priester. "Gij zult mijn opvolger zijn," sprak de koning. Maar Kwan Yin zei: "Ik begeer de koninklijke waardigheid niet. Ik heb maar één wens: dat gij als een rechtschapen vorst over uw onderdanen moogt regeren."
Na deze woorden zagen de omstanders, dat de priester zijn arm bewoog. Een wolk daalde toen uit de hemel, nam hem op en voerde hem weg. De koning vroeg verbaasd: "Waaraan heb ik het te danken, dat de goden uit de hemel komen om mij te beschermen en te genezen?" Doch de koningin weende zachtjes. De koning vroeg haar: "Waarom ben jij verdrietig, nu iedereen verheugd is?" De koningin antwoordde: "Ik ken maar één mens, die ogen en handen voor u zou willen offeren, en dat is... onze dochter Miao Shan."
De koning werd doodsbleek. Hij vroeg aan zijn boodschappers: "Hoe zag de non er uit, die haar handen en ogen voor mij geofferd heeft?" De boodschappers antwoordden: "Het was een jong meisje, o koning." De koningin snikte: "Ik heb haar linkerhand herkend..."
Ontzet staarde de koning voor zich uit. Toen wierp hij zich ter aarde en bad schreiend: "Genezende Boeddha, heb erbarmen. Ik heb mijn kind gedood, dat haar handen en ogen voor mij opgeofferd heeft. Vergeef mij deze zware zonde..."
Op dat ogenblik nam Kwan Yin nogmaals de gestalte aan van Miao Shan en verscheen zo voor haar ouders. "Ween niet, vader," sprak ze, "want ik, uw dochter Miao Shan, ben gelukkig." Daarna verdween ze. De koning zei diep ontroerd tot zijn vrouw: "Ik ben niet waardig, nog langer te regeren. Ik wil het voorbeeld van Miao Shan volgen en afstand doen van mijn troon, om in een klooster te gaan." Hij droeg het bestuur van zijn rijk over aan zijn eerste minister en trok zich terug in een eenzaam klooster. Daar leidde hij tot zijn dood een godvruchtig leven.
Sindsdien wordt Miao Shan vereerd als de Godin van de Genade onder de naam van Kwan Yin.
*   *   *
Samenvatting
Een boeddhistische legende over het leven van Kwan Yin. Een koning zonder erfgenaam hoopt dat zijn jongste dochter met een man trouwt die hem kan opvolgen. Zij wil echter in een boeddhistisch klooster leven en dat maakt de koning zo boos dat hij haar laat onthoofden. Ze wordt wedergeboren als de godin Kwan Yin en geneest haar zieke vader.
Toelichting
Kwan Yin (Quan Yin, Guan Yin, Quan Shih Yin) is de meest algemeen vereerde en meest populaire boeddhistische bodhisattva in China. Ze is vaak gekleed in een wit gewaad en wordt ook wel 'de bodhisattva die alles op de wereld ziet' of Godin van de Genade genoemd. Men gelooft dat zij zich overal vertoont onder het volk, in verschillende gedaanten. Op haar verjaardag lossen mensen hun gelofte in, doen boete of bidden om voorspoed.
Kwan Yin is in China erg bekend. Dit is ook het land waar zij lange tijd geleden rondwandelde in haar volmaakte tastbare lichaam.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Feest / viering
Populair
Verder lezen