Kpana, zijn vrouw en de bosgeest
Er kwam op een keer een vreemdeling in het dorp. Hij maakte vrienden met een van de dorpsbewoners, een vrouw. Ze waren een tijdje samen totdat het tijd werd om aan het werk te gaan. Toen zei de vrouw tegen de man: "Vriend, bouw voor mij een boerderij." De man stemde er mee in.
De vrouw ging op weg en smeekte iedereen voor een plek om een boerderij te mogen bouwen. Toen ze haar een locatie toegewezen hadden, ging ze naar haar man en liet hem de plek zien. Maar hij zei dat hij daar voor haar geen boerderij zou bouwen. Er was een bos dichtbij het dorp en de man zei dat hij daar een boerderij wilde bouwen.
De vrouw zei: "Vriend, al zo lang als ik leef heb ik nog nooit een boerderij in dat bos gezien." Ze zei: "Werk daar toch niet." - "Nee," zei de man, "ik zal daar aan het werk gaan." Hij zei: "Als je me zegt dat ik het bos niet geschikt moet maken voor een boerderij, dan zeg je me dat ik helemaal geen werk moet verrichten." En alle dorpelingen zeiden tegen de man: "Ga daar niet aan het werk."
Op een dag ging de man op weg om toch de plek in het bos geschikt te maken voor een boerderij. Hij werkte de hele morgen en toen de zon hoog aan de hemel stond, bracht zijn vrouw hem voedsel. Op het moment dat de man neerzat voor het voedsel, kwam er een dier en de man nodigde het dier uit om samen te eten. De man en het dier aten samen het voedsel. Nadat ze uitgegeten waren, nam het dier wat water in zijn mond; hij spoelde zijn mond - suku-suku-suku - en hij spuwde het water uit in een kom en het veranderde in een hoop geld. Toen stond het dier op en ging weg. Tweemaal dit het dier dit. 's Avonds, op de derde dag, ging de man weer naar het dorp.
Toen zei de vrouw van de man tegen hem: "Vriend," zei ze, "je bedoelt dus dat een dier voedsel eet, dan zijn mond spoelt met water en dat dan het water verandert in een heleboel geld!" Ze zei: "Als je nu het dier doodmaakt, zal je zien dat we meer geld dan iemand anders in de wereld zullen hebben. Je zal zien dat jij en ik weelde in de wereld zullen brengen." Ze zei: "Daarom, zorg ervoor dat je het dier doodt." De man zei: "Okee." Je kent ze wel; die mannen die heel veel naar het advies van hun vrouwen luisteren.
's Morgens stond de man op en ging naar de boerderij. Alhoewel hij aan een stuk door werkte, werkte hij niet zo goed als op andere keren. Hij bleef zijn kapmes scherpen; hij scherpte zijn kapmes totdat het heel erg scherp was. Toen de zon hoog aan de hemel stond, kwam de vrouw van de man met voedsel. Zodra de vrouw weg was en in het bos was verdwenen, kwam onmiddellijk het dier weer. De man en het dier aten samen het voedsel. Toen ze klaar waren met eten, nam het dier wat water in zijn mond om zijn mond te spoelen; het dier zat met zijn rug naar de man toegekeerd. Toen fluisterde de vrouw tegen de man: "Nu is het moment om het dier te doden."
De man nam zijn kapmes. Toen hij zich klaarmaakte om het dier te doden, sneed de man per ongeluk zijn eigen knie doormidden met zijn kapmes. Hij bleef in de boerderij, terwijl zijn vrouw naar het dorp ging. Maar voordat de vrouw van de man naar het dorp ging, zong het dier dit lied voor de man:
Ngombi bla Kpana ngi nęmua
Ngombi bla
Ngombi layia
Ngombi bla Kpana ngi nęmua
Ngombi bla
Kpana sneed zijn knie doormidden, hij verwondde zichzelf.
Hij sneed zijn knie
Door goede raad van een vrouw.
Kpana sneed zijn knie doormidden; hij verwondde zichzelf.
Hij sneed zijn knie.Toen stond de vrouw van de man op en ging naar het dorp. Daar zei ze: "Kpana heeft zichzelf ernstig verwond." Ze zei: "Mijn vrienden, kom met mij mee en help me. We halen hem op."
Hij sneed zijn knie
Door goede raad van een vrouw.
Kpana sneed zijn knie doormidden; hij verwondde zichzelf.
Hij sneed zijn knie.Toen stond de vrouw van de man op en ging naar het dorp. Daar zei ze: "Kpana heeft zichzelf ernstig verwond." Ze zei: "Mijn vrienden, kom met mij mee en help me. We halen hem op."
De dorpelingen stonden op en namen een hangmat. Ze droegen de man in de hangmat en brachten hem naar het dorp. Ze stopten hem helemaal vol medicijnen. Toen de mensen de man naar het dorp brachten, legden ze Kpana in zijn eigen slaaphut.
Toen de nacht kwam, riep de vrouw alle dorpelingen bijeen. Toen alle dorpelingen verzameld waren, meldde ze aan iedereen, dat Kpana zichzelf vandaag had verwond.
Toen alle dorpelingen die nacht samenwaren, gingen ze op zoek naar medicijnen. Er is een boom in het bos die 'mbęli' genoemd wordt, die rood sap heeft. Wanneer een boer zichzelf verwondt in het bos, hakt men deze boom om en stopt men het sap op de wond, want het sap stopt het bloeden. Men gebruikte het sap van deze boom, omdat ze vroeger nog geen medicijnen uit Europa hadden.
In het bos was een heilige plaats waar alle geesten 's avonds samenkomen. Op die speciale nacht, kwamen alle geesten om een belangrijk lied in het dorp te zingen:
Ngombi bla Kpana ngi nęmua
Ngombi bla
Ngombi layia
Ngombi bla Kpana ngi nęmua
Ngombi bla
Kpana sneed zijn knie doormidden, hij verwondde zichzelf.
Hij sneed zijn knie
Door goede raad van een vrouw.
Kpana sneed zijn knie doormidden; hij verwondde zichzelf.
Hij sneed zijn knie.Terwijl de geesten dit lied herhaaldelijk zongen voor Kpana, viel het ademenen Kpana steeds zwaarder; hij was stervende.
Hij sneed zijn knie
Door goede raad van een vrouw.
Kpana sneed zijn knie doormidden; hij verwondde zichzelf.
Hij sneed zijn knie.Terwijl de geesten dit lied herhaaldelijk zongen voor Kpana, viel het ademenen Kpana steeds zwaarder; hij was stervende.
Toen begon Kpana's vrouw te huilen. Ze keerde terug naar de plek in het bos waar Kpana zijn eigen knie doormidden had gesneden. Daar zag ze het dier zitten.
Het dier ondervroeg haar. Hij zei: "Ik kwam naar je echtgenoot toen hij onlangs het bos kapte. Ik mag je. Toen je voedsel bracht, aten je echtegenoot en ik dat samen op; daarna spoelde ik mijn mond en legde wat geld neer." Hij zei: "Jij nam het geld weg. Wanneer ik mijn mond spoelde, kreeg jij geld om dingen te kopen." Hij zei: "Onlangs vertelde je je echtgenoot dat hij mij zou moeten doden, zodat hij het geld uit mijn maag kon halen." Het dier zei: "Nu ben je zelf hier gekomen. Wil je me doden?"
De vrouw viel neer voor het dier. Ze zei dat ze niet gekomen was om hem te doden, maar om hem te smeken haar man niet te laten sterven.
Toen nam het dier een blad en gaf dat aan de vrouw. Hij zei: "Als je dit blad neemt, vermaal het en wrijf het op Kpana's knie, hij zal genezen."
De vrouw rende terug naar het dorp met het blad. Ze vermaalde het blad erg snel op een steen; ze wreef het blad op Kpana's knie. Zodra de vrouw het blad op Kpana's knie had gewreven, stond Kpana op - zijn knie was genezen.
Naderhand weigerde Kpana nog dat stuk bos te bebouwen. Beter nog, wanneer Kpana zei dat hij iets ging doen en iemand zei: "Kpana, doe dat niet," stemde Kpana er mee in het niet te doen.
Dit is het eind van dit verhaal.
* * *
Samenvatting
Een mende-verhaal uit Sierra Leone. Een man besluit een boerderij te beginnen in het bos. Daar ontmoet hij een dier waarmee hij zijn voedsel deelt en als dank daarvoor krijgt Kpana geld. Het lijkt zijn vrouw wel slim het dier te doden om zo in een keer schatrijk te worden. Maar dan snijdt Kpana in zijn eigen knie en ligt hij op sterven.
Toelichting
In de Mende-cultuur is het gebruikelijk dat bij een huwelijk tussen twee niet-plaatsgenoten, de persoon die al tot de groep van landeigenaren behoort (ofwel: een van de dorpelingen is) op zoek gaat naar een geschikte bouwgrond. In dit verhaal is de man de vreemdeling, dus moet de vrouw op zoek naar een geschikte plek.
De mbęli-boom is de Piptadeniastrum Africanum.
Het verhaal is opgetekend van een jonge vrouw uit Bo en haar zwager uit Bunumbu in Freetown, Sierra Leone, 11 juli 1960.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Sierra Leone
- Verhaalsoort: mende-verhaal
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 8 minuten
Thema
Bron
"Royal Antelope and Spider. West African Mende Tales" door Marion Kilson. The Press of The Langdon Associates, Cambridge, Massachusetts, 1976. ISBN: 0-916704-01-7
Populair
Verder lezen