Jona en de walvis
Jona was met zijn dagelijks werk bezig, toen God tot hem sprak. "Jona," zei hij, "ik wil dat je naar Ninive gaat. De mensen daar zijn slecht. Vertel ze dat hun stad, en alles wat daarin is, binnen veertig dagen verwoest zal worden."
"Waarom hebt u mij daarvoor uitgekozen, God?" antwoordde Jona ontsteld.
"Waarom zou ik, een doodgewone Jood in Israël, over God gaan prediken tegen mensen die ik niet eens ken, die ver weg wonen, die niet eens Joden zijn en niet in u geloven? Bovendien bent u een vriendelijke God en barmhartig. U zou nooit zo'n hele stad vernietigen."
Hij besloot niet te gaan. Maar hij was bang dat God boos op hem zou zijn en probeerde te ontsnappen door aan boord te gaan van een schip dat naar Tarsis ging, wat precies de andere kant uit was.
Het schip vertrok en Jona viel in slaap in het ruim.
Plotseling stak er een hevige storm op en de kapitein schudde Jona wakker.
"Kom," zei hij. "Misschien is het uw God wel die boos is op ons."
Jona bad, maar de storm werd erger. "Luister eens," zei hij tegen de zeelui. "Ik weet dat het mijn fout is. U kunt me het beste overboord gooien." Dat wilden de zeelieden niet, daarom roeiden zij hard om te proberen weer bij land te komen. Maar de orkaan woei heviger dan ooit en daarom gooiden zij Jona toch maar overboord.
Direct ging de storm liggen.
Eerst dreef Jona op de baren, maar dat duurde niet lang.
Er kwam een grote vis, zoiets als een walvis, en die slikte hem in. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik. Jona bad in de buik van de grote walvis tot zijn god.
"In mijn nood roep ik God aan
en hij antwoordt mij.
Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp -
u hoort mijn stem!
Hij slingerde mij de diepte in, naar het hart van de zee.
Door kolkend water ben ik omgeven,
zwaar slaan zijn golven over mij heen.
Ik dacht: Verstoten ben ik, verbannen uit uw ogen.
Maar eens zal ik opnieuw
uw heilige tempel aanschouwen.
Door kolkend water ben ik omgeven,
zwaar slaan zijn golven over mij heen.
Ik dacht: Verstoten ben ik, verbannen uit uw ogen.
Maar eens zal ik opnieuw
uw heilige tempel aanschouwen.
Het water stijgt tot aan mijn lippen,
muren van water storten op mij neer,
zeewier om mijn hoofd verstikt mij.
muren van water storten op mij neer,
zeewier om mijn hoofd verstikt mij.
Ik zink tot de bodem, waar de bergen oprijzen,
naar het rijk dat zijn grendels voorgoed achter mij sluit.
Maar u trekt mij levend uit de dood omhoog,
o HEER, mijn God!
Nu mijn levensadem mij verlaat
roep ik u aan, God,
en mijn gebed komt tot u in uw heilige tempel.
naar het rijk dat zijn grendels voorgoed achter mij sluit.
Maar u trekt mij levend uit de dood omhoog,
o HEER, mijn God!
Nu mijn levensadem mij verlaat
roep ik u aan, God,
en mijn gebed komt tot u in uw heilige tempel.
Zij die armzalige afgoden vereren,
verlaten u, trouwe God.
Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen;
mijn geloften los ik in."Toen spuugde de vis hem ongedeerd uit op het strand. Weer beval de god van Jona naar Ninive te gaan en dit keer luisterde Jona meteen.
verlaten u, trouwe God.
Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen;
mijn geloften los ik in."Toen spuugde de vis hem ongedeerd uit op het strand. Weer beval de god van Jona naar Ninive te gaan en dit keer luisterde Jona meteen.
Hij kwam bij de grote stad aan en liep door de straten te roepen: "Nog veertig dagen en dan zal Ninive worden verwoest!"
De mensen die hem hoorden, werden bang, want ze geloofden in de macht van God. Ze brachten Jona bij de koning en die zei dat iedereen in de stad moest bidden om vergeving voor zijn zonden en een nieuw leven beginnen. God was blij met hun gebeden en spaarde Ninive.
Maar Jona was boos op God. Hij voelde, dat hij voor gek stond. "Ik wist al die tijd al dat u ze niet zou doden," mopperde hij. Hij ging weg naar de woestijn en ging daar zitten. De zon werd heet en onplezierig, daarom liet God een boom boven hem groeien, zodat die hem schaduw kon geven. De volgende dag ging de boom dood, hij verdorde. De zon stak Jona en hij begon zich heel ziek te voelen. "Wat erg van die boom. Hij heeft maar zo kort geleefd!" zei Jona tot zichzelf. "Ik wou dat ik ook dood was."
Toen zei God vriendelijk tegen hem: "Als jij het nu al erg vindt van die boom, die je nog niet eens zelf hebt geplant of water gegeven, wat zou ik dan wel niet moeten voelen als ik Ninive had verwoest? Mijn liefde is groter dan de jouwe. Ik vergeef degenen die spijt hebben en ik breng troost aan alle mensen."
* * *
Samenvatting
Jona de profeet. Een verhaal uit Bijbel, Koran en Thora. De profeet Jona krijgt van God de opdracht de mensen in Ninivé te waarschuwen, omdat de stad binnen veertig dagen verwoest zal worden. Jona weigert en vlucht met een schip de andere kant op; dat schip wordt door een storm overvallen. Jona wordt overboord gezet en opgeslikt door een walvis. Wanneer hij uitgespuwd wordt gaat hij toch naar Ninivé.
Toelichting
Dieren of mensen in de maag van een grote vis vinden we ook in Tovenaar Manabozo en de Vissenkoning, De ziel van de walvis en Hoe de kraai iedereen voor de gek hield.
Het boek Jona is een onderdeel van het oude testament van de christelijke religie en van de Thora van de Joodse religie. Ook in de Koran wordt de profeet genoemd, in het Arabisch is zijn naam Yoenoes (of Yunus). Er is een soera met de naam Yunus, de tekst gaat echter niet alleen over deze persoon (Yunus ينوس)
Het boek Jona is het vijfde boek van de verzameling van de zogeheten Twaalf Profeten. Deze verzameling van profetenboeken is vermoedelijk in de vierde of derde eeuw v. Chr. totstandgekomen. Het boek is genoemd naar de hoofdpersoon, de profeet Jona. Zijn naam wordt ook vermeld in 2 Koningen 14:25, een passage die verwijst naar de tijd dat Jerobeam II regeerde in Israël (achtste eeuw v. Chr.). Veelal wordt aangenomen dat het boek Jona dateert uit een veel latere periode (vijfde-derde eeuw v. Chr.).
Het boek Jona is een kort profetenverhaal in proza met daarin opgenomen een poëtisch gedeelte, een gebed in de vorm van een psalm. Het verhaal is goed gecomponeerd: het wordt eenvoudig en rechtlijnig verteld, maar het zit vol herhalingen en contrasten. De stijl is eenvoudig, met levendige dialogen; het taalgebruik in de psalm is wat verhevener.
Het centrale thema van het boek is Gods onbeperkte macht en zijn grote barmhartigheid, die zich zelfs uitstrekt over andere volken dan Israël. In contrast daarmee staat de kleinzieligheid van Jona. De bedoeling van het boek kan geweest zijn de hoorders te bemoedigen door het voorbeeld van Nineve: als God zelfs deze heidense stad genadig was, hoeveel temeer dan zijn eigen volk.
Het verhaal van Jona wordt bij de joodse religie vaak verteld op of rond Grote verzoendag Jom Kippoer.
Bron toelichting: Katholieke Bijbelstichting, 's-Hertogenbosch, 1995.
Trefwoorden
koran, thora, maag, oud testamentisch verhaal (koran), buik, storm, bijbel, vergeving, oud testamentisch verhaal (bijbel), israël, oud testamentisch verhaal (thora), schip, walvis, tharsis, mededogen, ninive
Basisinformatie
- Herkomst: Israël
- Verhaalsoort: oud testamentisch verhaal (bijbel), oud testamentisch verhaal (thora), oud testamentisch verhaal (koran)
- Religie: jodendom
- Leeftijd: vanaf 9 jaar
- Verteltijd: ca. 5 minuten
Feest / viering
Bron
"Bijbel voor Kinderen" Bosch en Keuning B.V.
Populair
Verder lezen