Jack de reuzendoder
Een schooljongen ging naar zijn school, maar gaf zijn lunchgeld uit aan een schop en een houweel. En hij ging het bos in, de slimmerik. Daar waren reuzen en zo groot als beesten. De koning had beloofd dat degene die er een kon doden, zijn dochter tot vrouw zou krijgen. Op een donkere avond ging hij naar de grot waar de reus leefde en hij groef een gat van twintig voet diep en twintig voet in omtrek. Hij legde er afval overheen en over het afval legde hij aarde. Toen blies hij op zijn hoorn en de reus werd wakker. Hij zei: "Jij kleine rotzak. Je hebt vanmorgen mijn slaap verstoord en ik zal je opeten als mijn ontbijt." De reus kwam bij het gat, hij tuimelde in de put, maar omdat hij een groot, machtig dier was brak hij twee benen. De jongen sloeg hem met zijn houweel op het hoofd.
Hij ging naar de koning om verslag te doen, en de koning stuurde soldaten om het hoofd van de romp weg te halen. Hij gaf de jongen een gouden riem waarop stond: "Dit is Jack de Reuzendoder." De jongen vertelde de koning dat er nog meer reuzen waren. Hij hoorde de namen van twee reuzen, Blunderboor en Blunderbus. Toen hij weer door het bos liep kreeg hij dorst en hij ging naar een beekje om water te halen. Bij de beek kwam hij de reus tegen. De reus legde hem over zijn schouder en nam hem mee naar de plek waar hij woonde. Hij ging weer weg om de tweede reus te halen om samen de jongen te doden. In de kamer lagen een paar touwen en katrollen. Hij nam een touw en gooide het over een balk van het dak. Daarna maakte hij twee schuifknopen. Toen de eerste reus binnenkwam gooide hij de strop om zijn nek en meteen begon hij het touw in het katrol te trekken om de reus te laten stikken. Maar de reus had daar geen last van, hij opende het slot en gooide de strop over de nek van de andere reus. Hij gaf een ruk en verstikte de andere reus, maar die trok net zo hard terug, en zo wurgden de reuzen elkaar.
De jongen vertelde de koning dat er nog een reus over was: de koning van de reuzen. Hij ging op weg en toen het donker werd zag hij in de verte een licht branden. Hij liep ernaar toe, en het was de woonplaats van de reus. Die vroeg hem: "Wat doet een klein wezen als jij in het bos op dit uur van de nacht?"
De jongen antwoordde: "Ik dood reuzen," en de reus zei: "Ik was juist naar je op zoek, ik ben mijn maten kwijtgeraakt. Ga maar op de bank liggen om te slapen."
Hij gaf hem een deken en een kussen. De jongen zag een groot blok hout liggen. Hij pakte het blok en legde het onder de deken, en maakte alles zo in orde dat het leek of hij er zelf onder lag te slapen. Toen de reus dacht dat hij wel zou slapen, kwam hij met een grote knuppel en hij gaf wel vier of vijf harde dreunen, zodat het hout versplinterd was als gebruikte hij een bijl. Daarna ging de reus slapen.
Vroeg in de morgen werd Jack wakker hij stond op en ging de reus goedemorgen zeggen.
"Wel, Jack? Heb je goed geslapen vannacht?"
"Ik sliep nog maar net of er kwam een rat die een paar slagen met zijn staart gaf, maar snel daarna viel ik alweer in slaap."
De reus vroeg zich af hoe een enorme vent als hij zo'n klein wezen kon slaan en dat die het dan kon aanzien voor een rattenstaart. Hij zei dat hij hem een ontbijt zou geven, en daarmee wilde hij proberen van Jack af te komen. Hij zei: "Jack, ik heb geen kleine nap."
Jack zei: "Ik eet net zoveel als jij," en de reus vroeg zich af hoe het mogelijk was dat een klein wezentje net zoveel voedsel kon bevatten als een enorme vent als hij. De tafel was hoog, maar Jack was klein, en toen de reus wegging, kroop Jack onder de tafel. Hij had een regenmantel aan, met daarin een grote zak. Hij nam al het eten en deed het in de zak. Hij kon zich nu niet meer bewegen. Toen de reus terugkwam zei Jack: "Ik zal je wat laten zien wat jij niet kan."
De reus wilde weten wat dat dan was. Jack zei dat hij al het eten weer uit zijn maag kon halen en het op de vloer kon laten vallen. De reus zei: "Als jij dat kan, kan ik het ook." Jack pakte een mes, sneed de zak open en al het eten viel op de grond. De reus zei: "Dat kan ik ook," en hij nam zijn mes en stak zichzelf in het hart. De reus viel dood neer.
En zo trouwde Jack met de dochter van de koning. Ik ging erheen om een stukje taart te vragen, maar ze trapten me het paleis uit.
* * *
Samenvatting
Een Antilliaans sprookje over een kleine maar dappere schooljongen.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Nederlandse Antillen
- Verhaalsoort: sprookje
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Populair
Verder lezen