Iwan de Verschrikkelijke en de metropoliet
Dit is geen verhaal over een held met het zwaard, maar over een held met de geest. De metropoliet Philippus, die in de eerste helft van de 16de eeuw heeft geleefd, blonk reeds als jongeman uit in vroomheid, rechtschapenheid en wijsheid. Hij bereikte een hoge positie in de kerkelijke hiërarchie, niet door zijn afstamming maar door zijn vlijt en toewijding. Hij leefde in een tijd dat moord en doodslag, geweld en achtervolging, kuiperijen en intriges aan de orde van de dag waren. Vorst Wasili had zijn eerste vrouw verstoten, omdat zij hem geen kinderen had geschonken. Zijn tweede vrouw, Helena Glinski, baarde hem wel twee zonen, maar de oudste, Iwan, was slechts drie jaar oud toen zijn vader stierf. Zijn moeder zou regeren tot Iwan meerderjarig werd. Zij heeft dit echter niet meer beleefd, omdat zij vóór die tijd werd vergiftigd.
De jonge Iwan had geen gelukkige jeugd. Wanneer hij bij officiële gelegenheden moest optreden, werd hij van alle kanten bewonderd en bewierookt, maar daarna keek niemand meer naar hem om. Als kind werd hij wel eens gedwongen aanwezig te zijn bij de slemppartijen van de bojaren en dezen gaven hem beslist geen hoge dunk van de menselijke waardigheid.
De voorganger van Philippus, de metropoliet Marcarius, werd als leermeester van de tsaar aangesteld. De jonge tsaar bleek uitstekend te kunnen leren en over een fabelachtig geheugen te beschikken. Vooral de godsdienstleer had zijn bijzondere belangstelling. Met de priester Sylvester werkte hij een tijdlang aan een boek over het leven der heiligen, doch dit werk werd niet voltooid. Alles scheen erop te wijzen dat er uit Iwan een verstandige, vrome en rechtvaardige vorst zou groeien. De werkelijkheid was echter anders... Zijn karakter was niet stabiel en hij was gemakkelijk te beïnvloeden. Hij leende maar al te graag het oor aan kwade influisteringen en zo raakte ook Sylvester in ongenade en werd ontslagen.
Sindsdien vertrouwde Iwan geen enkele priester meer. De bojaren daarenboven verachtte en haatte hij zonder één uitzondering. Misschien kwam dit door wat hij als kind tijdens hun drinkgelagen had meegemaakt.
Op veertigjarige leeftijd werd Iwan opeens ernstig ziek. Geen geneesmiddel mocht hem baten en de hofartsen vreesden voor zijn leven. Intussen twistten de bojaren onder elkaar hoe men zijn laatste wil moest uitleggen. Daarin had Iwan verklaard dat zijn zoon Dimitri hem zou opvolgen. Omdat deze jongen nog een zuigeling was, waren er verschillende bojaren die voor zichzelf het recht opeisten te regeren tot Dimitri meerderjarig was geworden.
De tsaar herstelde weer tegen ieders verwachting in en toen hij van de twisten van de bojaren op de hoogte werd gesteld, groeide zijn haat tegen zijn hovelingen nog meer.
Na een kort verblijf op het platteland keerde Iwan naar Moskou terug en riep de leidende priesters en bojaren in het Kremlin bijeen. Hij maakte hun duidelijk dat voortaan alle "verraders" zonder onderscheid des persoons en zonder rechtskundige bijstand door hem gestraft zouden worden. Het was het begin van zijn absolute macht die later zelfs zou ontaarden in barbaarse tirannie. Op dat moment trad de metropoliet Philippus naar voren en smeekte hem dat dienaren van de kerk tenminste het recht zouden behouden zich te verdedigen wanneer zij veroordeeld zouden worden. Iwan antwoordde hem slechts met een bruut "Njet!"
Spoedig daarop werden de bojaren naar provinciale districten verbannen en op die manier onschadelijk gemaakt. Aangezien zich onder hen ook vele familieleden van de metropoliet bevonden, vroeg deze de tsaar voor hen een uitzondering te willen maken, maar hij kreeg opnieuw hetzelfde antwoord.
Tsaar Iwan richtte de Opritsjnina (de zogenaamde reservetroepen) op, die de taak van de bojaren moest overnemen. Een afdeling van de Opritsjnina was de geheime politie, een willekeurig samenraapsel van ongure individuen die moordend en verkrachtend, brandschattend en plunderend het land onveilig maakten. Gedurende de jaren waarin Iwan nog zou regeren, waren terechtstellingen, deportaties en verbeurdverklaringen dagelijks routinewerk. Aan het einde van zijn leven beroemde de tsaar zich erop dat hij tijdens zijn regeringsperiode niet minder dan 3470 bojaren en hoge ambtenaren - onder wie ook hun vrouwen, kinderen en familieleden - had laten ombrengen. Zijn blinde woede en haat richtte hij niet alleen op bepaalde personen, maar eveneens op hele bevolkingsgroepen. Zo liet hij de stad Novgorod, die hij ervan verdacht met Litouwen tegen hem samen te spannen, plunderen en met de grond gelijk maken. Duizenden inwoners werden terechtgesteld en hun lijken in de rivier de Wolkov geworpen, die daardoor buiten haar oevers trad.
Het relaas van al deze gebeurtenissen vinden wij beschreven in het dagboek van de metropoliet dat hij ijverig bijhield. Hij was wel zo verstandig het altijd goed weg te stoppen, want de geheime politie was al dikwijls in zijn kamer geweest om daar rond te snuffelen. Zij hebben tijdens zijn leven echter nooit iets kunnen vinden. In zijn dagboek staat onder meer te lezen dat tsaar Iwan heel goed begonnen is, maar dat hij later de verkeerde weg op ging. Hij had een karakter vol tegenstrijdigheden. "Een wonderlijk karakter," noemde Philippus het, "omdat de tsaar van het ene uiterste in het andere viel. Soms kon hij vergevensgezind en berouwvol zijn, op andere momenten daarentegen weergaloos wreed en haatdragend. Maar die ogenblikken van berouw duurden helaas nooit lang."
Hij vervolgt: "Toen Iwan 53 jaar oud was en aan het einde van zijn loopbaan gekomen, leek hij wel een menselijk wrak, gekromd door de jicht en gekweld door allerlei kwalen. Het meest leed hij aan artritis en zijn tandvlees was helemaal verrot. Hij was eigenlijk een zielige figuur met wie men medelijden moest hebben, want ik geloof dat de tsaar zijn laatste levensjaren waanzinnig was of door de duivel bezeten - wat weinig verschil maakt! Op een koude novembernacht werd ik bij de tsaar geroepen om hem de biecht af te nemen. Ik spoedde mij naar het Kremlin dat op een flinke afstand van mijn klooster ligt. Het vroor dat het kraakte en de sneeuw lag heel hoog. Ik was blij dat ik er eindelijk was en mocht ook zo naar binnen. Men bracht mij naar het slaapvertrek van de vorst, waar ik hem in zijn hemelbed zag liggen, verlicht door het flakkerende licht van een paar kaarsen. Ik schrok ervan, want zó moe en uitgeteerd had ik hem nog niet gezien. Aan weerszijden van het bed zaten twee oude mannen die hem een verhaal vertelden.
"Neem plaats, eerwaarde!" nodigde de tsaar mij uit, "maar laat deze mannen eerst hun verhaal af vertellen, want ik ben dol op sprookjes en ik laat mij er elke nacht een paar door hen vertellen, anders kan ik niet in slaap vallen."
De twee mannen vertelden ieder op hun beurt het sprookje af, waarna de tsaar bleek te zijn ingesluimerd. Wij verwijderden ons in alle stilte en ik had dus de hele reis voor niets gemaakt! Ik vatte het maar op als een goede versterving."
De metropoliet zou de tsaar nog slechts eenmaal ontmoeten en die ontmoeting werd hem noodlottig. Op een officiële bijeenkomst, die enkele dagen later op het Kremlin plaatsvond, vroeg Iwan aan de metropoliet hem zijn zegen te geven. Toen hij dit weigerde, vatte de tsaar dit op als een persoonlijke belediging. Hij liet Philippus arresteren en nog diezelfde dag werd de metropoliet gewurgd.
Tsaar Iwan stierf in zijn 54ste levensjaar. Hij zou de geschiedenis ingaan met de bijnaam "de Verschrikkelijke." Het volk zelf gaf hem de bijnaam "Groznij," hetgeen men zou kunnen vertalen als: "de Geduchte" of "de Rechtvaardige." Het volk had immers ook gesmeekt dat de tsaar naar Moskou zou terugkeren, nadat hij een tijdlang in Alexan-drov had geresideerd. Het volk rouwde dan ook om hem. Door de rijen van bojaren en geestelijken echter ging een zucht van verlichting.
Hoe Iwan geleden moet hebben, blijkt uit deze regels in zijn testament: "Mijn lichaam is uitgeput, mijn geest lijdt, talrijk zijn de kwetsuren van ziel en lichaam, maar er is geen geneesmiddel om die te genezen. Ik wachtte op iemand die mijn droefenis zou kunnen delen, maar er is niemand verschenen. Men heeft mijn goed vergolden met kwaad, liefde met haat." Met beverige hand ondertekende hij het document met zijn naam en zijn vele titels. Vermoeid sloot hij zijn ogen, terwijl allerlei herinneringen bij hem boven kwamen.
Hij zag zich weer als kind tussen de luidruchtige bojaren zitten. Zij waren altijd dronken en zij wilden hem ook brandewijn laten drinken. Hij vond het zo afschuwelijk dat hij het vocht weer uitspoog. Wat een afschuwelijke jeugd had hij gehad! Hij kon zich zijn vader nauwelijks herinneren en zijn moeder had hij bijna nooit gezien. Aan zijn leermeester, de priester Sylvester, had hij veel steun gehad. Had hij deze later niet laten ombrengen...?
De metropoliet Philippus, altijd op de bres voor de belangen van de geestelijkheid en zijn eigen familie, bleek ook niet te vertrouwen. Waarom had hij zo lang getalmd hem uit de weg te ruimen?
De lange rijen van zijn slachtoffers zag hij voorbijtrekken: goed geklede bojaren in hun pelsmantels en met berenmutsen op, rijke kooplieden, zowel als haveloze boeren, sjofel geklede arbeiders en handwerkslieden. Een eindeloze stoet, op weg naar de gevangenis of het schavot! Zij allen waren schuldig, omdat bij hen eigenbelang ging vóór het belang van de staat. Had hij niet gedroomd van één groot en machtig Rusland dat zijn wil zou kunnen opleggen aan het verdeelde Europa? Maar wat was er van die droom terechtgekomen?
Met een zucht legde hij het testament in een lade en luidde de bel. Een buigende bediende kwam even later binnen en begeleidde de vorst naar het bed. Die nacht stierf de tsaar in zijn slaap. Voor hem was de dood een ware verlossing.
* * *
Samenvatting
Een volksverhaal uit Rusland.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Rusland
- Verhaalsoort: volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 11 minuten
Thema
Populair
Verder lezen