In het hol van de krokodil
Er waren eens een man en een vrouw en die heetten Safea en Talangua. Ze woonden op het eiland Samoa en ze hadden tien zonen en die heetten op het rijtje af, Tien, Negen, Acht, Zeven, Zes, Vijf, Vier, Drie, Twee, en Een. Daarna kregen ze nog een meisje en dat noemden ze Sina.
Eens werd er in een ander dorp een wedstrijd gehouden in speerwerpen en alle elf kinderen van Safea en Talangua deden daaraan mee. Eerst werd er met stokken geworpen in het struikgewas. En Sina's stok vloog verder dan alle andere. Daarna wierpen ze met stokken op het strand. En kijk, ook nu weer gooide Sina haar stok het allerverst. Maar ach, in plaats van op het strand kwam haar stok terecht in het hol van de krokodil.
Sina was haar stok nagelopen en nu vroeg ze vriendelijk aan de krokodil of hij haar alsjeblieft de stok terug wou geven. "Kom hem zelf maar halen, kleine Sina," zei de krokodil. En toen ging Sina het hol binnen om de stok te pakken, maar ze stond er nog niet in... of flap, daar sloten zich de rotsen aaneen en Sina was gevangen!
Haar broertje Tien had haar het hol zien ingaan en nu begon hij buiten te roepen: "Sina, Sina, waar ben je gebleven? Wat heb je toch, Sina. Kom mee in mijn boot, ik ga naar huis."
Sina's stemmetje antwoordde uit het hol: "Ach, Tien, lieve broer Tien, als je thuiskomt zeg dan tegen vader en moeder dat ik gevangen zit in het hol van de krokodil en ik kan er niet meer uit."
Tien ging weg. Maar toen Safea en Talangua hem vroegen: "Waar is Sina?" Toen zei hij: "O, die komt straks in de boot van Negen."
Nu ging Negen naar het hol van de krokodil en ook hij riep: "Sina, Sina, waar ben je gebleven? Wat heb je toch, Sina? Kom mee in mijn boot, ik ga naar huis."
En Sina's stemmetje antwoordde alweer: "Ach, Negen, lieve broer Negen, als je thuiskomt zeg dan tegen vader en moeder dat ik gevangen zit in het hol van de krokodil en ik kan er niet meer uit." Negen ging weg. Maar toen Safea en Talangua hem vroegen: "Waar is Sina?" Toen zei hij: "O, die komt straks in de boot van Acht."
Met de andere broers ging het al niet anders. Maar eindelijk kwam Een aan de beurt. Ook hij riep voor het hol van de krokodil: "Sina, Sina, waar ben je gebleven? Wat heb je toch, Sina? Kom gauw mee in mijn boot, ik ga naar huis." En Sina's stemmetje antwoordde uit het hol: "Ach Een, lieve broer Een, als je thuiskomt zeg dan tegen vader en moeder dat ik gevangen zit in het hol van de krokodil en ik kan er niet meer uit."
Broer Een had die woorden nog niet gehoord, of hij nam een kloek besluit. Vlak voor het hol van de krokodil stond een hoge klapperboom. Daar klom hij in en hij begon hard te schreeuwen: "Loe-li, Loe-li, Loe-li!" Net als een vliegende hond. Tegelijk plukte hij een heleboel kokosnoten en die gooide hij de een na de ander naar beneden. Zó dat ze vlak voor het hol van de krokodil terechtkwamen.
Toen Sina het gekletter van de vallende kokosnoten hoorde, zei ze: "Toe, lieve krokodil, doe de deur eens heel, heel eventjes op een kiertje. Het is hier om te stikken." De krokodil zette de deur op een kier en nu zag Sina al die kokosnoten liggen en ze zei: "Kijk toch eens, lieve krokodil, wat een mooie kokosnoten daar liggen. Toe, laat me ze even oprapen, dan rijg ik er een mooie halsketting van voor jou."
Maar de krokodil bromde: "Hum, hum, waarom dan toch? Ik snap best wat jij van plan bent. Je wilt weglopen."
"O, nee, nee, lieve krokodil," riep Sina, "nee hoor, daar denk ik niet aan. Maar als je daar zo bang voor bent, waarom bind je dan dat eind touw dat daar ligt, niet om mijn been? Dat houd jij dan vast en dan weet je zeker, dat ik niet weg kan lopen." Dat vond de krokodil een goed plan. Hij nam het touw en bond het stevig om Sina's linkerbeentje en toen mocht Sina kokosnoten gaan rapen, zoveel ze maar wou. Maar toen ze eenmaal buiten was, vertrouwde de krokodil het toch niet helemaal. "Hum, hum," riep hij, "Sina, zeg Sina, zal je heus niet weglopen?"
En Sina antwoordde: "O nee, lieve krokodil, daar denk ik niet aan. Toe, wacht nog een poosje voordat je me naar binnen trekt. Ik heb nog lang niet alle kokosnoten opgeraapt." Maar zodra Sina buiten kwam, liet Een zich gauw uit de boom zakken. Hij maakte vlug het touw van Sina's beentje los en bond het om de stam van de boom. Toen nam hij zijn zusje bij de hand, holde met haar naar zijn boot en roeide vlug met haar naar huis. En ondertussen hield de krokodil nog altijd het touw vast. Maar eindelijk verveelde het hem en hij begon eraan te trekken. En hij riep: "Sina, Sina!"
O wonder... nu begonnen alle bladeren van de klapperboom tegelijk te praten. "O-o-o-o-o!" zeiden ze.
"Ja hoor," antwoordde de krokodil, "nu moet je dadelijk binnenkomen, Sina. En zeg, wat zijn dat allemaal voor mensen die ik buiten hoor praten?" Hij dacht, misschien komen die mensen het kind wel weghalen. Maar dat zal niet gebeuren! En meteen trok hij met al zijn krokodillenkracht zó geweldig hard aan het touw dat de hele zware klapperboom omviel. En hij plofte boven op de krokodil en die werd helemaal verpletterd.
Ondertussen waren Sina en Een al veilig thuis. Ze moesten nu alles vertellen over de krokodil en hoe Een zijn zusje had gered.
"Wel, wel," zeiden Safea en Talangua tegen de andere jongens, "dat is me wat moois wat we daar over jullie horen, grote bengels. Nu zien we eens hoe weinig jullie om je kleine zusje geven. Jullie jongste broer is de flinkste van allemaal. En daarom tellen we voortaan niet meer, tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, een, maar precies andersom. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien. Dat zal jullie straf zijn." En sinds die tijd beginnen alle mensen op de hele wereld te tellen bij... één!
* * *
Samenvatting
Een verhaal van het eiland Samoa over het tellen van één tot tien. Een meisje met tien broers gooit haar stok precies in het hol van een krokodil en die neemt haar gevangen. Een voor een vraagt ze haar broers haar ouders te vertellen dat ze gevangen zit. Het gedrag en de namen van de broers verklaren waarom de mensen tegenwoordig van één tot tien tellen en niet andersom.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Samoa
- Verhaalsoort: volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 4 jaar
- Verteltijd: ca. 8 minuten
Feest / viering
Populair
Verder lezen