zondag 17 november 2024

Volksverhalen Almanak


Hoe Hippo zijn haar verloor


Eens, lang geleden, had Hippo het nijlpaard nog haar. Het was een prachtige, donkerbruine vacht, met heel dik, zijdezacht haar. En trots dat hij erop was! Hij paradeerde door het bos en langs de oever van de rivier, zwaaide opschepperig met zijn prachtige, zijdeachtige staart en vond dat de andere dieren hem moesten bewonderen.
Hoe Hippo zijn haar verloor
"Ben ik niet elegant? Hebben jullie ooit zo'n prachtige zijdezachte vacht gezien?" wilde hij weten. De meeste andere dieren moesten niets van die opschepperij hebben. Alleen de apen in de bomen sloofden zich uit om hem gelijk te geven.
"Wat ben je toch mooi, Hippo! Jij hebt de meeste haren van allemaal! Jouw donkerbruine vacht is net zijde, daar kan iedereen aan zien hoe ontzettend belangrijk jij bent!" En ze drapeerden slingers van groene klimplanten over Hippo heen, en zwaaiden door de bomen achter hem aan. Ze gaven hem zo vaak complimentjes, dat hij bijna barstte van trots.
Al snel werd Hippo zo ijdel, dat hij bijna de hele dag bij de vijver bleef. Daar kon hij zijn spiegelbeeld in het water bewonderen. "Kijk dan toch! Kom allemaal eens naar me kijken! Die apen hebben gelijk! Bekijk mijn zachte oren, mijn schitterende staart en mijn volmaakte figuur maar eens goed. En dan heb ik ook nog de dikste vacht van alle dieren, dus ik móet wel de belangrijkste zijn in het bos."
En hij werd zo ijdel dat hij de baas begon te spelen over de andere dieren. De vissen en de watervogels mochten geen rimpeltjes meer maken in het spiegelgladde oppervlak van de vijver als hij zichzelf er vol bewondering in bekeek. De vogels moesten zijn vacht schoonmaken. Haas moest doorns uit zijn voeten halen. Omdat hij de dikste vacht had en dus het belangrijkste dier in het bos was, stond Hippo erop dat hij de sappigste planten kreeg. En als het geregend had, was hij ook de eerste die vers water uit de rivier mocht drinken.
Als een van de dieren ongehoorzaam was, werd hij vreselijk driftig en dreigde hij met de meest afschuwelijke straffen. Na een poosje hadden de andere dieren er schoon genoeg van. Ze hielden een bijeenkomst in het bos, ver weg van Hippo. "Het is onuitstaanbaar!" vonden ze allemaal. "We zijn geen baas meer over onszelf!" - "Weg met Hippo! Weg met Hippo!" riepen ze in koor. "Nee, wacht eens even," zei Haas. Hij ging in de kring staan. "Ik denk dat Hippo er zelf niets aan kan doen. Het komt vast door die prachtige dikke vacht van hem dat hij zich zo onmogelijk gedraagt." - "Nou... ja... dat zou best kunnen... misschien heb je gelijk..." mompelden de andere dieren. "In dat geval," zei Haas, "heb ik een plan. Jullie doen precies wat ik zeg en dan zullen we wel eens zien wat er gebeurt."
De dieren deden inderdaad precies wat Haas had gezegd. Eerst zochten ze zoveel mogelijk droog gras bij elkaar. Dat legden ze op een hoop onder de grote Moelaboom, naast de slaapplaats van Hippo. Olifant stak zijn slurf in de lucht en snoof. Toen hij aankondigde dat het zou gaan onweren, spreidden de dieren al het gras in een dikke laag om Hippo's slaapplaats heen. En toen Hippo wilde weten waar ze mee bezig waren, zeiden ze precies wat Haas hun voorgezegd had.
"O, prachtig schepsel met uw schitterende haren, edelste en belangrijkste Hippo, we maken uw slaapplaats lekker warm, want het wordt winter en we kunnen niet toestaan dat de koude wind uw dikke vacht met die prachtige haren in de war maakt!"
Het onweer kwam dichterbij, de lucht werd zwart en de donder rommelde in de verte. Hippo kroop lekker diep weg in zijn warme nest en de andere dieren renden weg. Ze verstopten zich aan de andere kant van het bos, precies zoals Haas had gezegd. Terwijl zij zich uit de voeten maakten, verstopte Haas zich achter een graspol bij de rivier. Hij wenste uit alle macht dat zijn plan zou lukken en wilde zien wat er ging gebeuren.
Eén. Daar was de eerste bliksemflits. Hij siste door de lucht. Twee. Dat was de tweede flits. Hij verlichtte de donkere nacht. "Kom op, kom op nou," smeekte Haas. "Driemaal is scheepsrecht! Kom op!" En drie. Dat was de drie-maal-is-scheepsrecht-bliksemflits. Hij sloeg in de grote Moelaboom en stuurde een vurige slang langs de takken omlaag, naar de cirkel van droog gras waar Hippo middenin lag. Binnen een paar tellen was het een muur van wilde, knetterende vlammen. En Hippo lag nu helemaal niet meer zo lekker te slapen. Hij rende in paniek heen en weer totdat zijn lange haar ook in brand vloog en hij geen keus meer had. Hij rende zijn slaapplaats uit en - PAAHLLONSSSS! - sprong in de rivier. Haas stond op de oever en staarde naar de kringen in het donkere water. Eerst dacht hij dat ze te ver waren gegaan en dat Hippo - en niet alleen zijn harige vacht - voor altijd was verdwenen. Maar hij had zich geen zorgen hoeven maken. Want toen de regen in dikke druppels begon te vallen, zag Haas iets boven water komen. Het was een paar oren, die vroeger zijdeachtig waren geweest. Ze werden gevolgd door een paar neusgaten, die vroeger harig waren geweest. Met een diepe zucht van opluchting ging hij op weg om de andere dieren te zoeken.
"Het is gelukt!" riep hij toen hij ze had gevonden. "Het is fantastisch goed gelukt! Hippo mankeert niets, maar zijn vacht, de oorzaak van zijn trots en zijn onverdraaglijke gedrag is weg. Voortaan zijn we weer baas over ons eigen leven." En Haas had gelijk. Toen het ochtend was geworden, trok Hippo zijn poten uit de modder van de rivier en liep naar de vijver om eens naar zichzelf te kijken. Hij ontdekte dat hij nu een groot kaal dier was, met alleen wat haartjes in zijn oren. Hij had geen prachtige staart meer, hij had nu een dik, grijs lijf, zonder donkerbruine vacht.
Toen hij dat zag, rende hij naar de rivier. Met een luid MWOEOEOEOEOE, MWOE blies hij alle adem uit zijn longen en liet zich vol schaamte in het water zakken. En daar is hij altijd blijven wonen. Hij komt alleen boven water als hij lucht moet hebben en hij graast alleen 's nachts langs de rand van het bos. En dan liggen alle dieren die hem nog gekend hebben in zijn donkerbruine zijden dagen, lekker te slapen.
*   *   *
Samenvatting
Een Afrikaanse fabel over een ijdel en opschepperig nijlpaard. De andere dieren hebben genoeg van de ijdelheid van het nijlpaard om zijn mooie vacht. Ze maken hem kaal.
Toelichting
Dit verhaal is overgenomen van de website van het Afrika Museum.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen