donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


Het luie meisje uit Argentinië


Er was eens een jong meisje dat heel lui was. Haar moeder wist niet hoe ze het meisje van haar luiheid kon genezen, en toen hoorde ze eens over een koning die luiheid zo erg haatte dat hij in zijn rijk alle luiaards liet doden. Toen zette de vrouw haar dochter op een ezel en stuurde haar weg, opdat zij bij de koning gebracht zou worden.
Toen het meisje hoorde waarheen zij onderweg was, begon zij te huilen en de mensen vroegen waarom zij huilde. Toen zei de moeder: "Het is alleen omdat zij thuis niet wil werken."
Het kwam de koning ter ore waarom zij thuis was weggejaagd en hij stuurde boden naar haar en liet haar naar zijn paleis halen. En hij toonde haar een kamer die van onder tot boven vol lag met katoen. En de koning zei tegen het meisje dat zij tot aan de volgende dag deze katoen moest spinnen en hij liet haar in die kamer opgesloten achter.
Bedroefd dacht het meisje na, wat moest ze doen? Toen hoorde zij een stem: "Petekind, wil je dat ik je help de katoen te spinnen?" - "Ja, dat zou ik graag willen, peettante." - "Dan hoef je niets anders te doen dan te gaan liggen slapen; ik zal intussen het werk doen." Toen ging het luie meisje liggen en toen zij sliep deed haar peettante het werk.
De volgende ochtend kwam de koning kijken hoeveel zij had gewerkt, en hij vond alles klaar. Toen liet de koning haar eten brengen en beval haar te gaan slapen, want hij dacht dat zij de hele nacht doorgewerkt had.
De volgende nacht bracht men het meisje weer naar een kamer, helemaal vol met katoen, met de opdracht alles te spinnen, en de koning sloot haar daar zelf op, net als de vorige nacht. En toen alles donker was, klonk er een stem die zei: "Petekind, wil je dat ik je bij het spinnen help?" - "Ja, dat zou ik graag willen." - "Nu, ga dan maar liggen slapen, dan zal ik beginnen te spinnen." Omstreeks middernacht was al het werk al gedaan en de peettante maakte dat zij weg kwam.
De volgende ochtend kwam de koning weer en vond al het werk klaar. Toen zei de koning: "Eindelijk eens een ijverige vrouw! Die zou precies de goede echtgenote voor mijn zoons zijn." En de koning liet haar wederom eten brengen, en daar hij dacht dat zij erg moe moest zijn en het de hele nacht zonder slaap had moeten stellen, beval hij haar te gaan slapen. Het luie meisje liet zich dat geen twee keer zeggen en sliep de hele dag door.
's Avonds kwam de koning weer en zei tegen het luie meisje: "Vannacht moet je de katoen niet alleen spinnen, maar ook de hele draad opspoelen."
Toen het donker was geworden, verscheen weer een peettante en zei door het raam: "Petekind, wil je dat ik je help bij het spinnen en het opspoelen van de draad?" - "Ja, dat zou ik graag willen." - "Nu, ga dan maar liggen! Dan zal ik voor je aan het werk gaan." Zo ging het luie meisje slapen en de peettante ging aan het werk. Bij het ochtendkrieken wekte zij het meisje om het werk aan haar over te geven en ze zei: "Laat je niet weerhouden; je zult met een zoon van de koning trouwen. Wij zijn drie zusters en wij komen op je bruiloft. Je zult ons niet herkennen, maar wij zullen in de gedaante komen waarin we ons vertonen."
Toen de koning zag dat al het werk gedaan was, zei hij tegen haar dat zij met een van zijn zoons zou trouwen en dat de bruiloft de volgende dag al zou plaatsvinden. Toen zij de volgende dag de kerk betraden om te trouwen, zaten daar drie oude vrouwen, de een nog verwilderder en mismaakter dan de andere. Maar de bruid liet de drie oude vrouwen aan tafel nodigen en zei tegen haar metgezellen dat het haar drie beste vriendinnen waren.
De bruidegom kon zijn ogen niet van de drie afhouden, want hij was verbaasd zulke lelijke vrouwen te zien. En eindelijk vroeg hij hun hoe het kwam dat zij zo mismaakt waren. De eerste antwoordde dat haar lippen door het bevochtigen bij het spinnen zo waren uitgezet, dat ze bijna op haar borst hingen. De tweede zei dat haar voet door het vele spinnen bijna een olifantspoot was geworden en de derde zei dat haar vinger door het spinnen zo breed als een eendepoot was geworden.
Toen de koningszoon zag hoe lelijk de oude vrouwen waren geworden, zei hij tegen zijn jonge vrouw: "Lieveling, je mag in geen geval ook maar het geringste werk doen, want ik zou niet graag zien dat je zo mismaakt wordt als je drie vriendinnen hier!" En zo hoefde het luie meisje helemaal nooit meer te werken en ze werd nog luier dan zij ooit was geweest.
En de drie peettantes waren de beschermengelen van de luiaards, die haar gered hadden omdat zij altijd heel vroom was geweest.
*   *   *
Samenvatting
Een Zuid-Amerikaans sprookje over hulp bij opdrachten. Een lui meisje moet van de koning een hele kamer vol katoen spinnen. Drie zusters schieten haar te hulp zodat ze niet hoeft te werken. De koning denkt echter dat ze heel vlijtig is en laat zijn zoon met haar trouwen. Maar door een gelukkig toeval, verbiedt de koningszoon zijn vrouw ooit nog te werken.
Toelichting
Dit is een Argentijnse versie van het door de gebroeders Grimm opgetekende sprookje De drie spinsters. We vinden het ook bij P. Chr. Asbjørnsen en Jørgen Moe, die het in de 19e eeuw in Noorwegen optekenden: De drie moeien. Een ander verwant verhaal is Repelsteeltje, waarin een jong meisje ook hulp krijgt bij het spinnen.
Afkomstig uit: Susana Chertudi, Cuentos Folklóricos de la Argentina, Buenos Aires, 1960, deel I, blz. 132.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen