Het leven van Mohammed
Vrede zij met hem en diegene die Zijn naam noemt
Mohammed werd geboren rond 570 na Christus, te Mekka, de hoofdstad van het Arabische schiereiland. De Arabische maatschappij bestond uit een aantal stammen, waarvan de meeste een nomadenbestaan leidden. Mohammed behoorde tot de dominante stam, Quraisj, die zich gespecialiseerd had in de handel. Zijn vader, een koopman, stierf nog voor zijn geboorte, en op zesjarige leeftijd verloor hij zijn moeder, zodat hij opgevoed werd door zijn oom, eveneens een koopman, en zijn grootvader, een man die bekendstond om zijn vroomheid.
In het centrum van Mekka stond een grote heilige omheining - de Grote Moskee - en in het midden van deze omheining stond een kubusvormige tempel, de Kaçba. Van over het hele schiereiland kwamen vele Arabieren tijdens hun jaarlijkse pelgrimstocht naar de Kaçba. Sommige Arabieren, zoals de grootvader van Mohammed, waren overtuigd monotheïstisch en geloofden in een enkele God, die ze Allah noemden. Ze geloofden dat Abraham, de stichter van het judaïsme, en zijn zoon Ismaçl de Kaçba hadden gebouwd, op de plaats waar Adam, de eerste mens, het eerste huis had gebouwd. Maar de meeste Arabieren geloofden in allerlei goddelijke wezens; en de Kaçba stond vol heilige beelden die deze wezens moesten voorstellen.
Al op vroege leeftijd nam Mohammed het monotheïsme van zijn grootvader over. Terwijl hij opgroeide, werkte Mohammed eerst als herdersjongen. Daarna nam een rijke weduwe, Chadidja, hem in dienst als koopman en stuurde ze hem als leider van een karavaan met producten naar Jeruzalem. Deze tocht bracht hem rechtstreeks in contact met allerlei christenen en joden, en maakte een diepe spirituele indruk op hem. Terug in Mekka bood Chadidja zich aan als bruid, en hoewel hij pas vijfentwintig was, en zij veertig, accepteerde hij haar. Ze hadden een gelukkig huwelijk en kregen zes kinderen.
Zijn huwelijk gaf Mohammed de financiële zekerheid zodat hij meer tijd kon besteden aan gebed en meditatie; en vaak trok hij er alleen op uit, doorgaans voor verscheidene dagen en nachten, naar de bergen in de buurt van Mekka, om dichter bij God te kunnen zijn. Op een dag, in het jaar 610, toonde een spirituele verschijning, die hij identificeerde als de engel Gabriël, enkele woorden met het bevel ze op te zeggen. Daarop beval Gabriël hem de woorden uit het hoofd te leren, en ze op te zeggen voor de anderen. Dit waren de eerste zinnen van het boek dat bekend werd als de koran - dat 'voordracht' of 'opzeggen' betekent. Daarna duurde het twee jaar voor de volgende openbaringen kwamen, die Mohammed de volgende tweeëntwintig jaar op regelmatige tijdstippen kreeg.
In het begin sprak Mohammed over deze openbaringen alleen met wie erin geïnteresseerd was; en zijn echtgenote Chadidja en zijn neef Ali waren de eersten die in de authenticiteit ervan geloofden. Daarna kreeg hij de opdracht van God om in het openbaar te spreken. Vele mannen en vrouwen uit het volk waren onder de indruk en werden moslim, wat betekent 'hij die zich onderwerpt aan God'. Maar de religieuze leiders van Quraisj vreesden dat de ideeën van Mohammed een bedreiging waren voor hun eigen positie, en ondernamen verscheidene pogingen hem te laten vermoorden. Ze probeerden ook de bestaansmiddelen van de moslims te vernietigen.
Op een bepaald moment vluchtte een grote groep moslims naar Ethiopië, waar de christelijke vorst hun bescherming bood. Ten noorden van Mekka lag de kleinere stad Medina, met een bevolking die bestond uit twee Arabische stammen, die eeuwig met elkaar in conflict waren, en een joodse gemeenschap. In 622 kwamen de leiders van de twee stammen bij elkaar en nodigden Mohammed uit hun leider en rechter te zijn. Daarop droeg Mohammed alle moslims in Mekka op in het geheim naar Medina te vluchten; en hij volgde hen. Mohammed stelde een charter op voor Medina, waarin hij aan iedereen het recht gaf te leven in vrijheid, het recht om de eigen gebruiken en religie te behouden, zonder angst voor vervolging of onrechtvaardige behandeling; de enige algemene verplichting was elkaar te beschermen tegen elke vijand. Het charter werd aanvaard, en voor de eerste keer in vele jaren was er vrede in Medina. Een groot deel van de bevolking van Medina bekeerde zich tot de islam; en met hun steun besliste Mohammed een oorlog te organiseren tegen zijn eigen, oude stam. Hij gebruikte het charter ook om vele niet-moslims te overtuigen hem te vergezellen, met als argument dat de Quraisj-leiders zijn vijanden waren. Hij begon met het aanvallen van karavanen uit Mekka, om de economie van Quraisj te destabiliseren. Daarop stuurden Quraisj een groot leger op hem af, dat hij versloeg. Quraisj vormden een nieuw leger om Medina te bezetten, dat Mohammed wist te verslaan door een list, namelijk door de Quraisj-leider te laten geloven dat zijn troepen onderling verdeeld waren. Na verscheidene gevechten en schermutselingen leidde Mohammed zijn troepen naar Mekka zelf. Ondertussen was zijn reputatie al zo hoog dat hij geen enkele weerstand ondervond, en hij de stad zonder bloedvergieten kon intreden. Mohammed reed meteen naar de kaçba, waar hij alle heiligenbeelden vernielde - behalve een schilderij waarop Jezus en Maria waren afgebeeld.
Tegenover zijn vroegere vijanden stelde hij zich milder op, en vergaf alle Quraisj-leiders op voorwaarde dat ze hem trouw zwoeren. Dan richtte hij zijn aandacht op de andere Arabische stammen. Hoewel sommigen ontstemd waren over zijn vernielingen in de kaçba - ze hadden het met hun eigen ogen gezien - konden ze niet tegen zijn leger op, dat veruit het grootste was dat Arabië ooit had gehad. Binnen de kortste keren was praktisch het hele Arabische schiereiland onder de controle van Mohammed; en stam na stam besloot dat Allah veel machtiger was dan hun eigen oude goden. Chadidja was gestorven in 619, voor de migratie naar Medina. Hoewel polygamie een wijdverbreide praktijk was in Arabië, had Mohammed monogaam met haar samengeleefd. Toch kreeg hij in de jaren na haar dood nog twaalf vrouwen. De meesten van hen waren volwassen weduwen met wie hij geen seksuele relaties had; door in hun onderhoud te voorzien vervulde hij de belangrijkste sociale bedoeling van polygamie. Onder deze vrouwen waren er twee joods, en één christen. Hij verwachtte van zijn echtgenotes dat ze zijn levensstijl zouden delen, die extreem ascetisch was. Hij at weinig, en zijn maaltijden waren steeds eenvoudig; hij leefde in lemen hutten, sliep op de grond, droeg oude kleren, en naaide er telkens weer lapjes op als ze versleten waren. Hij beschouwde alle materiële dingen als een lening van God; dus zodra hij iets kreeg dat hij niet meteen nodig had, gaf hij het aan de armen. Bovendien was hij nederig; hij eiste geen speciale behandeling en deelde de huishoudelijke taken met zijn vrouwen en de algemene taken met zijn volgelingen. Mohammeds overwinning op Mekka vond plaats in 630. Kort daarop werd hij ziek; en terwijl zijn leer zich over heel Arabië verspreidde, werd zijn lichaam met de dag zwakker. Hij stierf in Medina in 632, 63 jaar oud.
* * *
Samenvatting
Een beknopte levensbeschrijving van de profeet Mohammed, de grondlegger van het islamitische geloof.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Verhaalsoort: biografisch-verhaal, islamitisch-verhaal, religieus verhaal, informatief artikel
- Religie: islam
- Leeftijd: vanaf 11 jaar
- Verteltijd: ca. 8 minuten
Thema
Feest / viering
Bron
Dit artikel is overgenomen uit de bijlage van het boek "De islam en de westerse wereld in conflict" door Robert van de Weyer. Zuid-Nederlandse Uitgeverij N.V., Aartselaar, België, MMIII. Nederlandse vertaling: Katrien Bruylan. ISBN: 90-438-0871-7
Populair
Verder lezen