zaterdag 21 december 2024

Volksverhalen Almanak


Het kind dat tegelijk met de peren werd verkocht


Eens had een man een perenboom die hem vier korven peren per jaar opleverde. Maar één jaar gebeurde het, dat hij er slechts drieëneenhalf van maakte, en hij moest er vier naar de koning brengen. Daar hij niet wist hoe de vierde korf vol te krijgen, stopte hij er zijn kleinste dochtertje in en vervolgens dekte hij haar toe met peren en bladeren.
De korven werden naar de voorraadkamer van de koning gebracht en het kindje rolde er samen met de peren uit en verstopte zich. Het was daar nu in die voorraadkamer en daar het niets anders te eten had, knabbelde het van de peren. Na een tijdje bemerkten de bedienden dat de voorraad peren verminderde en zij vonden ook de klokhuizen. Zij zeiden: "Er moet een muis of een mol zijn die de peren oppeuzelt: wij moeten eens goed kijken," en toen zij in het stro grabbelden, vonden zij het kindje.
Zij spraken er tegen: "Wat doe jij hier? Kom maar met ons mee en dan help jij in de keuken van de koning." Zij noemden haar Peertje en Peertje was zo'n flink kindje, dat zij in korte tijd beter wist te werken dan de dienstmeisjes van de koning, en zij was zo lief, dat iedereen haar graag mocht. Ook de zoon van de koning, die haar leeftijd had, was altijd samen met Peertje en zij gingen veel van elkaar houden.
Terwijl het meisje in jaren toenam, nam ook de afgunst van de dienstboden toe. Die hielden een tijdje hun mond, maar vervolgens gingen zij een poging doen om haar kwaad te berokkenen. Zo gingen zij vertellen dat Peertje opgeschept had, dat zij de schat van de heksen wilde pakken. Het gerucht bereikte de oren van de koning, die haar bij zich riep en tegen haar zei: "Is het waar dat jij beweerd hebt, dat jij de schat van de heksen wilt pakken?"
Peertje antwoordde: "Dat is niet waar, Heilige Kroon: ik weet van niets."
Maar de koning hield vol: "Jij hebt het gezegd en dan moet jij je woord houden," en hij joeg haar het paleis uit, om die schat te halen.
En Peertje maar lopen, en de avond viel. Zij ontmoette een appelboom en hield niet stil. Zij ontmoette een perzikboom en hield weer niet stil. Zij ontmoette een perenboom, klauterde tussen de takken en sliep in.
's Morgens stond er aan de voet van de boom een lief oud vrouwtje. "Wat voer jij daar in de hoogte uit?" vroeg het oudje haar.
En Peertje vertelde de moeilijkheid waarin zij zich bevond. Het vrouwtje zei tegen haar: "Hier, neem deze drie pond reuzel, en drie pond brood en drie pond negerkoren en loop steeds door."
Peertje bedankte haar hartelijk en vervolgde haar weg. Zij kwam bij een plaats, waar een oven was. En daar waren drie vrouwen die hun haren uittrokken en met de haren veegden zij de oven aan. Peertje gaf hun de drie pond negerkoren en de vrouwen gingen daar de oven mee aanvegen en lieten haar door.
En Peertje weer aan het lopen en zij kwam op een plek, waar drie buldoggen waren, die blaften en de mensen aanvielen. Peertje gooide hun de drie pond brood toe en zij lieten haar passeren.
En Peertje weer lopen en zij kwam bij een rivier met rood water, dat bloed leek en zij wist niet, hoe zij daar moest oversteken. Maar het oudje had haar gezegd, wat zij zeggen moest:
"Mooi watertje, zeg, weet je?
Als ik mij niet reppen moest,
dan dronk ik graag 'n beetje."
Bij die woorden trok het water zich terug en liet haar doorgaan. Aan de overkant van die rivier zag Peertje een van de mooiste en grootste paleizen die er op de wereld waren. Maar de deur ging zo snel open en weer dicht, dat niemand er door naar binnen kon. Toen smeerde Peertje met de drie pond reuzel de scharnieren en de deur ging nu langzaam open en dicht.
Binnengekomen in het paleis, zag Peertje het kistje met de schat op een tafeltje. Zij nam dat en wilde teruggaan, toen het kistje begon te spreken. "Deur, maak haar dood. Vermoord haar, deur!" zei het kistje. En de deur antwoordde: "Nee, dat doe ik niet, want ik was al in zo lang niet gesmeerd en dat heeft zij gedaan!"
Peertje kwam aan de rivier en het kistje zei: "Rivier, verzwelg haar! Laat haar verdrinken, rivier!" En de rivier antwoordde: "Nee, dat doe ik niet, want zij heeft mij 'mooi watertje' genoemd."
Zij kwam bij de honden, en het kistje zei: "Honden, eet haar op! Verslind haar, honden!" En de honden: "Nee dat doen wij niet, want zij gaf ons drie pond brood." Vervolgens kwam zij langs de oven. "Oven, verbrand haar! Laat haar branden, oven!" En de vrouwen zeiden: "Nee, dat doen wij niet, want zij heeft ons drie pond negerkoren gegeven en zo konden wij onze haren sparen."
Toen Peertje bijna bij huis was, wilde zij, nieuwsgierig als alle meisjes zijn, zien wat er in het kistje zat. Zij deed het open en er glipte een kip met gouden kuikentjes uit. Die trippelden zo vlug weg, dat ze niet meer in te halen waren. Peertje holde ze achterna. Zij kwam langs de appelboom en vond ze niet; zij kwam langs de perzikboom en ook daar vond zij ze niet; zij kwam langs de perenboom en daar was het lieve oude vrouwtje met een stokje in de hand, dat de kip met de gouden kuikentjes hoedde. "Sjòh, sjòh," riep het oudje en de kip met de gouden kuikentjes ging het kistje weer in.
Toen zij weer naar huis ging, kwam de zoon van de koning haar tegemoet, die zei: "Als mijn vader je vragen zal, wat jij als beloning wilt hebben, zeg dan: die kist vol kolen die in de kelder staat."
Op de drempel van het koninklijk paleis stonden het personeel, de koning en iedereen van de hofhouding en Peertje gaf aan de koning de kip met de gouden kuikentjes. "Vraag wat je wilt," zei de koning, "en ik zal het je geven." En Peertje antwoordde: "De kist met kolen die in de kelder staat." Ze gaven haar de kist met kolen. Zij maakte die open en daar sprong de zoon van de koning uit, die er zich in verborgen had. De koning kon niets anders doen dan goed te vinden dat de twee met elkaar trouwden.
*   *   *
Samenvatting
Een Italiaans volkssprookje à la Vrouw Holle. Wanneer een man niet genoeg peren voor de koning heeft, vult hij één mand met zijn dochtertje. Ze wordt al snel ontdekt en op het paleis noemt men haar 'Peertje'. Op een dag moet het meisje de schat van de heksen gaan halen. Eenmaal op pad komt ze een oud vrouwtje tegen dat haar behulpzaam is met raad voor onderweg.
Toelichting
In dit sprookje speelt de oude fee de rol die vaak terug te vinden is in Europese sprookjes. Andere voorbeelden van dit type zijn: Grootmoedertje Eeuwiggroen en Vrouw Holle.
Trefwoorden
Basisinformatie
Bron
"Italiaanse volkssprookjes" door Italo Calvino. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1969. ISBN: 90-274-0944-7
Populair
Verder lezen