donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


Het jongetje dat de Gekruisigde eten gaf


Een Godvrezende boer vond op een dag op zijn akker een vondelingetje. "Arm onschuldig schepseltje," zei hij, "welke barbaarse ziel heeft jou hier aan je lot overgelaten? Wees maar niet bang: ik neem jou met me mee en ik zal je grootbrengen." Van die dag af ging alles hem voor de wind. De gewassen waren vol vruchten, het graan groeide dat het een lieve lust was, de wijngaard gaf goede oogsten; kortom, de boer was nog nooit zo fortuinlijk geweest.
Het kindje groeide op en hoe meer het groeide, des te flinker jongen werd het, maar door dat leven in die verlaten streek had het nog nooit een kerk of een heiligenbeeld gezien en wist niets af van Onze Lieve Heer of de heiligen. Op zekere dag moest de boer naar Catania. "Ga jij met me mee?" vroeg hij aan de jongen. "Zoals u wilt, baas," antwoordde de jongen en ging met de boer naar de stad.
Toen zij bij de dom gekomen waren, zei de boer: "Ik heb nu mijn boodschappen te doen. Jij gaat maar de kerk binnen en wacht daar tot ik klaar ben." De jongen stapte de dom binnen en zag de met goud bestikte gewaden, de kostbare kleden op het altaar, de bloemen, de kaarsen en stond met open mond, omdat hij zoiets nog nooit gezien had. Stap voor stap naderde hij het hoofdaltaar en zag de Gekruisigde. Hij knielde op de altaartreden en richtte zich tot het crucifix: "Beste vriend, waarom hebben ze U aan dat hout genageld? Hebt U iets verkeerds gedaan?" En de Gekruisigde knikte ja. "Och, arme kerel, dat moet U niet meer doen, U ziet, hoe U nu moet lijden!" En de Christus knikte opnieuw.
Zo ging dat een tijdje door, dat de jongen tegen de Gekruisigde sprak, tot de plechtigheid afgelopen was. De koster wilde de kerkdeur sluiten, maar hij zag dat boerenjongetje dat geknield lag voor het hoofdaltaar. "Heila daar! Sta eens op, het is tijd om de kerk uit te gaan!" - "Nee," antwoordde de jongen, "ik blijf hier, anders blijft die arme stakker helemaal alleen. Eerst hebben jullie hem aan het hout genageld en nu laten jullie hem aan zijn lot over! Is het niet waar, beste vriend; vindt U het prettig, dat ik hier blijf?" En Jezus knikte weer ja.
Toen de koster de jongen tegen Jezus Christus hoorde praten en zag, dat de Heer hem antwoord gaf, holde de koster vol schrik naar de pastoor en vertelde hem alles. De pastoor zei: "Dat is dan zeker een heilige ziel. Laat hem maar in de kerk en breng hem een bord macaroni en wat wijn."
Toen de koster de macaroni en wijn bracht, zei de jongen: "Zet alles maar hier neer, ik ga dadelijk eten." Vervolgens richtte hij zich tot de Gekruisigde en zei: "Goede vriend, U zult wel honger hebben, wie weet hoe lang U al niet gegeten hebt. Neem maar wat van de macaroni!" Hij nam het bord, klom het altaar op en begon de Christus met een vork happen macaroni toe te reiken. En de Heer opende zijn mond en ging macaroni eten. Daarna zei de jongen: "Beste, hebt U geen dorst? Drink maar wat van mijn wijn!" en hij bracht een glas met wijn aan de mond van de Gekruisigde. Deze stak zijn lippen vooruit en dronk. Maar toen de jongen zijn eten en drinken met de Heer had gedeeld, viel hij dood neer en zijn ziel vloog naar de Hemel en loofde God.
De pastoor zat achter het altaar verborgen en zag alles. Zo zag hij dat de jongen, na het eten en drinken met de Gekruisigde gedeeld te hebben, de armen kruiste en dat zijn ziel zich losmaakte van het lichaam en zingende ten hemel steeg. De pastoor snelde naar het lichaam van de jongen toe, dat uitgestrekt lag voor het altaar: de jongen was dood.
Dadelijk liet de pastoor in de gehele stad bekend maken dat er in de dom een heilige was, en hij liet hem in een gouden kist leggen. Het volk kwam van overal uit de stad toestromen en knielde rondom de kist. Ook de boer kwam en herkende in het kleine lichaam in de gouden kist zijn pleegzoon en hij zei: "Heer, U hebt hem mij gegeven en U hebt hem mij genomen en U hebt er een heilige van gemaakt!"
Daarna keerde hij naar huis terug en alles wat hij ondernam gelukte hem, zodat hij rijk werd. Maar met het geld dat hij verdiende, betrachtte hij de liefdadigheid voor de armen en hij leidde een heilig leven, en toen hij stierf won hij de hemel, zoals aan ons allen ten deel moge vallen.
*   *   *
Samenvatting
Een Siciliaanse legende over hoe een vondeling een heilige werd. Een boer vindt een vondeling en voedt hem op als zijn eigen zoon. Meteen gaat alles goed en op een dag gaan ze samen naar de stad. De jongen heeft nog nooit iets over het geloof gehoord, maar komt in een kerk en voert een gesprek met Jezus die aan het kruis hangt. De jongen deelt zijn voedsel, waarna hij sterft en in de hemel wordt opgenomen en een heilige wordt.
Toelichting
Afkomstig uit Sicilië. Vergelijk met De naïeve jongen uit Libanon.
Trefwoorden
Basisinformatie
Feest / viering
Populair
Verder lezen