Floortje het bomenmeisje
De boeren in Huizen waren erfgooiers. Ze hadden in de dertiende eeuw van Graaf Floris V het land in eigen beheer gekregen en daar waren ze trots op. De vader van het bomenmeisje had zijn dochter naar deze Graaf genoemd, ze heette Floortje. Ze was van jongs af aan een herderinnetje. Een aantal boeren vertrouwde haar hun schapen toe, waarmee ze samen met de honden Bas en Cas over de hei trok. Wegen waren er niet, ze wandelde over zandpaden, zandsporen.
Ze kreeg een idee: "Als ik nu bij de Eukenberg veel eikeltjes, die in het najaar voor het oprapen liggen, in de grond stop, en bij Trappenberg veel beukennootjes, misschien komt er dan wel bos." Ze raapte ontzettend veel eikels en beukennootjes op en stopte die in de grond.
Toen ze oud geworden was stonden er bij de Eukenberg al heel wat tamelijk hoge eiken, en bij de Trappenberg groeiden beuken, niet zo hoog als nu, maar toch aanzienlijk. In de loop van de tijd deden wind en regen er het hunne toe in de gedurig wisselende seizoenen. De eikels en de beukennootjes hoefde niet meer geplant, ze vielen af en er ontkiemden er genoeg om het bos in stand te houden.
* * *
Samenvatting
Een sage uit Huizen over het aanplanten van een bos.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Noord-Holland, Nederland
- Verhaalsoort: sage
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 1 minuut
Populair
Verder lezen