donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


Een timmerman, zijn vrouw en keizer Ahorn


Niet alleen de mensen hebben hun koning en hun keizer, maar ook de bomen en de bergen. En hun heerser regeerde goed en rechtvaardig, rechtvaardiger dan veel mensenheersers. Dat ondervonden eens een timmerman en zijn vrouw. Ze bezaten niets anders op de wereld dan een dak boven hun hoofd en hun beide handen, waar ze in het zweet des aanschijns hun brood mee moesten verdienen. De man hanteerde de hele dag de bijl, want hij had hout nodig voor zijn timmerwerk, de vrouw zorgde voor het huishouden en de tuin en ze waren gelukkig, hoewel ze zo arm waren als de mieren.
Op een dag gebeurde het dat de timmerman een speciaal stuk hout nodig had en het bos in moest. Zijn vrouw ging met hem mee om wat paddenstoelen te zoeken. Het was prachtig in het bos, de bomen ruisten, het beekje kabbelde door het struikgewas, het mos glinsterde van de dauw en overal stonden paddenstoelen. De timmermansvrouw had haar hele mand al vol paddenstoelen, maar de timmerman had nog steeds niet gevonden wat hij nodig had.
Rond het middaguur waren ze diep in het bos en daar vond de timmerman wat hij nodig had. Tegen een steile helling groeide een grote ahornboom, recht als een kaars. Zijn top verdween in de wolken en zijn kruin leek wel van goud, net als de kroon van een keizer!
"Dat is net wat ik zoek," zei de timmerman vrolijk. Hij nam de bijl van zijn schouder om de ahorn om te hakken. Maar zover kwam hij niet, want de ahorn begon plotseling te ruisen, alsof er een enorme wind stond en met een mensenstem sprak hij: "Laat me met rust, beste man, dan zal ik je belonen!"
De timmerman schrok; hij had nog nooit meegemaakt dat een boom net als een mens kon spreken. Hij liet dadelijk de bijl vallen en vroeg: "Hoe wil je me dan belonen?"
De ahorn ruiste voor de tweede maal, schudde zijn gouden kruin en sprak: "Kijk maar eens tussen mijn wortels, dan zul je het zien. Wat je daar vindt mag je hebben. Gebruik het goed, maar kom nooit meer terug."
De timmerman haalde de bladeren tussen zijn wortels weg en gaf een schreeuw van vreugde: "Kijk eens, vrouw!"
Onder de bladeren lag een kist vol goudstukken. De timmerman en zijn vrouw groeven de kist uit de grond, namen de goudstukken mee naar huis en in één klap waren ze de rijkste mensen van het dorp. Ze konden een mooi landgoed laten bouwen en ze kochten land en vee en namen knechten in dienst en ze hoefden niet meer in het zweet des aanschijns hun brood te verdienen.
Maar dat was nog niet alles. Kort daarna stierf de burgemeester van het dorp en de dorpsbewoners kwamen bij elkaar om een nieuwe burgemeester te kiezen. Ze beraadslaagden lange tijd en tenslotte werden ze het er over eens, dat het de timmerman moest worden. Hij was de rijkste en geld regeert tenslotte de wereld. Zo werd de timmerman binnen een week burgemeester. De vrouw van de timmerman kreeg het hoog in haar hoofd. Ze werd verwaand en liep met opgeheven hoofd door het dorp en al gauw wilde ze meer zijn dan alleen maar de vrouw van de burgemeester.
"Man," zei ze op een dag, "neem de bijl en ga naar de ahorn in het bos. Hij moet ons nog eens een kist goudstukken geven, maar dan een grotere. Ik wil niet een gewone burgemeestersvrouw zijn."
De burgemeester kon er niets tegen in brengen. Hij nam de bijl, verstopte hem onder zijn pelsjas en liep de bekende weg door het bos. Toen hij bij de ahorn met de gouden kruin kwam, ging hij ervoor staan en deed hij alsof hij de boom om wilde hakken. Zover kwam het echter niet, want de ahorn begon te ruisen, alsof de wind opstak en hij sprak: "Laat me met rust, je hebt toch genoeg gehad?"
Maar de burgemeester zei: "Dat heb ik niet."
"Wat wil je dan nu nog?"
En de burgemeester zei: "Geld! Mijn vrouw wil niet langer een gewone burgemeestersvrouw zijn en ik wil ook iets beters."
En toen begon de ahorn harder te ruisen, tot er uit zijn gouden kruin allemaal gouden bladeren op de grond vielen en hij zei: "Goed, kijk maar tussen mijn wortels en wat je daar vindt is van jou. Gebruik het goed, maar kom hier niet meer terug."
De burgemeester haalde de bladeren tussen de wortels weg en vond weer een kist met goudstukken. Hij was tweemaal zo groot als de eerste en toen hij er mee thuiskwam, was hij in één klap de rijkste man van de hele streek. Ze kochten een prachtig huis in de stad en namen huispersoneel aan. Ze dachten nooit meer aan de tijd, dat ze in het zweet des aanschijns hun brood moesten verdienen.
Maar dat was lang niet alles. Het duurde niet lang, of de rechter van de stad stierf en de burgers kwamen bij elkaar om een nieuwe rechter te kiezen. Ze beraadslaagden lange tijd en uiteindelijk waren ze het er over eens, dat de voormalige timmerman het moest worden, want hij was de rijkste en geld regeert tenslotte de wereld.
Zo was de timmerman in een maand tijd rechter geworden.
De timmermansvrouw werd nog hoogmoediger en liep met opgeheven hoofd door de stad en het duurde niet lang, of ze was niet meer tevreden om alleen maar de vrouw van de rechter te zijn.
"Man," zei ze op een dag, "neem de bijl en ga naar de ahorn in het bos. Hij moet ons nog een kist goudstukken geven, maar dan een grotere. Ik wil niet alleen maar de vrouw van een rechter zijn."
De rechter had daar niets tegen in te brengen. Hij nam de bijl, verstopte hem onder zijn dure jas en liep de bekende weg door het bos. Toen hij bij de ahorn met de gouden kruin kwam nam hij zijn bijl en deed alsof hij de boom wilde omhakken. Maar zover kwam hij niet, want de ahorn begon te ruisen, alsof er een storm door zijn kruin joeg en hij sprak: "Laat me met rust, man, je hebt toch genoeg gehad?"
Maar de rechter zei: "Dat heb ik niet."
De ahorn begon nog harder te ruisen: "Wat wil je dan nu nog?"
En de rechter antwoordde: "Geld! Mijn vrouw wil niet alleen maar de vrouw van een rechter zijn en ik wil ook iets beters."
Toen ruiste de ahorn, tot er uit zijn kruin gouden bladeren naar beneden vielen en hij zei: "Goed, kijk tussen mijn wortels en wat je daar vindt, is van jou. Gebruik het goed, maar kom hier nooit meer terug!"
De rechter vond tussen de wortels een derde kist met goudstukken. Hij was tweemaal zo groot als de vorige, en toen hij er mee thuiskwam, was hij in één klap de rijkste man van het hele keizerrijk. Ze lieten in de hoofdstad een prachtig huis bouwen, kochten een nieuwe koets met zes paarden en namen lakeien in dienst en ze dachten helemaal niet meer aan de tijd, dat ze in het zweet des aanschijns hun brood moesten verdienen.
Maar ook dit was niet alles. Na enige tijd stierf de eerste raadgever van de keizer en de keizer riep al zijn raadsheren bij elkaar om een nieuwe te kiezen. Ze beraadslaagden lange tijd, de één dacht aan die, de andere aan die, maar tenslotte werden ze het er over eens, dat het de voormalige timmerman moest worden, want hij was de rijkste man en geld regeert tenslotte de wereld.
Zo werd de timmerman binnen een jaar de eerste raadgever van de keizer. De timmermansvrouw wist van verwaandheid niet meer waar ze kijken moest. Ze liep met opgeheven hoofd door het paleis van de keizer en sprak met niemand meer, behalve met de keizer en de keizerin. Maar dit duurde niet lang, want al spoedig was ze niet meer tevreden om alleen maar de vrouw van een eerste raadgever te zijn.
"Man," zei ze op een dag, "neem de bijl en ga naar de ahorn in het bos. Hij moet ons nog een kist goudstukken geven, maar dan nog groter. Ik wil niet alleen maar de vrouw van een eerste raadgever zijn."
De eerste raadgever van de keizer had er niets tegen in te brengen, hij nam zijn bijl en verstopte hem onder zijn kostbare brokaten jas en liep de bekende weg door het bos. Toen hij bij de ahorn met de gouden kruin kwam, ging hij voor hem staan en deed alsof hij de boom om wilde hakken. Maar zover kwam het niet, want de ahorn begon te ruisen, alsof er een vreselijke storm stond en hij sprak: "Laat me met rust, man, je hebt toch genoeg gehad?"
Maar de raadgever van de keizer zei: "Dat heb ik niet."
De ahorn begon harder te ruisen: "Wat wil je dan nu nog?"
En de raadgever van de keizer antwoordde: "Geld! Mijn vrouw wil niet alleen maar de vrouw van de raadgever zijn. En ik wil ook iets beters."
Toen begon de ahorn vreselijk hard te ruisen, tot er uit zijn kruin gouden bladeren naar beneden vielen en hij sprak: "Goed! Kijk tussen mijn wortels en wat je daar vindt, is van jou. Gebruik het goed, maar keer hier niet meer terug."
De raadgever van de keizer vond tussen de wortels weer een kist vol goudstukken. Hij was tweemaal zo groot als de vorige en toen hij thuiskwam waren ze rijker dan de keizer. Ze lieten tegenover het paleis van de keizer een nog mooier paleis bouwen met een prachtige binnenplaats. Ze namen soldaten, lakeien en kamerbedienden in dienst. Zelfs de keizer woonde niet zo mooi. En ze vergaten de tijd, dat ze eens in het zweet des aanschijns hun brood moesten verdienen.
Maar ook dat was nog niet alles. Na zekere tijd stierf de keizer en omdat hij geen opvolger had, kwamen de raadgevers bij elkaar om een nieuwe keizer te kiezen. Ze beraadslaagden lange tijd, ieder van hen wilde graag zelf de nieuwe keizer worden, maar tenslotte werden ze het met elkaar eens, dat het de voormalige timmerman moest worden, want hij was de rijkste en geld regeert tenslotte de wereld.
Zo werd de timmerman binnen tien jaar tot keizer gekroond. De timmermansvrouw sprak nu helemaal met niemand meer, zo verwaand was ze geworden en ze was nu eindelijk tevreden. Maar dat duurde niet lang. Nauwelijks was er een jaar voorbij of ook met de keizerlijke kroon was ze niet langer tevreden.
"Man," zei ze op een dag, "neem de bijl, dan gaan we naar de ahorn. Hij moet ons voor de laatste keer nog een kist goudstukken geven, maar dan net zo groot als alle andere kisten samen. Ik wil niet alleen de keizerin van de mensen zijn, maar ook de keizerin van de bergen, de wateren, de dieren, de rotsen, de bloemen en de bomen."
De keizer had daar niets tegen in te brengen. Hij nam de bijl en verstopte hem onder zijn keizerlijke mantel van hermelijn en liep samen met de keizerin de bekende weg door het bos. Toen ze bij de ahorn kwamen, gingen ze voor hem staan en de keizer deed alsof hij de boom om wilde hakken. Maar zover kwam hij niet, want de ahorn begon te ruisen, alsof er een orkaan door zijn takken woedde: "Laat me met rust, man, je hebt toch genoeg gehad!"
Maar de keizer zei: "Nee, dat heb ik niet!"
De ahorn begon nog harder te ruisen en sprak: "Wat wil je dan nu nog?"
En de keizer antwoordde: "Geld! Mijn vrouw wil niet alleen de keizerin van de mensen zijn, maar ook van de bergen, de wateren, de dieren, de rotsen, de bloemen en de bomen. En dat wil ik ook."
En toen begon de ahorn te ruisen, tot er uit zijn kruin gouden bladeren naar beneden vielen, maar hij zei geen woord. Hij tilde met één van zijn takken de keizer en de keizerin de lucht in en veranderde hen in twee vogels. Door de wind gedreven vlogen ze de wijde wereld in.
Zo werden de timmerman en zijn vrouw tenslotte twee vogels. Eén van hen heeft een keizerlijke kroon op zijn kop, maar ondanks dat verstopt hij zich in holle bomen, alsof hij zich schaamt. De mensen gaven hem de naam Hop. En de andere vogel hoor je dagelijks verdrietig zingen, alsof hij zijn keizerlijk paleis zoekt. De mensen gaven hem de naam Koekoek.
En wat gebeurde er met de hoge ahorn, de keizer van de bomen? Hij bleef midden in het bos staan en zijn gouden kruin stak door de wolken. Maar nooit hebben de mensen meer een kist goudstukken tussen zijn wortels gevonden.
*   *   *
Samenvatting
Een Chinees sprookje over een hebzuchtige en ontevreden echtgenote. Als een timmerman een ahorn wil omhakken, zegt de boom dat hij de man zal belonen als hij het niet doet. Onder de wortels van de ahorn vinden ze een kist met goudstukken. De ontevreden vrouw stuurt haar man steeds weer terug, totdat de ahorn hen straft voor hun hebzucht.
Toelichting
Vergelijk het verhaal Van de visser en zijn vrouw.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen