Een feestmaal met muziek
Vroeger was Friesland veel groter dan tegenwoordig. Toen behoorde er ook het land toe, dat zich van de Elbe naar het noorden tot ver in Denemarken uitstrekt. Dit gedeelte heette Noord-Friesland.
Welnu, in Noord-Friesland woonde lang geleden een boer, die Hatto heette. Hij was niet alleen schatrijk, maar hij stond ook wijd en zijd bekend om zijn grote wijsheid. Iedereen voelde achting voor hem, en niemand vond het vreemd, dat een zekere Graaf Adolf, die niet ver van de boerderij op zijn slot Gottorp woonde, de boer graag als gast ontving. Dan werd de grafelijke tafel met de meeste zorg gedekt, de kostbaarste stoelen, die zich in het kasteel bevonden, werden om de tafel geplaatst, en onder het eten maakten zangers en harpspelers, fluitisten en hoornblazers prachtige muziek.
Het was natuurlijk voor de boer Hatto heel prettig, om zo ontvangen te worden. Maar hij wilde van zijn kant ook graag iets terug doen. Dus nodigde hij de graaf uit, om ook eens bij hem te gast te zijn.
"De spijzen en dranken, die ik u voor zal zetten, zullen wel niet zo kostbaar en smakelijk zijn als die van uw tafel," zei Hatto, "maar de stoelen en de muziek zullen beter zijn dan de uwe."
De hovelingen van de graaf moesten om de boer lachen en vonden hem in hun hart een pochhans. Maar de graaf zelf, die wel van een pretje hield, nam de uitnodiging graag aan.
En zo gebeurde het, dat de graaf zich op een goede dag met zes edellieden en zeven schildknapen op weg begaf naar de boerderij. De dag daarvoor had hij Hatto laten weten, dat hij hem de volgende ochtend vroeg met zijn gezelschap hoopte te bezoeken.
Op de boerderij was alles in rep en roer. Hatto liet de deel netjes aanvegen en met zand bestrooien. De varkens met hun biggen, de koeien met hun kalveren, de schapen met hun lammeren, hanen en kippen en eenden, al zijn vee liet hij samendrijven in een besloten ruimte. Daarna werd op de deel een lange eikenhouten tafel geplaatst. En om die tafel, werden de stoelen gezet. Maar het waren heel eigenaardige stoelen, want de zetel van de graaf bestond uit een zak, waarin twee tonnen graankorrels zaten; de andere gasten zouden tot zitplaats krijgen een zak graan met een inhoud van één ton. Achter die zakken stonden andere, die tot leuning moesten dienen. Omdat over die zakken kleden en tapijten werden gelegd, leken het net échte stoelen. En... ze zaten nog prettig ook.
De volgende morgen ging Hatto met enkele van zijn mannen het gezelschap van de graaf tegemoet. Rustig en met een ernstig gezicht leidde hij zijn gasten naar de boerderij, waar hij de graaf verzocht, met zijn gevolg aan de gedekte tafel plaats te nemen.
Er werd, zoals in die tijd de gewoonte was, veel en lekker gegeten. De volwassen zoons van Hatto dienden het maal op. Eerst kwam er ham op tafel, toen volgde tarbot met boter en azijn, daarna rookvlees met mosterd en toen zoetwatervis, die in Hatto's eigen vijver gevangen was, en daarna gebraden eenden, ganzen, kuikens, biggen en snoek. Het nagerecht bestond uit peperkoeken. Tijdens de maaltijd dronken de gasten redelijk veel bier.
Voldaan stond tenslotte graaf Adolf op, en wilde heengaan. Hij dankte Hatto vriendelijk voor de betoonde gastvrijheid, maar toen zei hij glimlachend: "Waar zijn nu die stoelen en die bijzondere muziek, waarmee je het slot Gottrop wilde overtreffen?"
Hatto nam nu de tapijten van de stoelen af, toonde de zakken, die met koren waren gevuld, en zei toen: "Deze zetels zijn zeker nuttiger en kosten ook meer dan stoelen van hout, ook al zijn die met goud en zilver versierd."
"Je hebt gelijk," antwoordde de graaf. "Maar... laat ons nu ook nog die bijzondere muziek horen, waarover je hebt gesproken."
Nu opende op een wenk van zijn vader een der zoons de nauwe, bedompte ruimte, waarin het vee al die tijd opgesloten gezeten had als haringen in een ton. Nauwelijks zagen de dieren de uitgang en roken ze de frisse lucht, of daar stortten ze zich naar buiten en holden het erf op. Kalveren en biggen en lammeren, koeien en varkens en schapen, hanen en kippen, ze sprongen en dartelden en vlogen dooreen. Ze gaven aan hun vrolijkheid uiting door te loeien en te blaten en te knorren, te kakelen en te kraaien. Het was een lawaai, waarbij iedereen horen en zien verging.
De hovelingen hadden veel pret om die dieren, en ook de graaf vond het een prachtig idee van Hatto. Hij verklaarde, dat de boer werkelijk groot gelijk had gehad. Zijn stoelen en de muziek waren heel wat kostbaarder dan het meubilair en de muziek op het kasteel Gottrop. Om zijn tevredenheid te betuigen over deze vriendelijke ontvangst schonk graaf Adolf aan boer Hatto een dorp, dat nog altijd Hattstedt heet, en waarvan de vruchtbare weilanden in vroeger tijden altijd veel geld opbrachten.
* * *
Samenvatting
De legende van Hattstedt. Een rijke boer nodigt de graaf uit om bij hem te komen eten en belooft hem een goed feestmaal, maar ook rijke stoelen en bijzondere muziek. Het blijkt niet om pracht en praal en fijne harpmuziek te gaan, maar iets dat veel waardevoller is: het graan van de aarde en het geluid van het vee.
Toelichting
Noord-Friesland is tegenwoordig een district in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. Het district ligt tegen de grens van Denemarken aan. De hoofdstad is Husum. Hattstedt is een dorp binnen het gelijknamige bestuursgebied.
Trefwoorden
graaf, boer, legende, stoelen, muziek, loeien, zak, kakelen, volksverhaal, friesland, kraaien, friesland, graan, maaltijd, vee, ton, blaten, gottorp, hattstedt, tapijt, eten, knorren
Basisinformatie
- Herkomst: Friesland, Nederland
- Verhaalsoort: volksverhaal, legende
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Populair
Verder lezen