zaterdag 21 december 2024

Volksverhalen Almanak


Dimitri en het vuurpaard


Er leefde eens een oude man die drie zonen had. Twee van hen waren flinke en intelligente kerels, maar de jongste was oliedom en lui. In de winter lag hij de godganselijke dag op de oven en in de zomer zat hij steeds op hetzelfde plekje in de tuin en vermaakte zich met het gooien van steentjes naar de kippen die daar rondscharrelden. Zijn vader bezat een grote akker waarop hij tarwe zaaide en wanneer dit gewas rijp was, staken zijn twee oudere zonen de handen uit de mouwen om het te oogsten, alleen de luie Dimitri verroerde geen vin en bleef heerlijk in de zon zitten soezen.
Op een keer merkte de vader dat er grote schade aan zijn tarweveld was aangericht en hij zei tegen zijn drie zonen: "Jongens, jullie moeten ieder op zijn beurt 's nachts het veld bewaken en zien de dief te pakken te krijgen." De eerste nacht ging de oudste zoon naar buiten, maar hij viel al gauw in slaap. Toen hij de volgende morgen thuiskwam, zei hij: "Ik heb geen oog dichtgedaan en ik heb het ontzettend koud gehad, maar de dief heb ik niet gezien." De volgende nacht ging de tweede zoon naar buiten. Hij sliep bijna de hele nacht en thuisgekomen vertelde hij hetzelfde verhaal. Nu was de beurt aan de jongste. Hij nam een mes mee, wat zout en een grote strik. Toen hij merkte dat hij telkens indutte, sneed hij zich in zijn vinger en strooide zout op de wonde. Op die manier kreeg de slaap geen vat op hem.
Midden in de nacht begon het opeens te stormen. Uit de hemel kwam een groot paard met vurige vleugels dat landde op het tarweveld. Het dier begon meteen van de tarwe te eten, maar hij vertrapte nog veel meer van de aren dan hij opat. Langzaam en voorzichtig kroop Dimitri naar het dier toe, sprong er bovenop en gooide de strik om diens hals. Het paard verhief zich op zijn achterbenen. En hoewel hij stampte en raasde als een dolle, kon hij zich toch niet losrukken, omdat de jongeman hem met ijzeren greep vasthield. Toen het dier bemerkte dat al zijn pogingen vruchteloos waren, smeekte hij: "Beste vriend, laat me los en ik zal je grote diensten bewijzen."
"Dat is aardig gezegd," zei Dimitri, "maar hoe zal ik jou kunnen vinden, wanneer het nodig mocht zijn?"
"Wanneer je mij nodig hebt, kom dan naar deze plek, fluit driemaal en roep: 'Vuurpaard, vuurpaard, kom snel!' Ik zal dan meteen bij je zijn."
Dimitri liet het paard los en beval hem het veld van zijn vader voortaan met rust te laten en zijn voedsel ergens anders te zoeken.
Vuurpaard

"Hoe is het met jou gegaan? Heb je nog iemand gezien?" wilden zijn broeders de volgende dag weten.
"Jazeker," zei Dimitri, "ik heb iets gezien dat jullie nog nooit hebben gezien: een vuurpaard. Ik heb hem gevangen en hij heeft mij beloofd ons veld voortaan met rust te laten."
De twee broers begonnen onbedaarlijk te lachen en zeiden: "Een vuurpaard, dat heb je zeker gedroomd! Een vuurpaard, wie heeft daar ooit van gehoord?" Sinds die dag echter werd er nooit meer enige schade aan het veld toegebracht.
Een paar dagen later stuurde de tsaar boden naar alle steden en dorpen van zijn rijk om te verkondigen dat het de vorst behaagde een groot feest voor al zijn onderdanen te geven. Het feest zou drie dagen duren en in zijn residentie gegeven worden. De dochter van de tsaar zou dan op het balkon van de bovenste verdieping van het paleis zitten. Wie met zijn paard zó hoog kon springen dat hij de prinses kon bereiken en de fonkelende ring van haar vinger kon trekken, zou met haar mogen trouwen.
De twee oudere broers maakten zich gereed om naar het feest te gaan en Dimitri vroeg hen of hij mee mocht. "Nee, broertje," kreeg hij te horen, "dat is toch niets voor jou! Bovendien zou je de mensen maar vervelen met jouw stomme gezicht."
Nadat zijn broers waren weggereden, liep Dimitri naar het veld, floot driemaal en riep het vuurpaard. Meteen kwam het dier aangevlogen, terwijl een hevige wind over het veld raasde. Dimitri sprong eenmaal over het paard heen en werd op slag veranderd in een knappe jongeling met prachtige kleren aan. Hij bedacht zich geen ogenblik, sprong op het paard en reed in volle draf naar het feest.
Op het plein voor het paleis was een grote mensenmenigte verzameld, zodat hij zich met moeite een weg moest banen. Daar zag hij de prinses op het balkon, stralend als de zon en met een fonkelende ring aan een van haar vingers. Nog niemand had het gewaagd de koene sprong te maken. Dimitri gaf zijn paard een zweepslag. Het dier hinnikte en maakte een geweldige sprong, maar het was nog één verdieping te laag. Opnieuw liet de jonge held het paard een aanloop nemen en verhief het zich in de lucht, maar weer bleek het nog niet hoog genoeg.
Een doodse stilte viel over de menigte, toen Dimitri het voor de derde maal probeerde. Hij bereikte het balkon, trok de ring van de vinger van de prinses en kwam weer veilig op de grond terecht. Een oorverdovend gejubel steeg op uit de mensenmassa, doch de held van de dag was nergens meer te bekennen.
Als de weerlicht was Dimitri er vandoor gegaan en even later was hij weer thuis. Hij legde zijn prachtige kleren af en verborg deze. Daarna zocht hij zijn oude plekje op de oven weer op en hield zich slapend op het moment dat zijn broers terugkwamen. Hij had de ring in een lapje gewikkeld, want deze fonkelde zo hevig dat het gehele huis erdoor verlicht werd.
"Nu, je hebt wel iets gemist!" zeiden zijn broers en zij vertelden hoe het een dappere ruiter gelukt was de ring van de prinses te bemachtigen. "Maar de jongeman was daarna nergens meer te vinden," voegden zij eraan toe.
Intussen liet de tsaar het er niet bij zitten. Hij moest en zou de stoutmoedige knaap vinden die de ring veroverd had. Daarom stuurde hij boden het gehele land door om de bezitter van die ring op te sporen. Na enige dagen kwamen zij ook bij het huis van de vader en zijn drie zonen.
"Jullie hebt hier niets te zoeken," zei de vader. "Mijn twee zonen hebben de sprong niet gemaakt en de derde is thuisgebleven."
"Wij zullen toch maar binnengaan en een kijkje nemen," zei een van de boden. Zij gingen naar binnen en zagen Dimitri die als gewoonlijk op de oven lag te slapen.
"Waarom heb je dat lapje om jouw vinger?" wilde een van hen weten.
"Och, dat is niets bijzonders," antwoordde Dimitri, "een klein schrammetje, meer niet."
"Maak het toch maar even los," zei de man.
Nadat Dimitri het lapje had verwijderd, straalde de gehele kamer in een verblindend licht. Niemand kon zijn ogen geloven, toen duidelijk werd dat Dimitri de dappere ruiter was geweest die de dodensprong had gewaagd. De jonge held werd naar het paleis van de tsaar gebracht en daar in nieuwe kleren gestoken. Vervolgens werd hij aan de prinses voorgesteld. Zij nam hem bij de hand en bracht hem bij haar vader, terwijl zij zei: "Papaatje, dit is nu mijn bruidegom!"
Het huwelijksfeest duurde zeven dagen en zeven nachten en overtrof alle feesten die de tsaar ooit gegeven had. Dimitri wist zich wonderwel aan zijn nieuwe omgeving aan te passen. Hij gedroeg zich als een ware edelman en van zijn vroegere luiheid en slordigheid was niets meer te bespeuren.
Op een goede dag kwamen zijn broers hem bezoeken en hij zei: "Het moet jullie wel duidelijk zijn dat ik jullie niet aan een verantwoordelijke baan kan helpen. Als bewakers van ons tarweveld hebben jullie bepaald geen goed figuur geslagen, maar ik kan nog wel een paar knechten in de koeienstal gebruiken." De twee broers gingen daar echter niet op in en verlieten het paleis als geslagen honden.
*   *   *
Samenvatting
Een oud Russisch sprookje over een getemd toverpaard. Het lukt de jongste zoon van een oude man om een vuurpaard, dat elke nacht het tarweveld vertrapt, te vangen en te temmen. Wanneer de tsaar een wedstrijd uitschrijft met als beloning zijn dochter, lukt het de jongen om met behulp van het toverpaard die te winnen en te trouwen met de tsarendochter.
Toelichting
Vergelijk met het Russische sprookje Het wonderpaard en de prinses (Sifka-Boerka) en De prinses op de glazen heuvel uit Noorwegen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen