De zwendelende tabakshandelaar
Dit is een verhaal over een buurman van Zwarte Patrick - Larry heette de man - die een beetje boer en een beetje visser tegelijk was, met een gezin dat zich sneller uitbreidde dan hij met hard werken kon bijhouden, zodat hij naar middelen moest omzien om wat meer te verdienen.
Eindelijk kreeg hij een beetje de wind in de zeilen, toen er een winter kwam waarin de haringvangst buitengewoon rijk was, zodat hij ten slotte twintig gouden Guinjes (oude engelse munt) kon oversparen. Terwijl hij nog bezig was te overleggen hoe hij met dat geld het best zaken zou kunnen doen, zodat zijn kinderen niet langer gebrek behoefden te lijden, kwam hem ter ore, dat er met slachtvee goed geld te maken viel in Dublin, waar ze dubbele en driedubbele prijzen betaalden voor koeien, die geslacht werden voor soldaten, die in een grote oorlog in Hongarije vochten. Daarom leende Larry geld van alle vissers, die, evenals hij, extra veel haring hadden gevangen, tot hij een paar honderd pond bij elkaar had. Voor dat geld kocht hij koeien op de najaarsmarkt in Donegal en met die beesten ging hij naar Dublin.
Toen hij nu zijn vee door de hoofdstraat van Dublin dreef, kwam hij langs een tabakswinkel, waarvan de eigenaar bekend stond om zijn sluwheid in de handel. En toen die tabakshandelaar de mooie kudde voorbij zag komen en zag dat de man, die er naast liep, een eenvoudig boertje uit de bergen was, liep hij de straat op en sprak Larry aan. "Dat is een mooie kudde," zei hij tegen Larry. "Ja," antwoordde Larry, "ze zien er niet kwaad uit, Goddank!"
"En je komt ze hier zeker verkopen?" vroeg de tabakshandelaar, terwijl hij de veedrijver tersluiks van het hoofd tot de voeten opnam.
"Ja, ik hoop ze te kunnen verkopen," zei Larry. "Ik heb bij me thuis in Donegal dertien monden open te houden en ik hoop genoeg geld mee naar huis te brengen om weer een jaar van te kunnen leven met mijn gezin."
"Dat is heel goed en flink van je," zei de tabakshandelaar, "en ik voel er veel voor, je daarbij te helpen. Zou ik een paar koeien van je kunnen kopen?"
"Daar zou ik u heel dankbaar voor zijn," antwoordde Larry.
"Hoeveel moeten ze kosten, de beste en de slechtste bij elkaar genomen?" vroeg de winkelier.
Larry keek eens naar de beste koe van zijn kudde en daarna naar de slechtste. Hij rekende uit, hoeveel die twee samen moesten opbrengen, wilden ze een behoorlijke winst opleveren, en vroeg toen, terwijl hij met zijn hand in die van de tabakshandelaar sloeg: "Zou u er tien pond voor willen geven?" Zoals ze dat op de veemarkten in Donegal gewoon waren, had hij een paar pond meer gevraagd, dan hij dacht te krijgen. Hij was dan ook erg verbaasd, dat de winkelier, in plaats van af te dingen, de koop dadelijk met handslag bezegelde en zei: "Top! Daar ga ik mee akkoord," en hem onmiddellijk tien biljetten van één pond in de hand uittelde.
Toen zei de tabakshandelaar: "Drijf mijn kudde nu maar binnen de omheining van mijn erf, naast de winkel."
"Uw kudde? Wat bedoelt u?" vroeg Larry. "Kiest u de beste en de slechtste maar uit, dan zal ik ze het erf opdrijven."
"Geen sprake van!" zei de tabakshandelaar. "Er valt niets uit te kiezen. Je hebt mij de beste en de slechtste, bij elkaar genomen, verkocht, en dat is de hele kudde. - Ik heb hier wel honderd getuigen," zei hij, wijzend op de vele Dubliners die om hem heen waren komen staan, toen ze zagen dat zij op straat stonden te onderhandelen. En de Dubliners, die, zoals alle dieven, elkaar altijd de hand boven het hoofd houden bij hun oplichterij, verklaarden dat ze bereid waren voor iedere rechtbank te zweren en te getuigen dat de tabakshandelaar eerlijk aan Larry het geld had betaald, dat het boertje zelf had gevraagd voor zijn koeien: "de beste en de slechtste bij elkaar genomen," en dat geen rechter of jury ter wereld zou ontkennen, dat daarmee alleen maar de hele kudde kon zijn bedoeld.
En er zat voor dat arme, onnozele boertje uit de bergen van Donegal niets anders op dan met gebogen hoofd en een bitter bedroefd hart naar huis te gaan. En het ergste was nog, dat hij niet alleen zijn eigen geld kwijt was, maar ook de armzalige spaarduitjes van zijn buren. Het was een treurig geval, dat nog dezelfde avond van Larry's thuiskomst overal in de streek bekend werd en waarover ze allemaal de volgende dagen jammerden en klaagden.
Maar degene die het zich het meest aantrok, toen hij het hoorde, was Zwarte Patrick. Een dag en een nacht dacht hij er voortdurend over na en de volgende dag stapte hij naar het huisje van Larry. En hij zei tegen Larry: "Wat die gewetenloze schurk in Dublin jou heeft aangedaan, gaat mij verschrikkelijk aan het hart en, als ik kon, zou ik je graag helpen om dat kwaad ongedaan te maken."
"Ik dank je uit de grond van mijn hart, Patrick," zei Larry, "dat je zo met me meevoelt, en ik weet, dat je alles zou willen doen om een arme man te helpen, die ze gemeen hebben behandeld. Maar de wet is nu eenmaal de wet, hoe onrechtvaardig die ook vaak kan zijn en in dit geval geen sterveling wat scheef is recht zetten."
"Als we niet bij machte zijn het recht te zetten, dan moeten we het maar met slimheid proberen," antwoordde Patrick. "Als jij het aan mij wilt overlaten, Larry, en wilt doen wat ik zeg, zal ik er voor zorgen dat die oplichter in Dublin jou niet alleen het geld betaalt voor al je koeien, maar nog een aardige stuiver op de koop toe."
"Hoe zou je dat willen doen?" vroeg Larry.
"Dan moet jij alles precies doen wat ik je zal zeggen en mij stipt gehoorzamen, zonder tegenspreken en zonder verder iets te vragen," zei Zwarte Patrick. "Als je dat doet, beloof ik je dat alles nog best in orde komt."
"Omdat ik weet, dat je erg uitgeslapen bent, en al vaak de onmogelijkste dingen voor elkaar hebt weten te krijgen," zei Larry, "ben ik bereid mijn hand in het vuur te steken of van de hoogste berg van heel Donegal te springen, als jij het zegt."
"Mooi zo," zei Patrick, "dat verlang ik niet van je, maar toch wel iets dat jou misschien even zwaar zal vallen."
"Zeg maar op, en ik doe het!" zei Larry.
"Ik wil dat je de kleine teen van je linkervoet afsnijdt en die begraaft op het eiland Tory, tien mijlen buiten de kust: waar Ierland het dichtst bij Amerika ligt. En als je dat hebt gedaan, moet je bij mij terugkomen," antwoordde Patrick.
Zonder aarzelen en zonder uitstel, deed de dappere Larry wat hem was opgedragen en kwam daarna bij Patrick terug.
"Pak nu je spulletjes maar bij elkaar," zei Patrick tegen hem, "dan gaan wij samen naar Dublin."
Toen ze samen in Dublin aankwamen, ging Patrick met Larry naar een barbier om Larry's baard te laten afscheren en zijn haar te laten knippen en zelf veranderde hij nog zoveel aan het uiterlijk van de arme man, dat zijn eigen broer hem niet meer zou hebben herkend. Daarna betaalde hij een pond aan een handige advocaat, die hij nodig had als getuige en als raadsman en met z'n drieën gingen ze naar de winkel van de tabakshandelaar.
"Waarmee kan ik jullie van dienst zijn, beste mensen?" vroeg de winkelier, die zich al in de handen wreef, toen hij de twee boertjes van buiten in zijn winkel zag komen.
"Hebt u ook goeie tabak?" vroeg Patrick.
"Als je goede tabak moet hebben," antwoordde de oude knaap, "dan ben je hier precies terecht."
"En hebt u er nogal veel van?" vroeg Patrick.
"Meer dan jij kunt betalen, denk ik," zei de sluwe vos meesmuilend. Hij wees op de stapels fijne Ierse roltabak.
"Daar liggen driehonderd rollen van de beste Ierse roltabak," zei hij, "en er zit honderd voet in iedere rol. - Zoveel zul je toch niet nodig hebben, denk ik?" vroeg hij met een spottend lachje.
"Hoeveel kost een el van die tabak van u?" informeerde Patrick zo langs zijn neus weg.
De oude afzetter moest lachen om die rare manier van tabak per el te willen kopen. Maar hij had allang gezien, dat het mannetje uit de bergen met zijn zwarte baard een vreemdsoortig heerschap moest zijn. "Nou, jij bent me ook een zonderlinge klant," zei hij. "Ik heb nog nooit tabak per el verkocht; maar je kunt zoveel van de beste Ierse roltabak krijgen als je wilt, tegen de schappelijke prijs van een halve kroon per el. Hoeveel el had je willen hebben?"
"Ja," zei Zwarte Patrick, "net zoals u zegt: ik ben een rare klant en ik heb een wonderlijke manier om mijn tabak te kopen. Hoeveel zou u moeten hebben voor een flink stuk? Laten we zeggen: zoveel als van de neus van mijn vriend hier tot aan de kleine teen van zijn linkervoet."
De tabakshandelaar schaterde van het lachen om die vreemde bestelling. Maar hij keek eens naar Larry, die tamelijk groot van postuur was, en zei: "Voor een stuk roltabak, zo lang als de afstand van de neus van je vriend tot de kleine teen van zijn linkervoet, zou ik één kroon moeten hebben."
"Top!" zei Patrick, "hier hebt u het geld."
Hij legde een blinkende kroon op de toonbank en de winkelier borg het geld in zijn la.
"Meet de tabak nu maar voor me uit," zei Patrick tegen de winkelier, en zich tot Larry wendend: "Larry, trek je linkerschoen uit, dan kan meneer het beter meten."
Maar toen de tabakshandelaar met zijn ellenmaat bij de blote linkervoet van Larry kwam, riep hij uit: "Maar er zit helemaal geen kleine teen aan die voet!" - "Dat weet ik wel," zei Patrick. "Een week geleden heeft Larry die teen op het uiterste puntje van het eiland Tory, twee honderd mijlen van hier, begraven. U zult een eind tabak moeten geven dat tot daarginds reikt."
De tabakshandelaar die bij Larry's linkervoet geknield lag, vond dat de beste grap die hij in jaren had gehoord en hij moest er zo verschrikkelijk om lachen, dat hij zijn buik moest vasthouden.
"Nou, ik hoop maar dat u ook nog zo kunt lachen als u klaar bent met meten," zei Patrick.
"Wat bedoel je?" vroeg de winkelier, terwijl hij opstond en zijn gezicht weer in de plooi trok.
"Ik bedoel," antwoordde Patrick, "dat u, zoals mijn twee vrienden hier kunnen getuigen, met mij bent overeengekomen mij voor één kroon, die u al hebt aangenomen, de hoeveelheid tabak te leveren, die we hebben geaccordeerd. En het zal u misschien interesseren, dat één van mijn getuigen de man is die u veertien dagen geleden door uw gezwendel hebt geruïneerd, toen u hem al die prachtige koeien afhandig hebt gemaakt. Haal al uw roltabak maar van de planken en haal alle roltabak bij elkaar, die in Dublin te vinden is, en meet dan net zo lang tot het genoeg is. En een beetje gauw ook!"
"O, lieve help!" riep de schurk uit, terwijl hij zijn armen handenwringend ten hemel hief. "Jullie willen een arme man die doet wat hij kan om een eerlijke boterham te verdienen in deze oneerlijke stad, toch zeker niet ruïneren?"
"Kom, vriend," zei de advocaat, die zich tot nu toe op de achtergrond had gehouden, "met die uitvluchten hebben we niets te maken. Ga maar door met meten, dan halen wij intussen paarden om je te volgen. Ik ben hier om er voor te zorgen, dat de overeenkomst strikt wordt nagekomen."
"Ik ben geruïneerd!" jammerde de oude schurk. "Voor mijn hele leven ben ik geruïneerd!"
"Je verdient niet anders," zei Zwarte Patrick. "Je vond het ook helemaal niet erg, dat je die arme kerel hier ruïneerde, toen hij in Dublin kwam om zijn koeien te verkopen, in de hoop een klein beetje te verdienen om zijn hongerige kinderen te eten te kunnen geven. Je verdiende van de aarde te worden weggevaagd, schurk, dief, zwendelaar dat je bent!"
De tabakshandelaar viel op de knieën en smeekte: "Wees barmhartig! Ik zal doen wat ik kan om uw vriend schadeloos te stellen voor de kleine vergissing, waarvan hij het slachtoffer is geworden."
"Ik eis, dat je hem onmiddellijk driehonderd pond betaalt voor de koeien, die je van hem hebt gestolen en nog driehonderd pond schadeloosstelling voor alle ellende die je hem daardoor hebt berokkend. En dan moet je je verplichten nooit meer de arme, eenvoudige mensen van buiten te bezwendelen, als ze hier in Dublin komen," zei Zwarte Patrick. "En verder moet je honderd pond betalen aan meneer de advocaat, die vandaag zulke onschatbare diensten aan het recht heeft bewezen. Dat zal een goede les voor je zijn."
De zwendelaar was werkelijk blij dat hij er zo afkwam. En Larry ging, na de zeshonderd pond te hebben opgestreken, met Patrick terug naar Donegal. Hij was opgetogen van blijdschap en toen hij thuiskwam, betaalde hij de arme mensen die hem geld hadden geleend, het dubbele terug van wat hij van hen had ontvangen. En die dag waren Larry en zijn gezin de gelukkigste mensen ter wereld. En duizenden harten in het gebied van de bergen van Donegal verheugden zich met hen.
* * *
Samenvatting
Zwarte Patrick en de zwendelende tabakshandelaar. Als een arme en eenvoudige palttelandsboer wordt beduveld bij het verkopen van zijn koeien, zorgt Zwarte Patrick er voor dat er recht gedaan wordt.
Toelichting
De verhalen van zwarte Patrick maken deel uit van een zeer omvangrijke verteltraditiedie die samenkomt in het rijke vertelverleden van Ierland Onderdelen zijn vaak terug te vinden in Noord-Europese verhalen en sprookjes.
Trefwoorden
vee, zwarte patrick, seamus macmanus, diefstal, lengte, genoegdoening, tabak, schelmenverhaal, zwendel, ierland, onrecht, slimheid
Basisinformatie
- Herkomst: Ierland
- Verhaalsoort: schelmenverhaal
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 16 minuten
Thema
Feest / viering
Populair
Verder lezen