De zoon van de keizer
Er was eens een keizer, die één zoon had. Hij noemde die Luilak, omdat de jongen erg lui was. Op een dag zei de keizer: "Wat ben je toch een luilak! Ga naar het bos en zoek daar iets bijzonders." De keizerszoon nam een bijl en ging het bos in. In plaats, dat hij ging zoeken, ging hij slapen. Toen hij weer wakker werd, kapte hij vlug een paar kromgegroeide takken van de bomen. Die droeg hij op z'n rug mee naar het kasteel en gaf ze aan zijn vader. De keizer vroeg: "Is dat iets bijzonders?!" De luie zoon knikte. "Foei!" riep de keizer. "Ga terug en breng me iets bijzonders! Iets heel bijzonders!"
Toen Luilak zag, dat z'n vader heel erg boos was, ging hij maar weer. Hij liep ver het bos in. Onverwachts zag hij een klein huisje tussen de bomen staan. Het deurtje stond open. Toen Luilak dichterbij kwam, zag hij een oude man aan een tafel zitten. Opgewekt stapte Luilak naar binnen en vroeg: "Hebt u iets te eten voor mij? Ik heb een hele dag gelopen en heb honger!" - "Natuurlijk!" lachte de vriendelijke, oude man. "Kom maar aan tafel zitten. Ik ben juist van plan te gaan eten." Luilak keek om zich heen. Nergens zag hij iets eetbaars staan. De oude man pakte een rugzak en sprak:
Rugzak, rugzak, stippe-stap!Ineens stonden er borden en schalen vol lekker eten op tafel. Toen ze genoeg gegeten hadden, zei de oude man:
Geef ons eten: hap-hap-hap.
Rugzak, rugzak, stippe-stap!De oude man ging na het eten dadelijk slapen. Luilak bekeek de rugzak eens goed en dacht: "Dat is iets bijzonders!" Hij sloop stilletjes weg en nam de rugzak mee. Onderweg kwam hij een man tegen. "Waar kom je vandaan?" zei die tegen Luilak. "O, ik heb iets heel bijzonders gezocht!" riep Luilak. "Geef mij het. Ik geef je er een wonderzwaard voor terug. Het slaat ieders hoofd eraf, als je het beveelt!" Dat deed Luilak. Hij ruilde de rugzak voor het zwaard. Toen hij het zwaard eenmaal had, riep hij tegen het zwaard:
Lekker was het, hap-hap-hap!
"Sla het hoofd van de man af!"Het zwaard gehoorzaamde. Luilak had toen een wonderrugzak en een wonderzwaard. Even later kwam hij weer een man tegen, die aan hem vroeg: "Waar kom je vandaan?" - "O, ik heb iets heel bijzonders gezocht!" riep Luilak. "Geef mij die rugzak, dan krijg jij van mij een toverfluit. Als je erop speelt, worden al je wensen vervuld. Je kunt alles krijgen, wat je hebben wil." Luilak ruilde de rugzak voor de toverfluit. Toen hij de toverfluit had, riep hij tegen het waard:
"Hak het hoofd van die man af!"Het zwaard gehoorzaamde. Luilak bezat nu drie bijzondere dingen. Vlug liep hij terug naar het kasteel van zijn vader. Toen hij daar aankwam, speelde hij op de toverfluit en wenste, dat er een grote brug voor het kasteel zou komen. Toen de brug er was, kwam de verbaasde keizer naar buiten en riep: "Hoe komt die brug daar ineens?" Hij stuurde honderd soldaten over de brug. Onmiddellijk begon Luilak op de toverfluit te spelen en wenste, dat alle soldaten dood zouden neervallen. De keizer was nu nóg verbaasder. Met grote passen liep hij zelf met een lakei over de brug en kwam bij Luilak, die lui in het gras lag. "Wat is hier aan de hand?" riep de keizer woest. "U wilde toch, dat ik iets heel bijzonders zou zoeken. Nu, dat heb ik meegebracht!" - "Het is me wat moois! Noem je dat iets bijzonders? Honderd soldaten van mij dood!" - "Welnee," lachte Luilak. "Wacht maar even. Ik zal op de wonderfluit spelen en dan lopen ze weer."
Hij begon te spelen en wenste, dat de soldaten weer gingen marcheren. Onmiddellijk stonden de soldaten op en liepen over de brug naar het kasteel. "Dat is zeker... iets... bijzonders," stamelde de keizer. Luilak liet zijn vader de rugzak zien en sprak:
Rugzak, rugzak, stippe-stap!"Is dat niet bijzonder?" vroeg Luilak en liet de lakei het lekkere eten uitdelen. "Dat is zeker... iets... bijzonders," stamelde de keizer weer. Toen zei Luilak tegen het zwaard:
Geef ons eten: hap-hap-hap.
"Hak het hoofd van de lakei af!"Het zwaard gehoorzaamde en sloeg het hoofd af. De keizer schrok en keek zijn zoon woedend aan. Luilak begon op de wonderfluit te spelen en wenste, dat het hoofd van de lakei weer op diens lichaam zou komen. Direct gebeurde dat. "Is dit geen wonderfluit?" vroeg Luilak. "Ja, dat is een wonderfluit," zei de keizer. "Is dit geen wonderzwaard?" vroeg Luilak. "Ja, dat is een wonderzwaard," zei de keizer. "En is dit geen wonderrugzak?" - "Ja, dat is een wonderrugzak." Luilak gaf de drie wondervoorwerpen aan zijn vader en vroeg: "En vindt u dit geen bijzondere dingen?" - "Ja!" zei de keizer. "Je hebt drie bijzondere dingen gevonden! Je bent toch een echte keizerszoon!" De keizer en zijn zoon leefden nog lang en gelukkig.
* * *
Samenvatting
Een wondersprookje uit Nederland. Een keizer laat zijn luie zoon op pad gaan om te bewijzen dat hij wat kan en misschien wel een echte man is. Hij komt thuis met drie wonderbaarlijke voorwerpen: een rugzakje-dek-je, een wonderzwaard en een toverfluit.
Toelichting
Een bekend motief dat we ook terugvinden in Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak en De ransel, het hoedje en het hoorntje. Vooral dit laatste sprookje van Grimm vertoont precies dezelfde wondervoorwerpen met hun eigenschappen.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Nederland
- Verhaalsoort: wondersprookje
- Leeftijd: vanaf 7 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Bron
"Er was eens; bekende sprookjes van Nelly Kunst" door Nelly Kunst. Uitgeverij Het goede boek, Huizen.
Populair
Verder lezen