zaterdag 21 december 2024

Volksverhalen Almanak


De ziel van de treurwilg


Vele Japanners geloven er heilig in dat in sommige bomen een ziel huist die een geheimzinnige macht kan uitoefenen.
De samoerai Matsoedeira had in zijn tuin in Kyoto een wilg staan waarvan de neerhangende takken met zilvergrijze bladeren waren bedekt. Hij was bijzonder trots op deze boom, en hij vergat nooit zijn bezoekers er op te wijzen. "Is het geen schoonheid?" zei hij dan. "Hebben jullie ooit zo'n prachtboom gezien?"
De bezoekers keken er vol bewondering naar, schudden hun hoofd en zeiden dat zij de eerste boom die deze overtrof, nog moesten zien.
Op een gegeven moment werd de vrouw van de samoerai ernstig ziek. Geen enkele dokter in de stad kon de aard en de oorzaak van haar ziekte vaststellen. Even later struikelde zijn zoontje over een boomstronk en brak zijn rechterbeen. Matsoedeira vroeg zich bezorgd af of dit misschien aan de kwade invloed van de wilgenboom was te danken. Voor alle zekerheid besloot hij de boom te kappen en hij sprak er met zijn buurman, de samoerai Inabata over.
"Nee, doe dat alsjeblieft niet!" meende deze. "Het is zonde van zo'n mooie boom. Verkoop hem aan mij; hij zal een sieraad voor mijn tuin zijn."
Matsoedeira ging ermee akkoord en met de nodige voorzorgen werd de wilg overgeplant naar de tuin van zijn buurman. De boom paste zich hier wonderlijk goed aan en groeide nog eens zo hard.
Inabata was weduwnaar en had geen kinderen. Toen hij op een morgen door zijn tuin wandelde, zag hij onder de wilg een vrouw van uitzonderlijke schoonheid staan. Hij vroeg zich af hoe die vrouw daar zo ongemerkt was gekomen en wie zij was. Niettemin groette hij haar beleefd en nodigde haar uit bij hem een kop thee te drinken. Dit nam zij graag aan en zij volgde hem naar binnen. Zij praatten honderd uit en Matsoedeira moest bekennen dat hij nog nooit zo'n verstandige en charmante vrouw had ontmoet. Na het derde kopje thee vroeg de vrouw hem ineens of hij er niet voor voelde met haar te trouwen. Nu, daar keek de samoerai wel even van op, maar hij overdacht tegelijkertijd dat de kans om te hertrouwen voor zo'n oude vrijgezel vrij gering was en nam het aanbod dus met beide handen aan.
Niet lang daarna trouwden zij. Op het huwelijksfeest waren niet alleen talrijke samoerai met hun vrouwen aanwezig, maar ook de daimyo van de stad en een aantal priesters van de Sanjoegendo-tempel, waar het huwelijk was ingezegend.
Binnen het jaar schonk zijn echtgenote hem een zoon, die zij Yanagi (de wilg) noemden. De familie leefde enkele jaren in voorspoed en geluk, en dit had tot het einde van hun leven kunnen duren, wanneer er niet iets bijzonders was gebeurd.
In de Sanjoegendo-tempel - het heiligdom dat 33 333 beelden van Kannon, de godin van het medelijden, bevat - was een pilaar ingestort. De daimyo van Kyoto overlegde met de priesters wat er aan gedaan moest worden. Iedere priester had er zijn eigen mening over, maar de abt zei dat de pilaar alleen maar hersteld kon worden door de stam van een grote treurwilg. De daimyo vroeg of de wilg van Inabata niet geschikt was, maar de abt meende dat men eerst de omvang en de hoogte moest meten. Dat gebeurde en de abt liet de daimyo weten dat deze boom geschikt was bevonden. De daimyo gaf toen bevel de wilg te kappen. Ofschoon het Inabata aan het hart ging, moest hij buigen voor de wil van zijn heer en meester.
Toen zijn vrouw het nieuws vernam, werd zij bleek en kreeg tranen in haar ogen. "Je hebt mij nog nooit gevraagd waar ik vandaan kwam," zei zij met een treurige stem. "Ik heb dit geheim altijd willen bewaren, maar nu moet ik het je wel vertellen: ik ben de ziel van de treurwilg! Toen je indertijd jouw buurman ervan weerhouden hebt mij om te kappen en toen je mij in jouw tuin hebt overgeplant, was ik zo dankbaar dat ik besloot met je te trouwen om nog dichter bij je te zijn. Nu weet ik dat ik moet sterven, omdat jij je niet mag verzetten tegen de wil van je meester. Het zal mij heel moeilijk vallen van je te scheiden, maar het beste dat ik bezit, laat ik bij jou achter: onze kleine oogappel Yanagi. Hij zal je vertroosten, wanneer ik er niet meer ben."
Toen Inabata deze woorden hoorde, spoedde hij zich meteen naar zijn heer en smeekte hem de boom, die op zo'n geheimzinnige wijze met zijn leven verbonden was, te willen sparen. Vergeefs, want de prins die bang was de abt te mishagen, weigerde pertinent zijn beslissing te herroepen. Op een morgen meldde zich een groep houthakkers die de samoerai mededeelden dat zij op hoog bevel de opdracht hadden de wilg in zijn tuin te kappen.
"Wacht nog even!" zei Inabata, "ik heb zojuist een verzoek aan de keizer gericht om de boom te sparen."
De houthakkers schenen er geen aandacht aan te schenken en togen meteen aan het werk. Toen Inabata de eerste bijlslagen hoorde, ging hij naar zijn vrouw en omhelsde haar. Maar zij maakte zich uit zijn omarming los en vloog naar de wilg, waarin zij verdween. Inanbata volgde haar en zag dat de wilg met een zware plof op de grond viel.
De houthakkers probeerden de stam weg te slepen, maar zij konden er geen beweging in krijgen. Zij waarschuwden de priesters die even later arriveerden, gevolgd door een schare gelovigen, wel driehonderd in getal. Zij bevestigden zware touwen aan de stam en trokken er met alle macht aan, maar de boom week geen centimeter van zijn plaats. Niets scheen te helpen: de boom leek nog zwaarder dan graniet.
Op dat moment kwam Yanagi naar buiten, liep naar de stam toe en streelde de zilvergrijze bladeren. Hij greep een uitstekende tak en zei: "Kom!" Hij trok aan de tak en de stam gleed over de grond of hij zo licht als een veertje was! Voortgetrokken door het handje van de jongen liet de zware stam zich gewillig naar de tempel brengen. Daar stonden al honderden timmerlieden klaar om de boom te bewerken en op de plaats waar de ingestorte zuil gestaan had, neer te zetten.
Zo werd de tempel Sanjoegendo weer in zijn oude luister hersteld, en Inabata, hoewel hij nog lang over het verlies van zijn vrouw treurde, kon er uiteindelijk vrede mee hebben, omdat hij wist dat de ziel van zijn vrouw een hogere bestemming had gekregen.
*   *   *
Samenvatting
Een boeddhistisch verhaal over een boomgeest uit Kyoto (Japan). Op een dag ontdekt een samoerai onder een wilg een prachtige vrouw met wie hij trouwt: het is de ziel van de boom. Ze leven gelukkig totdat een boeddhistische tempel het hout van de boom nodig heeft en hij gekapt moet worden...
Toelichting
Vergelijk met De heilige kersenboom.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Japanse sagen en verhalen" door M.A. Prick van Wely. Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, 1979. ISBN: 90-228-3346-1.
Populair
Verder lezen