zondag 17 november 2024

Volksverhalen Almanak


De wonderdokter van Druten


Er was eens een vrouw die op een middag haar man, die op de fabriek werkte, zijn eten bracht. Haar man echter had ruzie gehad met een andere man wiens vrouw een toverheks was. Onder het eten, rond twaalf uur, kregen de twee mannen weer ruzie en het liep zo hoog dat ze maar besloten om het uit te vechten. De twee vrouwen vermoedden niets en zaten rustig met elkaar te praten. Toen de vrouw zag dat de mannen op de vuist gingen stond ze op en wilde hen tegenhouden. "Rustig maar," zei de andere vrouw (de toverheks), "mijn man zal uw man niets doen."
De andere dag was de vrouw echter helemaal niet lekker en toen ze zich herinnerde dat de andere vrouw haar een klap op de knie had gegeven dacht ze: als ze mij maar niet heeft betoverd! Ze kon niet meer eten, alleen nog maar een beetje drinken. Ze ging naar de dokter, maar hij wist niet wat het was. Hij gaf haar toch maar een drankje, maar natuurlijk hielp dat helemaal niet en op een dag moest de dokter bekennen: "Vrouw, u moet eraan sterven, al was u de laatste op de wereld."
De baas van de fabriek had al meermaals aan zijn knecht gevraagd hoe het met zijn vrouw ging en telkens moest hij horen dat het niet goed ging. Toen de knecht echter vertelde dat ze naar de dokter was geweest en dat die had gezegd dat z'n vrouw eraan zou sterven, ook al was ze de laatste op de wereld, kreeg hij een goede raad van z'n baas. "Vanmiddag komt de eigenaar van de fabriek," zei de baas, "en dan zal ik hem vertellen wat er aan de hand is. Je moet hem dan maar om een paard en wagen vragen en zondag met je vrouw naar Druten rijden. Daar woont een wonderdokter, ze noemen hem ook wel de 'duivelbanner'.
En inderdaad, de volgende zondag reed de man met zijn zieke vrouw naar Druten en hij belde bij de dokter aan. "Man, wat kom je hier doen? Hou je maar bij de bakker, dat is beter dan de dokter."
"Ik kom voor mijn vrouw," zei de man, "die is heel niet goed." De dokter liet ze in een kamer waar ze een poosje moesten wachten. De vrouw moest drie keer heel diep adem halen en die adem werd door de dokter met zijn mond opgevangen. Toen ging hij weg en liet ze zeker een uur wachten.
Nat van het zweet en helemaal uitgeput kwam de dokter daarna weer binnen en hij zei: "Ziezo, dat is gebeurd. Wat ik al niet voor u heb uitgestaan. Duizenden padden en kikkers heb ik u afgenomen. Het is jammer dat ik ze u niet mag laten zien, want u zou het niet geloven. Ik wil best geloven dat u in geen drie weken hebt gegeten, want steeds had u een brok in de keel. Helemaal er vanaf bent u niet want u zult steeds pijn in uw linker zij houden. Daar kan ik u niet van af helpen."
Even later at de vrouw voor het eerst sinds weken een beschuit in een café in Druten en ze dronk ook een lekkere kop koffie. Ze is, zo besluit het verhaal, tweeënzestig jaar geworden, maar ze heeft de pijn in haar linker zij altijd gehouden.
*   *   *
Samenvatting
Een Gelderse geschiedenis uit 1865 over een duiveluitdrijver. Een vrouw wordt behekst door een toverheks: ze kan niet meer eten, alleen nog af en toe een beetje water drinken. De dokter kan niks voor haar doen, maar dan kent de fabriekseigenaar voor wie haar man werkt een wonderdokter, een zgn 'duivelbanner'. Hem lukt het wel om de vrouw te genezen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Spokerijen in Gelderland. Verhalen over reuzen, heksen, witte juffers, weerwolven, ridders en jonkvrouwen uit de 'Geldersche Volks-Almanak' van 1835 tot 1904, 1942 en 1947" opnieuw verzameld en bewerkt door Ria Lissenberg-Hörter. Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1974.
Populair
Verder lezen