donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


De Wolkenberg


Er leefde eens, lang geleden, in het Tibetaanse rijk een jonge vrouw. Die kon zingen... die had een stem, niet te geloven! Als die begon te zingen, dan moest je luisteren, of je wilde of niet. Het meisje had een vriend. Die speelde op de rietfluit de sterren van de hemel.
Het was in de tijd dat die twee leefden, dat er zich een ramp voltrok over het Tibetaanse land. De zon brandde dagenlang op het land, weken, maanden, jaren... Rivieren droogden op, waterputten raakten leeg, zelfs de sneeuwkappen op de duizelingwekkend hoge bergen smolten weg. Het duurde niet lang, of het vee en de mensen begonnen te sterven bij duizenden en duizenden.
Op zekere dag liepen de jonge vrouw en haar vriend door dat gloeiendhete land over droge, opengebarsten aarde. Ze zei: "Dit kan toch niet? Water kan toch niet zomaar verdwijnen? Als je nou een gat zou graven en maar diep genoeg graaft, dan zou je toch tenslotte op water moeten stuiten?"
De jongen haalde zijn schouders op, lachte een beetje en antwoordde: "Laten we het maar eens proberen!"
Ze pakten een schop en begonnen te graven. Ze groeven alsmaar dieper de aarde in. Terwijl ze zo bezig waren, sprong er opeens een kikker naar ze toe. Hij keek de jongelui aan met grote ogen. "Wat doen jullie hier?" Dat vertelden ze de kikker. Die zei: "Als jullie water zoeken, zullen jullie dat overal vinden behalve hier! Dit is mijn koninkrijk en hier hebben jullie niets te zoeken. Maak dat je wegkomt! Wat staan jullie nou dom te kijken? Wegwezen!"
Toen de kikker de verdrietige gezichten van de jongen en het meisje zag, bedacht hij zich.
"Wacht eens even. Nu ik zo met jullie sta te praten, schiet me opeens iets te binnen: een verhaal dat ik van mijn grootvader heb gehoord, toen ik nog maar een heel klein donderkoppie was. Hij zei tegen mij: 'Jongen, ergens in ons land is een berg, en die wordt de Wolkenberg genoemd. Op de top van die Wolkenberg leeft een grijsaard. Die oude man wacht er nu al ik weet niet hoe lang op, dat er eens mensenkinderen komen die zijn witte haren willen vlechten...' Kijk, als jullie dat zou lukken, wat tot nu toe kennelijk nog geen sterveling is gelukt, dan heb je kans dat er een eind komt aan de ramp waarin jullie hier op aarde zo langzamerhand verzeild raken!"
Ze bedankten de kikker. Die sprong weg in het gat in de grond, ze gooiden de aarde weer terug, stampten die aan en gingen op zoek naar de Wolkenberg.
Ze liepen en liepen, wekenlang, overdag in de brandende zon, 's nachts onder de ijskoude sterrenhemel. Eindelijk stonden ze aan de voet van de Wolkenberg.
Wat zagen ze? Loodrechte rotswanden, tot ver boven de wolken, glad als een spiegel! Wat ze ook probeerden om omhoog te komen, het lukte niet. Steeds weer gleden ze terug naar beneden. Na een tijd zeiden ze tegen elkaar: "Het lukt ons nooit. Laten we het maar opgeven."
Terwijl ze wegliepen, zagen ze in een rotsspleet een doornstruik. Die groeide en groeide... helemaal tot aan de top van de berg! De jongen keek ernaar en stelde voor dat ze zouden trachten erlangs naar boven te klauteren. Het meisje schudde moedeloos het hoofd. "Dat lukt ons nooit. Zie je wat een scherpe dorens eraan zitten?"
"Laten we het in ieder geval proberen!" wierp de jongen tegen.
Ze grepen de takken van de struik vast en begonnen te klimmen. Hun handen gingen bloeden, hun voeten, hun gezichten, maar ze hielden vol. Zo bereikten ze de top van de berg!
Daar zat die oude man... in een wolk van wit haar! Hij vroeg ze wat er was. Dat vertelden ze hem.
"Ha...! Eindelijk zijn er dan eens stervelingen die zich mij herinneren! Ik zou zeggen, ga je gang!"
Met zijn tweeën begonnen ze de haren van de oude man te vlechten. Uiteindelijk hingen er twee spierwitte vlechten helemaal van de top van de Wolkenberg neer tot op de aarde!
De oude man fluisterde: "Kom eens bij me!"
Hij trok een zwarte parel los die vastgeklemd had gezeten in een knopje op zijn linkeroor.
"Hier... een donkere parel! Wie die opeet kan de wereld redden. Alleen... zijn eigen lichaam kan hij niet behouden!"
Meteen pakte de jongeman de parel. Samen met zijn vriendin keek hij over de rand van de berg en vroeg zich af hoe ze weer beneden moesten komen. De oude man zei: "Pak mijn vlechten maar!"
Hij stond op, ze pakten de vlechten en de grijsaard begon te draaien. Hij danste rond en de twee zwierden door de wereldruimte... terug op de aarde! Ogenblikkelijk zei het meisje: "Geef mij die parel van je!"
"Nee, die geef ik je niet."
"Toe, alsjeblieft, geef mij die parel."
"Je krijgt hem niet."
"Je eet die parel niet op!"
Maar de jongen had de parel al ingeslikt. Op hetzelfde moment begon hij van vorm te veranderen. Hij verloor zijn lichaam en werd groter en groter. Hij veranderde in een donkere rots, waaruit van alle kanten waterfonteinen spoten die de aarde begonnen te bevloeien tot ver over de grenzen van het Tibetaanse land.
Daar stond zij aan de voet van de rots die haar vriend geweest was. Ze zat daar dagen te treuren, zonder te eten, zonder te drinken. Dat deed ze net zo lang tot ze er genoeg van kreeg. Toen stond ze op en begon te zingen. Haar stem steeg op langs de steile rotswanden van de Wolkenberg en kijk...! Daar zwierden de twee witte vlechten naar beneden.
Ze greep de vlechten en vloog omhoog, helemaal tot aan de top van de berg. Daar zat de oude man.
"He...! Kom eens hier!"
En hij trok een zwarte parel los die vastgeklemd had gezeten in een knopje op zijn rechteroor.
"Ook voor jou een donkere parel."
Ze pakte de parel. De grijsaard wees op zijn vlechten. Die greep ze vast, hij begon te dansen en ze zwierde terug naar de aarde.
Daar aangekomen slikte ze de parel in.
Op hetzelfde moment begon ze van vorm te veranderen. Ze verloor haar lichaam en werd groter en groter. Ook zij veranderde in een zwarte rots waaruit de waterfonteinen spoten, die het land nog vruchtbaarder maken, tot ver buiten de grenzen van het Tibetaanse rijk.
De inwoners van Tibet vertellen, dat die rotsen er nog steeds staan, tot op de dag van vandaag, onbeweeglijk. Maar als mensen er doodstil blijven staan en heel goed luisteren, horen ze iets. Het is het prachtige gezang van een jong meisje, dat zich mengt met de betoverende klank van een bamboefluit.
*   *   *
Samenvatting
Een Tibetaans sprookje over twee jonge mensen die de wereld redden. Als Tibet getroffen wordt door een grote droogte, gaan twee geliefden op zoek naar water. Van een kikker krijgen ze de raad een berg te beklimmen waarop een oude man woont. Als ze zijn lange grijze haar vlechten krijgen ze een donkere parel waarmee ze wereld kunnen redden. Dit kost ze echter wel hun leven.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen