donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


De vuurvogel en Wassilissa, de tsarendochter


In een land achter driemaal negen landen, in het driemaal tiende rijk, leefde een tsaar die grote kracht en macht bezat. Deze tsaar had een dappere boogschutter, en de dappere boogschutter had een machtig heldenros. Eens reed de schutter op zijn machtige ros het bos in om te jagen; toen hij daar zo rustig op een breed pad voortreed, zag hij op de grond een veer van de vuurvogel liggen die schitterde als een vlam. Zijn machtige ros zei tot hem: "Raap de gouden veer niet op! Doe je het wel, dan staat je verdriet te wachten." De dappere jongeman verkeerde nu in twijfel: zou hij de veer oprapen of niet? Als hij het wel deed en ze naar de tsaar bracht, zou deze hem zeker edelmoedig belonen. En wie is niet gesteld op de gunst van een tsaar? De boogschutter luisterde niet naar zijn ros, raapte de veer van de vuurvogel op, nam ze mee en bracht ze naar de tsaar als geschenk.
"Dank je," zei de tsaar. "Maar nu je me een veer van de vuurvogel hebt gebracht, moet je me ook de vogel zelf verschaffen. Doe je dit niet, dan slaat mijn zwaard je het hoofd van de schouders."
De schutter weende bittere tranen en ging naar zijn machtige ros.
"Waarom ween je, meester?" - "De tsaar heeft me bevolen hem de vuurvogel te verschaffen." - "Ik heb je toch gezegd: raap de veer niet op, anders staat je verdriet te wachten. Maar wees niet bang, dit is nog geen ongeluk. Het ongeluk komt later. Ga naar de tsaar en vraag of hij bevelen wil dat er morgen op het open veld honderd zakken maïs worden uitgestrooid." De tsaar beval op het open veld honderd zakken maïs uit te strooien.
De volgende dag bij zonsopgang reed de dappere schutter naar dat veld, liet er zijn ros vrij rondlopen en verborg zich achter een boom. Plotseling ruiste het bos en rezen de golven van de zee omhoog - de vuurvogel was in aantocht! Hij kwam naderbij vliegen, daalde op het veld neer en begon de korrels op te pikken. Het machtige ros liep naar hem toe, zette een van zijn hoeven op zijn vleugel en hield hem zo op de aarde vast. De dappere boogschutter sprong achter de boom vandaan en snelde er op af; hij bond de vuurvogel met touwen, steeg te paard en reed naar het paleis. Zo bracht hij de vuurvogel naar de tsaar. Deze was zeer verheugd hem te zien en dankte de schutter voor zijn dienst; hij beloonde hem met een hoge rang en gaf hem terstond een andere opdracht: "Als je me de vuurvogel hebt kunnen verschaffen, zorg dan nu ook voor een bruid voor mij: achter driemaal negen landen, aan het einde van de wereld, waar de zon opgaat, leeft de tsarendochter Wassilissa. Haar wil ik tot vrouw nemen. Als je me haar brengt, beloon ik je met goud en zilver, maar doe je het niet, dan slaat mijn zwaard je het hoofd van de schouders."
De schutter weende bittere tranen en ging naar zijn machtige ros. "Waarom ween je meester?" vroeg het ros. "De tsaar heeft me bevolen hem de tsarendochter Wassilissa te brengen." - "Ween niet en treur niet: dat is nog geen ongeluk. Het ongeluk komt later. Ga naar de tsaar en vraag hem om een tent met een gouden spits en om veel eten en drinken voor onderweg."
De tsaar gaf hem het voedsel en de drank en ook de tent met de gouden spits. De schutter besteeg zijn machtige ros en reed door driemaal negen landen; na lange of korte tijd kwam hij aan het eind van de wereld, waar de rode zon opstijgt uit de blauwe zee. Daar zag hij de tsarewna Wassilissa, die in een zilveren bootje op de blauwe zee rondvoer en zich voortbewoog met een gouden roeispaan. De dappere boogschutter liet zijn ros op de groene weide rondlopen en grazen. Intussen zette hij de tent met de gouden spits op en plaatste er allerlei spijzen en dranken in. Toen ging hij al etend en drinkend in de tent op Wassilissa zitten wachten. En Wassilissa zag de gouden spits, roeide naar de kant, kwam uit het bootje en bewonderde de tent. "Gegroet, o tsarendochter," zei de schutter, "ik nodig je uit om met mij brood en zout te eten en wijn uit vreemde landen te drinken." Wassilissa kwam de tent in en ze begonnen te eten, te drinken en vrolijk te zijn. Toen Wassilissa een glas van de vreemde wijn had geleegd, werd ze dronken en sliep in. De dappere schutter riep zijn machtige ros dat terstond kwam aanlopen. Onmiddellijk pakte de schutter de tent met de gouden spits bijeen, besteeg zijn machtige ros, nam de slapende tsarendochter mee en reed weg als een pijl uit een boog.
Hij kwam bij de tsaar, en toen deze de tsarewna Wassilissa zag, was hij uiterst verheugd. Hij dankte de boogschutter voor zijn trouwe dienst, beloonde hem met een grote som en verleende hem een hoge rang.
Wassilissa, de tsarendochter, werd wakker, begreep dat ze zich heel ver van de blauwe zee bevond, en begon te wenen en te treuren, zodat haar gezicht geheel veranderde. En wat de tsaar ook tot haar zei - het was alles vergeefs. Toen deelde de tsaar haar zijn voornemen mee om met haar te trouwen, en zij zei: "Laat hij die me hier heeft gebracht naar de blauwe zee gaan. Midden in de zee ligt een grote steen, en onder die steen is mijn bruidskleed verborgen. Zonder dat kleed zal ik niet trouwen."
Terstond zei de tsaar tegen de dappere schutter: "Ga vlug naar het einde van de wereld, waar de rode zon opgaat. Daar ligt in de blauwe zee een grote steen, en onder die steen is het bruidskleed van de tsarewna Wassilissa verborgen. Haal het daaronder vandaan en breng het hier, want de tijd is gekomen dat ik bruiloft wil houden. Als je het brengt, krijg je een nog grotere beloning, maar doe je het niet, dan slaat mijn zwaard je het hoofd van de schouders."
De boogschutter vergoot bittere tranen. Hij ging naar zijn machtige ros, denkend: nu kan ik de dood niet meer ontlopen. "Waarom ween je, meester?" vroeg het ros. "De tsaar heeft bevolen dat ik het bruidskleed van de tsarewna Wassilissa van de bodem der zee moet halen." - "Ik heb je toch gezegd: raap de gouden veer niet op, anders staat je verdriet te wachten. Maar wees nu niet bang - dit is nog geen ongeluk, het ongeluk komt later. Stijg op en we zullen naar de blauwe zee rijden."
Na verloop van tijd kwam de dappere schutter aan het eind van de wereld; daar hield hij stil vlak voor de zee. Het machtige ros zag dat er een grote kreeft over het zand kroop, en zette een van zijn hoeven op zijn nekschild. Toen riep de kreeft luid: "Dood me niet, laat me in leven. Ik zal je alles brengen wat je nodig hebt." Het ros antwoordde: "Midden in de blauwe zee ligt een grote steen en daaronder is het bruidskleed van de tsarendochter Wassilissa verborgen. Verschaf me dat kleed." De kreeft riep met een luide stem die over de gehele blauwe zee klonk; onmiddellijk begon deze te bruisen en van alle kanten kwamen er grote en kleine kreeften in een onafzienbare, menigte naar het strand gekropen. Als oudste gaf de kreeft hun zijn bevelen, zij wierpen zich in het water en binnen het uur hadden zij het bruidskleed van de tsarewna Wassilissa van de bodem der zee en onder de grote steen vandaan gehaald.
De dappere schutter ging naar de tsaar en bracht hem het bruidskleed van de tsarewna. Maar Wassilissa bood opnieuw tegenstand: "Ik zal niet met je trouwen," zei ze tegen de tsaar, "voordat je de dappere schutter hebt bevolen zich in kokend water te baden."
De tsaar beval een ijzeren ketel met water te vullen, het zo ziedend heet als mogelijk te maken en de schutter daarin te werpen.
Alles was gereed, het water kookte zo hard dat de druppels er uitspatten, en de arme schutter werd gebracht. Wat een ongeluk, wat een ongeluk, dacht hij, waarom heb ik de gouden veer van de vuurvogel opgeraapt? Waarom heb ik niet geluisterd naar mijn ros?
Zo schoot hem zijn machtige ros te binnen, en hij zei tegen de tsaar: "Sta me toe voor mijn dood afscheid te nemen van mijn ros, mijn tsaar en heer." - "Goed, neem maar afscheid." Toen ging de boogschutter naar zijn machtige ros en weende bitter. "Waarom ween je, meester?"
"De tsaar heeft me bevolen me in kokend water te baden." - "Wees niet bang en ween niet: je blijft in leven," zei het ros, en sprak snel een toverspreuk over hem uit om te beletten dat zijn blanke lichaam door het kokende water zou worden beschadigd.
Nauwelijks was de schutter uit de paardenstal teruggekeerd of hij werd onmiddellijk door de knechten gegrepen en in de ketel geworpen. Hij dook eenmaal en nog eenmaal onder, sprong uit de ketel - en was zo beeldschoon geworden, dat het met geen woorden te zeggen en met geen pen te beschrijven was. Toen de tsaar zag, dat de jongeman zulk een toonbeeld van schoonheid was geworden, wilde hij zelf ook gaan baden; in zijn dwaasheid klom hij in de ketel en werd in een oogwenk verbrand.
De tsaar werd begraven en de dappere boogschutter werd in zijn plaats gekozen. Hij trouwde met de tsarewna Wassilissa en leefde lange jaren met haar in liefde en eendracht.
*   *   *
Samenvatting
Een Russisch volkssprookje over beproevingen doorstaan. Wanneer de boogschutter van een Russische tsaar een veer van de vuurvogel naar zijn heer brengt, wil deze steeds meer. Telkens moet de jongeman er op uit om tsaar tevreden te stellen, want anders moet hij het met de dood bekopen. Na veel beproevingen lukt hem uiteindelijk alles.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen