donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


De vriendschap van de slang en de kikker


De bewoners van het oerwoud rondom Plantage Ephrata aan de Commewijnerivier in Suriname hadden zich altijd al afgevraagd hoe het verder moest met de vriendschap tussen Kleine Slang en Kleine Kikker.
Die twee waren, vanaf het moment dat ze elkaar op de kleuterschool van de bosbewoners hadden leren kennen, onafscheidelijke vrienden. Tot verbazing van iedereen waren ze overal en altijd samen.
Op weg naar school, onder de grote oeroude Mama-Kankantriboom, door de mensen met veel respect als 'Moeder van het oerwoud' aangeduid, kon men ze tweemaal daags samen zien wandelen en spelen. Meestal ging het om 'Waka Tjopoe', een spel met grote gekleurde glazen stuiters waarop kleine jongens altijd dol zijn. Zij probeerden dan, luid kwebbelend, elkaars knikkers te raken.
Dit was een leuk gezicht, vooral als Kleine Kikker heel erg ingespannen mikte op de stuiter van Kleine Slang die deze, listig naar de aard van zijn soort, enkele meters verder onder het gras verborgen had. Kleine Kikker, die door de andere boskinderen Kaka werd genoemd, boog dan geconcentreerd naar voren, bracht de rechterhand waarin hij de stuiter tussen duim en wijsvinger losjes vasthield, naar z'n rechteroog, waarmee hij zorgvuldig kon mikken. Wanneer hij de stuiter vervolgens naar voren rolde, maakte hij altijd een vreemd sprongetje. En ja als hij dan de stuiter van Kleine Slang raakte, in het oerwoud beter bekend als Kssssssst, dan werd er al snel 'vals spel' geroepen. Daar maakten ze dan een hele tijd ruzie over, terwijl ze elkaar allerlei lelijks toeriepen om het gelijk maar aan hun kant te krijgen. Het liep echter nooit op vechten uit. Integendeel. Na verloop van tijd werden de twee kleine wijsneuzen het altijd weer eens en gingen, alsof er niets was gebeurd, met een ander spelletje verder.
Het was voor de andere dieren een wel zeer vreemd verschijnsel zoals die twee met elkaar omgingen. Iedereen wist immers dat oudere slangen kikkers als hun lievelingsgerecht beschouwen en uren, ja soms zelfs dagen, een kikker achterna konden zitten.
Maar ja, de oudere kikkers waren heel slim en lieten zich niet zomaar vangen. Ze wisten maar al te goed dat zij door menige slang graag zouden worden verschalkt. Daarom gingen kikkers bijvoorbeeld nooit rechtstreeks en door hoog gras naar de zwamp, het moeraseiland waarin ze zo graag verbleven om er te jagen en te spelen.
Nee, dan liepen ze liever het risico om, bij het oversteken van het open veld, door een toevallig rondvliegende roofvogel, zoals de Kaka, gezien te worden. Om er zeker van te zijn dat ze niet toch door een slang gevolgd werden, stopten ze regelmatig om achterom te kijken. Wat trouwens minstens even erg was en ook vaak voorkwam, was als een slang ergens verdekt lag opgesteld, verborgen achter een tak of struik.
Ja ja, de kikkers hoefde je, wijs als ze waren, niets over hun natuurlijke vijanden te vertellen. Omgekeerd was dit trouwens net zo goed het geval. En juist daarom had iedereen er zijn verbazing over uitgesproken dat de ouders van Kaka, die vrolijke Kleine Kikker, er nooit iets aan hadden gedaan om de 'gevaarlijke vriendschap' met Kleine Slang te verbreken. Dat gold voor Mevrouw Waterrat, die dolblij was dat niet één van haar kleintjes bevriend was met Kleine Slang Kssssssst; het was immers algemeen bekend dat hij vals kon doen. Maar het gold ook voor Meneer Boseend, die uiteindelijk zelfs opperde dat de ouders van Kaka, en waarschijnlijk ook die van Kssssssst, niets van deze vreemde vriendschap afwisten.
Terwijl de bosbewoners druk over deze zaak spraken, speelden Kaka en Kssssssst zoals altijd hun knikkerspel. Aan het einde van de middag ging ieder naar z'n eigen huis. De eerste die thuis aankwam was Kleine Slang. Hij zette zijn spullen weg en siste tussen z'n tanden: "Dag Ma, ik heb erge honger!" - "Zo,"zei Moeder slang, "heb je erge honger? En waar heb je dan zo lang gezeten dat je nu zo'n honger hebt?" - "Oh,"antwoordde Kleine Slang, "ik heb met Kleine Kikker geknikkerd op de weg van school naar huis."
Moeder slang keek even naar vader slang en daarna weer naar haar speelse zoon, die alvast op zoek was gegaan naar voedsel om zijn hongerige maag te stillen. Ze vroeg: "Wat zei je, heb je gespeeld met Kleine Kikker? Is dat dan zo'n grote vriend van je?" - "Klopt," beaamde Kleine Slang spontaan. "Maar, als je met Kleine Kikker speelt, hoe komt het dan dat je zo'n reuzenhonger hebt? Weet je dan niet, mijn jongen, dat voor een slang niets zo heerlijk is als een kikker?" zei moeder slang. Even keek Kleine Slang beteuterd naar zijn ouders en vroeg toen "Bedoelt u dat ik mijn vriendje Kleine Kikker had moeten opeten?" - "Maar natuurlijk jongen," zeiden vader en moeder slang tegelijk, waarop vader slang er nog aan toevoegde: "Ik zou nu best een lekkere, malse kikker lusten!"
Omdat moeder slang verder met geen woord meer repte over voedsel en daar ook niet mee kwam opdagen, verliet Kleine Slang het huis, op weg naar zijn vriendje Kleine Kikker, die hij altijd bij de brug in de zwamp wist te vinden. Maar hoe hij ook keek, dit keer was Kleine Kikker daar niet te bekennen en dus besloot Kssssssst maar weer naar huis te gaan in de hoop daar nog wat te eten te vinden.
Voor alle zekerheid keek hij nog een keer om en juist toen zag hij Kleine Kikker staan, voorzichtig rondkijkend op de andere oever van de sloot. "Hé Kaka," riep hij al vanaf een afstand, "wat doe je daar, waarom kom je niet naar deze kant? Dan kunnen we lekker een lekker potje knikkeren!" - "Nee," zei Kleine Kikker, "vanaf vandaag speel ik nooit meer met je en zal ik heel ver uit je buurt blijven!" Ietwat uit het veld geslagen schreeuwde Kleine Slang terug: "En waarom dan wel beste Kaka? Je weet toch dat we altijd goede vrienden zijn geweest en dat ik nooit met anderen speel. Waarom wil je dan nu ineens niet meer met mij spelen?"
Het duurde een poos voor Kleine Kikker antwoordde, maar eindelijk, met een brok in de keel, zei hij: "Kijk, vriend Kleine Slang, we zijn inderdaad altijd goede vrienden geweest, maar die tijd is nu voorgoed voorbij!"
Haast in paniek siste Kleine Slang "Maar waarom dan vriend Kleine Kikker?" waarop deze zonder aarzelen antwoordde: "Ach vriend, ook bij mij thuis wonen er ouderen!" Vervolgens huppelde hij, voorzichtig rondkijkend, naar huis toe, ver weg van Kleine Slang die woedend en sissend naar huis ging om te kijken of daar misschien nog iets anders voor hem te eten was.
*   *   *
Samenvatting
Een Surinaams volksverhaal over een onmogelijke vriendschap.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen