De vogeltrek
Heel lang geleden, toen de wereld nog nieuw was, woonden de vogels die nu iedere zomer naar het Noorden komen het hele jaar in het Zuiden. In de zomermaanden was daar de hitte ondraaglijk. Op een dag vergaderden de vogels dan ook om te overleggen wat hen te doen stond. Een wijze secretarisvogel sprak: "Wij allen weten hoe heet de zomermaanden hier zijn. Onze eieren worden al voor ze uitkomen door de zon gekookt. Jonge vogels worden er niet geboren. We zullen in de zomer naar koelere streken moeten gaan of anders hier blijven en uitsterven."
"Zo is het," viel een ekster de spreker bij. "We moeten een verkenner uitsturen. Die moet op onderzoek gaan en ons bij terugkomst vertellen welk land hem het meest geschikt lijkt om er de zomer door te brengen."
Daarmee waren alle vogels het roerend en koerend en kraaiend en fluitend eens. Met algemene stemmen werd de kraanvogel aangesteld als verkenner. Hij stond bekend als een verstandige en voorzichtige vogel; hij was een goede vlieger en ook snel ter been. Dus kreeg de kraanvogel de opdracht om naar Oost en West en Noord te vliegen en na drie jaren terug te komen om verslag uit te brengen.
De kraanvogel sprak een kort woord van dank - hij beschouwde het als een hele eer tot verkenner te zijn gekozen - en ging zonder uitstel op reis.
Nauwelijks was hij vertrokken of een koekoek maakte de vrouw van de afwezige kraanvogel het hof. Het was een levenslustige koekoek en hij viel bij de vrouw van de kraanvogel dadelijk in de smaak. Ze was niet standvastig genoeg om haar man die verre streken verkende, trouw te blijven. Al spoedig nam de koekoek bij haar zijn intrek en de twee vogels deelden met elkaar wat ze hadden: lief en leed, wormpjes en hapjes en kleine grapjes.
De drie jaren vlogen om. Vroeger nog dan hij verwacht werd, keerde de kraanvogel terug op zijn nest - in het holst van de nacht. De koekoek had amper de tijd om zich onder het nest te verstoppen.
De kraanvogel streek neer naast zijn vrouw en begon te vertellen: "In het Noorden is ruimte en voedsel te over! En puike broedplaatsen! We kunnen daar onze eieren uitbroeden in een mild klimaat. Maar dacht je dat ik dat morgen aan de vergaderde vogels ga vertellen? Vergeet het maar! Ik zal ze vertellen dat het Noorden bar en boos is. Daarna, als je me volgen kunt, vliegen we er samen heen. Dan hebben we daar het rijk alleen!"
"Koekoek!" riep de koekoek die zijn lachen niet langer kon houden en hij vloog weg van het nest waar hij zich nu niet meer welkom voelde.
"Wat was dat?" vroeg de kraanvogel aan zijn vrouw.
"Lieveling," zei de vrouw van de kraanvogel, "al een hele tijd is het hier niet pluis. Sinds je wegging heb ik geen nacht ongestoord kunnen slapen. De stilte wordt steeds weer verbroken door vreemd geroep. Ja, het is hier een vreemde toestand geweest!"
"Daar hoor ik van op," zei de kraanvogel. "Ik wil daar wel het mijne van weten."
Intussen had de koekoek allang een goed heenkomen gezocht. Hij was snel naar de dwergeend gevlogen. Dat was zijn nicht en een vreselijke kletskous.
"Heb je het al gehoord?" begon de koekoek, "de kraanvogel is terug!"
"Nou en?" vroeg de dwergeend.
"Hij wil ons allemaal in de maling nemen! Ik heb het hem net horen vertellen aan zijn vrouw toen ik luistervinkje speelde onder hun nest. Hij vertelde dat het Noorden in alle opzichten een paradijs voor vogels is, tenminste in de zomermaanden, en vervolgens dat hij dat niet aan de vergaderde vogels wil vertellen. Omdat hij er geen zin in heeft dat we daar met zijn allen heentrekken. Nee, hij wil het Noorden voor zichzelf en zijn vrouw alleen!"
"Wat een lelijke oplichter," snaterde de dwergeend. "Daar zal ik een stokje voor steken. Ik heb die kraanvogel altijd al onbetrouwbaar gevonden. Al vanaf de dag dat hij opmerkte dat mijn snavel nooit stilstaat!"
De volgende dag bracht de kraanvogel aan de vergaderde vogels verslag uit. Hij begon met een uitgestreken gezicht te oreren: "Ik bezocht alle windstreken en vond nergens een plaats waar het beter is dan hier. Vooral het Noorden is bar en boos, altijd koud, altijd mist, altijd grauwe wolken en uit die wolken dalen wrede roofvogels neer, eierdieven en vogelvreters! Nee, in het Noorden hebben we niets te zoeken!"
"Hoe komt het eigenlijk dat je niet verslonden bent door de vogelvreters in het Noorden?" snaterde de dwergeend.
De kraanvogel deed of hij niets had gehoord en oreerde gewichtig verder. De dwergeend viel hem echter voor de tweede keer in de rede: "Vogels, geloof hem niet! Hij neemt jullie ertussen! Zijn vrouw heeft hij vannacht een heel ander verhaal verteld! Hij wil alleen voorkomen dat we allemaal naar het Noorden vliegen! Dan heeft hij daar het rijk alleen! Vogels, ik vertel jullie de zuivere waarheid. De kraanvogel liegt!"
"Hoe durf je met je brutale snep mijn rede te verstoren!" riep de kraanvogel kwaad. Hij wierp zich woedend op de dwergeend. Voordat een van de andere vogels het kon beletten, had de kraanvogel de dwergeend half doodgeslagen. Op het nippertje kwamen een paar ordelievende vogels tussenbeide. Een koor van vogelstemmen ging nu op: "Wat valt ons dit tegen! We dachten dat verkenners alleen maar goede daden deden en nooit liegen! En kijk nu eens wat je hebt gedaan! Het dwergeendje half dood geslagen! Je moest je schamen. We hebben al ons vertrouwen in je verloren!"
Beschaamd en wrokkend trok de kraanvogel zich terug uit de vergadering. Staande de vergadering werd een nieuwe verkenner gekozen; deze keer de adelaar die voor geen roofvogel opzij ging. Hij zou naar het Noorden gaan, daar het terrein verkennen en na een jaar verslag uitbrengen. De kraanvogel, zo besloot de vergadering, moest het dwergeendje verplegen tot het diertje weer helemaal beter zou zijn.
De adelaar vertrok naar de noorderzon en precies na een jaar kwam hij weer terug. Hij vertelde de verenigde vogels zonder omwegen dat hij in het Noorden ruimte voor allen had gevonden, prachtige broedplaatsen, eten in overvloed, een mild klimaat en geen spoor van roofvogels van het soort die de kraanvogel zou hebben gezien.
Bij het horen van dat goede nieuws wilden de verzamelde vogels geen uur meer in het ongezonde klimaat blijven. Met algemene stemmen werd besloten met zijn allen af te reizen naar het Noorden. Alles werd voorbereid voor de grote vogeltrek.
Plotseling strompelde het dwergeendje huilend naar voren en zei: "Mag ik nog een klein woordje spreken? Jullie weten allemaal nog hoe ik werd toegetakeld door de kraanvogel, vandaag is dat op de kop af een jaar geleden. Jullie weten nu ook dat ik niets anders had misdaan dan het vertellen van de waarheid en het aantonen dat de kraanvogel een leugenaar was. Nu gaan jullie de grote trek naar het Noorden beginnen. Betekent dat dat ik hier op mijn dooie eentje moet achterblijven, zodat ik gauw het dooie eendje zal zijn? Dat wilde ik graag even weten! Ik ben nog steeds niet in staat om verder dan twee meter te vliegen. Dankzij de kraanvogel die straks rustig meetrekt naar het Noorden. Is dit rechtvaardig? Dat wilde ik even vragen!"
"Ze heeft gelijk!" riepen de vogels in koor. "Ze is nog te zwak om te vliegen. Als wij er niet meer zijn, zal ze zeker niet in leven blijven. Het is allemaal de schuld van de kraanvogel. Daarom moet hij ieder jaar tijdens de vogeltrek naar het Noorden het dwergeendje op zijn rug dragen; eerst heen en als we na een half jaar weer naar het Zuiden gaan, weer terug."
En zo trokken de vogels voor de eerste keer naar het Noorden - de kraanvogel met het dwergeendje op zijn brede rug. Na een half jaar, toen de winter in het Noorden zich aankondigde, vlogen de vogels weer terug naar het Zuiden. Ieder jaar herhaalt zich dit nog. De kraanvogel vindt het dwergeendje op den duur wel wat zwaar en dat is de reden dat hij nooit al te ver naar het Noorden vliegt.
* * *
Samenvatting
Een Russisch dierenverhaal over waarom de vogels jaarlijks trekken. In de zomer is de hitte in het zuiden ondraaglijk en daarom besluiten de vogels de kraanvogel er op uit te sturen om te kijken of er ergens anders betere gebieden zijn om te wonen. Als hij terugkeert liegt hij de vogels voor om er voor te zorgen dat hij als enige naar de rijke voedselgebieden in het noorden kan trekken. Een dwergeend komt achter deze leugen...
Trefwoorden
adelaar, ekster, ontrouw, dwergeend, vogels, verkennen, rusland, dierenverhaal, koekoek, vogeltrek, volksverhaal, secretarisvogel, kraanvogel
Basisinformatie
- Herkomst: Rusland
- Verhaalsoort: dierenverhaal, volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 7 jaar
- Verteltijd: ca. 10 minuten
Thema
Feest / viering
Bron
"Sprookjes en vertellingen uit Rusland" vertaald en bewerkt door Hans Werner. Deltos Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1972. ISBN: 90-10-30122-2
Populair
- Kerstverhalen
- Korte verhalen - ca. 2 minuten
- Het kerstverhaal (uit de bijbel)
- De vierde Wijze
- Stille nacht, tovernacht
- De maaltijd in hemel en hel
- Griezel- en spookverhalen
- De goede dennenboom
- Het meisje met de zwavelstokjes
- Het kerstfeest van Jetje
- Het verhaal van de drie koningen
- Kerstmis - verhalen, sprookjes
Verder lezen