donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


De vampierkat


Prins Hizen, een aanzienlijk lid van het geslacht Nabéshima, dwaalde in de tuin met O Toyo, de liefste van zijn vrouwen. Toen de zon onder ging, gingen ze terug naar het paleis, maar ze zagen niet dat ze gevolgd werden door een grote kat.
O Toyo ging naar haar kamer en viel in slaap. Tegen middernacht werd ze wakker en keek om zich heen, alsof ze zich plotseling bewust werd van een akelige verschijning in haar vertrek. Uiteindelijk zag ze, dicht tegen haar aangekropen een enorme kat. Nog voordat ze om hulp kon roepen vloog het dier haar aan en wurgde haar. Het dier groef een gat onder de veranda, begroef het lichaam en nam de vorm aan van de mooie O Toyo.
De prins wist niet wat er gebeurd was en hij bleef O Toyo beminnen, zich er niet van bewust dat hij een smerig beest liefkoosde. Wel merkte hij dat langzaamaan zijn krachten afnamen, en het duurde niet lang of hij werd gevaarlijk ziek. Dokters werden ontboden, maar ze konden niets doen om hun koninklijke patiënt weer op krachten te laten komen. Men merkte op dat hij 's nachts het meeste leed en dat hij vreselijke nachtmerries had, en daarom lieten de raadsheren honderd dienaren bij hun heer zitten om bij hem te waken als hij sliep.
De wachters gingen de ziekenkamer binnen, maar even voordat de klok tien sloeg werden ze overvallen door een vreemde vermoeidheid. Zodra alle mannen sliepen sloop de valse O Toyo de kamer in, en verstoorde de slaap van de prins tot zonsopgang. Nacht na nacht kwamen de dienaren om hun meester te bewaken, maar steeds vielen ze op hetzelfde uur in slaap, en zelfs drie koninklijke raadsleden overkwam hetzelfde.
Al die tijd ging het steeds slechter met de prins, en uiteindelijk werd er een priester met de naam Ruiten bij gehaald om namens hem te bidden. Op een nacht, toen hij met zijn smeekbeden bezig was, hoorde de priester een vreemd geluid vanuit de tuin. Hij keek uit het raam en zag hoe een jonge soldaat zich waste. Toen die klaar was met dit ritueel ging hij voor een Boeddhabeeld staan en bad vurig voor het herstel van de prins. Ruiten was blij met zoveel trouw en toewijding, en hij vroeg de man om binnen te komen; daarna vroeg hij hem naar zijn naam.
"Ik ben Ito Soda," zei de jongeman, "en ik dien in de infanterie van Nabéshima. Ik heb gehoord van de ziekte van mijn heer, en ik zou graag de eer hebben hem te verzorgen. Maar omdat mijn rang zo laag is, is het niet gepast dat ik in zijn buurt kom. Daarom heb ik maar tot de Boeddha gebeden dat hij het leven van mijn heer spaart. Ik geloof dat de prins van Hizen behekst is, en als ik bij hem zou mogen blijven zou ik mijn uiterste best doen om de duivelse macht die zijn ziekte veroorzaakt te vinden en te verslaan."
Ruiten was zo onder de indruk van deze woorden, dat hij de volgende dag met een van de raadsheren ging overleggen, en na veel praten werd besloten dat Ito Soda samen met de honderd bedienden wacht mocht houden.
Toen Ito Soda de koninklijke kamer betrad, zag hij dat zijn meester in het midden van de kamer sliep, en hij zag ook de honderd bedienden, die zachtjes met elkaar zaten te praten in de hoop die vreemde moeheid te ontlopen. Om tien uur waren alle bedienden ondanks alles in slaap gevallen. Ito Soda probeerde zijn ogen open te houden, maar een zwaar gevoel maakte zich langzamerhand meester van hem, en hij begreep dat hij om wakker te blijven zijn toevlucht moest zoeken in extreme maatregelen. Zorgvuldig spreidde hij vellen geolied papier uit op de matten, en daarna stak hij een dolk in zijn dij. De scherpe pijn hield hem een tijd lang wakker, maar uiteindelijk voelde hij weer dat zijn ogen begonnen dicht te vallen. Vastbesloten om sterker te zijn dan de betovering die te veel was voor de dienaren draaide hij het mes in zijn dij, en zo verergerde hij de pijn om zijn koninklijke wacht te houden, terwijl zijn bloed onafgebroken op het geoliede papier drupte.
Terwijl Ito Soda de wacht hield zag hij de schuifdeuren opengaan en een mooie vrouw sloop zachtjes de kamer binnen. Met een glimlach keek ze naar de slapende wachters, en ze stond op het punt om naar de prins te gaan, toen ze Ito Soda zag. Nadat ze hem kortaf had begroet naderde ze de prins en vroeg hoe het met hem ging, maar de prins was te ziek om antwoord te geven. De soldaat hield haar scherp in de gaten en geloofde dat ze de prins probeerde te betoveren, maar haar plan werd de hele tijd verhinderd door de onverschrokken blik van Ito Soda, en uiteindelijk moest ze wel vertrekken.
's Ochtends werden de bedienden wakker, en ze schaamden zich enorm toen ze hoorden hoe Ito Soda zijn nachtwake gehouden had. De raadsheren prezen de jonge soldaat voor zijn loyaliteit en zijn daadkracht, en hij kreeg de opdracht om ook de volgende nacht te waken. Wederom verscheen de valse O Toyo in de kamer van de zieke, maar net als in de voorgaande nacht zag ze zich gedwongen om te vertrekken zonder dat ze haar betovering over de prins had kunnen uitstorten.
Het bleek dat de prins weer vredig kon slapen sinds de trouwe Soda de wacht hield, en bovendien begon hij te genezen. De valse O Toyo bleef, nu ze twee keer was gehinderd, helemaal weg en de wachters vielen niet meer onverklaarbaar in slaap. Soda was verbaasd door deze vreemde verandering, en hij ging naar een van de raadsheren om hem te vertellen dat O Toyo een soort boze geest moest zijn.
Die nacht nam Soda zich voor om naar de kamer van het creatuur te gaan en haar te vermoorden. Hij zorgde ervoor dat er acht wachters buiten stonden om haar onmiddellijk te grijpen als ze zou proberen te ontsnappen. Op het afgesproken uur ging Soda naar haar vertrek, en deed alsof hij een boodschap van de prins kwam brengen.
"Wat is je boodschap?" informeerde de vrouw. "Wees zo vriendelijk deze brief te lezen," antwoordde Soda, en met deze woorden trok hij zijn dolk en probeerde haar te doden.
De zogenaamde O Toyo greep een hellebaard en probeerde haar tegenstander te raken. Slag na slag volgde, maar uiteindelijk begreep ze dat ze beter kon vluchten dan vechten. Ze gooide haar wapen weg en van het ene op andere moment veranderde de schone jongedame in een kat, en ze sprong het dak op. De acht mannen die haar stonden op te wachten schoten op het dier, maar ze slaagde erin te ontsnappen.
De kat rende in volle vaart naar de bergen en bracht de mensen die daar leefden in grote moeilijkheden, maar uiteindelijk werd ze gedood bij een jachtpartij in opdracht van prins Hizen. De prins genas en Ito Soda kreeg de eer en de beloning die hem toekwamen.
*   *   *
Samenvatting
Een Japans sprookje over een kat die de kracht van een prins wegneemt. Een prins trouwt met een mooie, lieve vrouw. Deze vrouw wordt vermoordt door een vampierachtige kat, die vervolgens haar plaats inneemt. De prins raakt ziek en ontzettend vermoeid. Een trouwe dienaar uit het leger probeert hem te genezen door de boze geest te verjagen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Japanische Märchen und Sagen" door D. Brauns. Leipzig, 1885. "Myths & Legends Of Japan" door F. H. Davis. London, 1917. "Tales of Old Japan" door A. B. Mitford. London, 1871. "Ancient Tales And Folklore Of Japan" door R. G. Smith. London, 1908.
Populair
Verder lezen