De Strooppot
Eens, op een donkere, stormachtige nacht, liep een schip op het strand van Texel. De golven beukten over het schip en de wind scheurde de zeilen. De mast sloeg overboord en er sloeg een lek in de kiel. De boeg boorde diep in het zand en de lading rolde door het ruim. Het schip sloeg uiteen en de bemanning verdronk. Geen levende ziel is van het schip gekomen.
Toen de storm ophield en de zon weer scheen, lag het wrak op het strand. De donkere brokstukken staken schril af tegen het blauwe water. De zee klotste om en over het schip en met haar onmetelijk kracht sloopte ze steeds meer van schip. Er lagen brokstukken her en der over het strand verspreid en nog steeds spoelde van alles aan.
Ook de lading dreef naar de kust. Houten kisten, grote pakken en bundels stof, het leek enorm veel voor zo'n klein schip. En tussen al die balen en tonnen die al op het strand lagen, lag ook een heel klein kistje.
De jutter was die dag zo vroeg hij kon naar het strand gegaan, want het nieuws dat er een schip was gestrand, was allang over het eiland gegaan. Met snelle blik monsterde hij wat er aangespoeld was en hij zag iets glinsteren. Het was het kleine kistje, dat vol goud bleek te zitten. Snel liet hij het goud in zijn wijde zakken glijden, want van alle kanten kwamen de mensen al aan met paarden en karren, met zakken en touwen. Ook de strandvoogd kwam met grote stappen het strand opgelopen. Hij had een brede glimlach op zijn gezicht, want dit was nog eens een goede buit.
De jutter sloop met zijn volle zakken langs slinkse wegen terug naar zijn arme hut, ergens aan de Koogerweg.
Maar de strandvoogd miste de dukaten. Er was veel aangespoeld, maar het kistje was leeg. En volgens de scheepsinventaris hadden daar goudstukken in moeten zitten. En hoe het nu kwam is onbekend, maar de strandvoogd verdacht de jutter uit de arme hut aan de Koogerweg ervan de goudstukken te hebben weggenomen. Misschien was het hem ingefluisterd door giftige tongen, misschien was het gewoon de wind, wie zal het zeggen?
Maar vast staat dat de strandvoogd en de schout op weg gingen naar de hut van de jutter om de vermiste goudstukken op te sporen.
Maar ook hutten, al zijn ze nog zo nederig, hebben vensters en mensen kan je soms al van verre zien aankomen. De walletjes langs de paadjes rond het hutje mochten dan hoog zijn, de jutter had met zijn scherpe ogen de schout met zijn rakkers en de landvoogd al aan zien komen.
Het was een goede tijd om langs te komen. De jutter en zijn gezin zaten juist aan de middagmaaltijd. Brij met stroop. De landvoogd en de schout konden een bordje mee-eten als ze zin hadden. Maar daar kwamen ze niet voor, eten konden ze thuis wel beter krijgen. Ze kwamen voor de goudstukken, de kostelijke dukaten.
Dat had de jutter natuurlijk best begrepen toen hij ze aan zag komen lopen, en vlak voor ze bij zijn huisdeur waren liet hij de goudstukken één voor één in de strooppot glijden. Langzaam zonken de goudstukken door de dikke, kleverige stroop naar de bodem van de pot. En juist toen de twee bezoekers binnen stapten, zakte het laatste goudstuk naar beneden en sloot de bruine massa zich boven de glanzende schat.
Toen hem gevraagd werd waar de dukaten waren, hield de jutter zich van de domme. Hij wist van geen dukaten. Hij was wel aan het strand geweest en had er een beetje rondgekeken, maar dukaten had hij niet gezien.
Dat geloofden de heren niet en ze doorzochten de hele hut. De kasten moesten open en het hooi uit de schuur moest naar buiten. Al snel was de huiszoeking voorbij. Want in zo'n arm hutje waren maar weinig kasten en in die kasten zat niet veel. Arme mensen hebben nu eenmaal niet veel hoekjes en gaatjes om schatten te verstoppen.
De schout en de strandvoogd moesten met lege handen vertrekken. Wanneer ze niet zo uit de hoogte waren geweest en hadden aangeschoven aan de eettafel, hadden ze misschien meer geluk gehad.
Jaren later brak de jutter zijn arme bouwval af. Hij zette er een boerenhuisje voor in de plaats en kocht een koe. Hij kocht ook nog wat schapen en geiten. Het verging hem goed. De schapen ooiden en de koe kalfde.
Hij bouwde een schuur en weer later een hooiberg en zo werd de arme jutter een boer. Hij kocht een stuk land en het jaar daarop volgende weer. Er kwamen steeds meer schapen en geiten bij en zo groeide het boerenhuisje uit tot een grote boerderij.
Het spreekt voor zich dat zo'n grote hoeve ook een naam moet hebben. De jutter hoefde er niet lang over na te denken. Wat was een betere naam dan De Strooppot? Want was het eigenlijk niet allemaal aan de strooppot te danken dat het zo in zijn leven gelopen was?
Natuurlijk had het ook aan de jutter zelf gelegen, maar dat is niet iets om ophef over te maken. Jutters zijn altijd slim en handig. Maar zonder die strooppot was alles misgelopen en daarom kun je nu nog langs de Koogerweg een hoeve vinden die De Strooppot heet.
* * *
Samenvatting
Een Texelse sage over een strandjutter die een goudschat vindt. Een Texelse strandjutter vindt tussen wrakstukken een klein kistje waarin goudstukken zitten. Wanneer de strandvoogd en de schout op zoek gaan naar het kistje, doen ze een huiszoeking bij de jutter. Deze heeft ze echter zien aankomen en laat één voor één de goudstukken verdwijnen in de strooppot...
Toelichting
De Strooppot is een boerderij aan de Kogerweg 152, tussen Den Burg en De Koog, die al in 1637 bewoond werd door Cornelis Dirksz. List. Tot ver in de 19e eeuw bleven er Listen op deze boerderij wonen en werken.
De Strooppot is een van de bekendste boerderijen van het oude land van Texel door de legende die erover rondgaat en waar de boerderij zijn naam aan ontleent.
Dit verhaal haalde de radio zelfs, want in 1935 werd het als hoorspel bewerkt door Antoinette van Dijk, die zelf de rol van boerin speelde en Kommer Klein, een zeer beroemd acteur in die tijd, die de rol van boer speelde. In 1943 kreeg het verhaal een plaats in de uitgave van Waddenlegenden. Midden vorige eeuw werd op avonden voor toeristen altijd de "Texelfilm" gedraaid met commentaar van VVV-directeur Oskamp. Hij vertelde dan altijd het verhaal van de Strooppot.
Een andere, maar veel minder romantische, verklaring voor de naam Strooppot is dat er vroeger nabij de boerderij een stroperspaadje liep dat op z'n Tessels wordt uitgesproken als "strooperspoad" en dat werd in de loop der tijden Strooppot.
Na een grondige restauratie in de zeventiger jaren van de vorige eeuw is de Strooppot geen boerderij meer, maar een luxe woning.
Trefwoorden
strandvoogd, verdrinken, eiland, volksverhaal, jutter, goudstuk, sage, schip, goudkist, noord-holland, schout, strandjutten, koogerweg, strand, stroop, storm, kist, texel, goud, strooppot, huiszoeking, boerderij, streekverhaal, jutten, scheepsramp, strandjutter
Basisinformatie
- Herkomst: Noord-Holland, Nederland
- Verhaalsoort: sage, volksverhaal, streekverhaal
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 6 minuten
Populair
Verder lezen