De reus en de schoenlapper
In overoude tijden toen er in de bossen en in het gebergte nog allerlei monsters en reuzen leefden, huisde er in een diepe bergkloof in het noorden van Engeland een verschrikkelijke reus.
Het gebeurde dikwijls dat hij zich verveelde. En om wat afleiding te zoeken, kwam hij dan van de bergtoppen naar beneden in de dalen waar de mensen woonden en daar vernielde hij alles wat hij vond. Hij vertrapte de oogst op de velden en het gras in de weiden en doodde het vee. Zelfs de mensen die hij tegenkwam, waren dikwijls niet veilig voor zijn boze vernielzucht. Hele dorpen en steden verwoestte hij.
Er was maar één stad waaraan hij nog niets had kunnen bederven. Want elke keer als ze hem van de bergen naar beneden zagen komen, trokken alle burgers van die stad met hun dappere burgemeester aan het hoofd, de machtige vernieler tegemoet en telkens lukte het hun hem naar het gebergte terug te jagen. De reus was woedend over al die nederlagen en hij zon op een middel om zich op de mensen uit die stad te wreken. Eindelijk, ja, daar had hij het middel bedacht!
De stad lag namelijk aan een mooie brede rivier en die rivier ontsprong in het gebergte waar de reus huisde. Nu wist hij wat hij zou doen! Hij ging dicht bij die stad de rivier dichtgooien. Dan moest er een grote overstroming komen in de stad en dan zouden zijn vijanden allemaal verdrinken. Zo gedacht, zo gedaan. De reus ging dadelijk aan het werk om zijn boze plan uit te voeren. Hij nam een reuzenspade en een reuzenzak en schepte en schepte almaar aarde in de zak tot deze helemaal vol was. Toen laadde hij de reuzenzak op zijn reuzenschouders en met reuzenstappen en reuzensprongen ging hij op weg naar beneden.
Maar de reuzen waren, gelukkig voor de mensen, allemaal even dom. En zo gebeurde het dat onze reus met zijn reuzenzak op de rug de weg naar de stad was vergeten! Urenlang dwaalde hij rond tot hij eindelijk helemaal niet meer wist waar hij was. 't Was een hete zomerdag en de reus, met zijn zware last op de rug, raakte helemaal buiten adem. Hij liep te hijgen en te blazen en wist zich geen raad. Vloekend en scheldend strompelde hij verder en verder. Maar de weg naar de stad vond hij niet terug!
Eindelijk kwam hij een schoenlapper tegen, die juist uit die bedreigde stad kwam. De schoenlapper droeg ook een zak op zijn rug. Niet vol met aarde, maar vol oude schoenen, die hij bij zijn klanten in de stad had opgehaald om ze thuis in zijn dorpje op zijn gemak op te lappen.
Zodra de reus de man in het oog kreeg, schreeuwde hij hem toe: "Heidaar, klein onderkruipsel, ben ik nog ver van de stad!"
"Van de stad?" vroeg de schoenlapper. "En wat wou jij daar doen?"
"Ik wou de rivier af dammen," schreeuwde de reus met een kwaadaardige grijns, "dan zal er een overstroming komen in de stad en dan verdrinken al die lelijkerds, die er wonen."
Nou, nou, dacht de schoenlapper, het is goed dat ik het weet! Dat mag niet gebeuren. Dan zouden al mijn goeie klanten verdrinken! Nee hoor, daar zal ik een stokje voor steken.
En hij zei tegen de reus: "Zo, jij wou dus naar de stad? Nou, daar ben je voorlopig nog niet, hoor! Als je vandaag de hele dag met je reuzenstappen doorloopt, dan kom je er nog niet en morgen nog niet en overmorgen ook nog niet. Ik kom er juist vandaan en kijk eens hier!" Nu deed hij zijn zak open en liet de reus al die kapotte en versleten schoenen zien. "Zie je nou?" zei hij. "Die schoenen waren allemaal nog spiksplinternieuw toen ik op reis ging en nou heb ik al die paren één voor één afgedragen op die lange tocht. Nu zie je zelf hoe ver de stad hier vandaan is!"
"O wee," zei de reus, "nou, zeg, als het zover is dan gooi ik mijn zak vol aarde hier maar liever neer. Ik ben al helemaal doodop van het sjouwen bij zo'n hitte als vandaag... Zie zo," vervolgde hij en de reus gooide de lege zak over zijn schouder en begon de berg weer op te klauteren. De schoenlapper lachte in zijn vuistje, dat hij de reus zo mooi had gefopt. Want de stad lag vlak bij!
* * *
Samenvatting
Een oud Engels sprookje over een kwaadaardige reus. Een vernielzuchtige reus lukt het maar niet een bepaalde stad te verwoesten. Uit wraak besluit hij een rivier af te dammen om voor een overstroming te zorgen. Als hij zijn plan wil uitvoeren, blijkt hij de weg naar de stad vergeten. Een schoenmaker, aan wie hij de weg vraagt, stuurt de reus wijselijk de verkeerde kant op.
Trefwoorden
volkssprookje, nienke van hichtum, reus, afdammen, schoenmaker, de weg vragen, rivier, leugen, dom, liegen, volksverhaal, dam, verenigd koninkrijk
Basisinformatie
- Herkomst: Verenigd Koninkrijk
- Verhaalsoort: volkssprookje, sprookje, volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 6 jaar
- Verteltijd: ca. 5 minuten
Thema
Populair
Verder lezen
Het koekemannetje (Gingerbread Man)
Kettingsprookje | Verenigd Koninkrijk | vanaf 6 jaar | ca. 7 min.
Kettingsprookje | Verenigd Koninkrijk | vanaf 6 jaar | ca. 7 min.