De prinses die met een hond trouwde
Er waren eens zeven broers. De zes oudsten waren getrouwd; de jongste niet. Hij was nog maar een knaapje en moest overdag de koeien hoeden.
De zes oudere broers waren jagers in hart en nieren. Vaak waren ze een hele maand van huis om te jagen; soms wel eens twee maanden. Zonder daar weet van te hebben was elk van de zes broers met een heks getrouwd. Telkens als hun echtgenoten vertrokken waren, klommen de zes vrouwen in een boom die achter op het erf stond. In die boom vlogen ze door de lucht. Zij gingen op jacht naar mensen. Die vingen ze en aten ze op.
Op een gegeven ogenblik kreeg de jongste broer in de gaten dat zijn schoonzusters steeds voor een bepaalde tijd van huis verdwenen. Nieuwsgierig als hij was, verstopte hij zich op een ochtend in een holte onder aan de boom achter op het erf. Vanuit deze schuilplaats zag hij de zes vrouwen van zijn broers op hem af komen. Nauwelijks waren ze in de boom geklommen of deze steeg omhoog. Nadat ze een poosje door de lucht waren gevlogen, daalden ze neer en landden op de oever van een brede rivier.
Daar klommen de zes vrouwen uit de boom en verdwenen. Een tijdje later kwamen ze terug, klommen weer in de boom en vlogen terug naar huis.
Maar toen de laatste vrouw naar beneden klauterde, ontdekte zij de jongste broer, die zich al die tijd in de holte onder aan de stam verstopt had. Ze namen hem mee naar huis, waar ze hem tevergeefs lieten beloven om hun geheim aan niemand verder te vertellen. Hij zwoer echter dat zijn broers alles te weten zouden komen. Een paar stelden voor om hem te doden, maar de oudste schoonzus vond dat overdreven. Ze pakte twee spijkers en sloeg die door de zolen van zijn voeten. Op hetzelfde moment veranderde hij in een jonge hond. Hij kon alles begrijpen wat er gezegd werd, maar praten kon hij natuurlijk niet.
Dagelijks kreeg hij een behoorlijke portie eten voorgeschoteld, als ware hij nog mens en niet een viervoeter die men enkel restjes toewerpt. Na een maand kwamen de zes broers terug van de jachtpartij. Toen ze vroegen of er nog iets belangrijks was gebeurd, kregen ze te horen dat hun jongste broer zonder iets te zeggen verdwenen was.
Terwijl ze aan het praten waren, was de hond al kwispelstaartend op de mannen toegelopen. 'Waar komt die vandaan?' vroegen ze. 'De dag nadat jullie broertje verdwenen was, zijn we hem gaan zoeken. Op weg naar huis kwam die hond achter ons aanlopen en sindsdien is hij niet meer weggegaan,' antwoordde een van de vrouwen. De hond kwam verder niet meer ter sprake. Het zestal ging op zoek naar hun broertje, maar vinden deden ze hem niet en na verloop van tijd gaven ze het op.
Nu had de koning van het land drie dochters. De pogingen die hij ondernomen had om ze uit te huwelijken waren tot nu toe zonder resultaat geweest. Steeds als hij met een andere huwelijkskandidaat kwam aanzetten verklaarden ze een voor een dat de man niet in de smaak viel. Na de zoveelste afwijzing had de koning er genoeg van. 'Steeds keuren jullie mijn keuze af,' sprak hij hen toe. 'Nu moeten jullie het zelf maar weten. Op een vastgestelde datum zal ik alle huwbare mannen uit het land bijeen roepen.
Dan zullen jullie ter plekke een keuze moeten maken.' Het nieuws werd rondgebazuind dat alle huwbare mannen zich naar het paleis moesten begeven.
Drie mannen konden elk met een van de prinsessen trouwen, zonder dat ze daarvoor een bruidsprijs hoefden te betalen.
De grote dag was aangebroken en een menigte had zich voor de trappen van het paleis verzameld. De zes broers en de hond, die hen gevolgd was, waren er ook bij. Eindelijk verschenen de drie prinsessen op het bordes. In hun bijzijn werden drie vliegen gevangen. De eerste vlieg was voor de oudste prinses, daar werd een wit draadje aan vast gebonden. De tweede vlieg was voor de middelste prinses, daar bond men een rood draadje aan vast en de derde vlieg was voor de jongste prinses, daar bond men een blauw draadje aan vast.
Daarna moesten de drie meisjes plechtig beloven dat ze zouden trouwen met de man op wiens lichaam de vlieg met hun kleur draad zou neerstrijken. Toen liet men de vliegen vrij. De rode en de blauwe vlieg daalden al snel neer op twee mannen uit de menigte. De witte vlieg vloog echter eerst hoog de lucht in, cirkelde daarna een paar keer in het rond en streek vervolgens neer op de hond van de drie broers. Ondanks het luide hoongelach dat losbrak, stelde de oudste prinses dat ze haar lot diende te aanvaarden; haar echtgenoot zou een hond zijn.
De verloving werd meteen bezegeld en niet lang daarna volgde het huwelijk. De twee jongste prinsessen vertrokken met hun bruidegom naar het huis van hun schoonouders. De oudste prinses bleef met haar hond in het paleis van haar vader wonen.
Op een dag gebeurde het dat de hond, die net gegeten had, wat op zijn zij lag te luieren. Uit de zolen van zijn achterpoten zag de prinses twee spijkerkoppen steken.
Aha, dacht ze, daarom loopt dat beest zo moeilijk. Ze pakte een pincet en trok de spijkers eruit. Nauwelijks had ze dat gedaan, of de hond was verdwenen en naast haar lag een knappe, jonge man. Een paar maanden na het huwelijk besloten de zes broers om een bezoek te brengen aan het paleis van de koning. Ze wilden niet dat de prinses het idee zou krijgen dat de hond, met wie zij getrouwd was, geen vrienden in de wereld had.
Groot was hun verbazing toen ze aan de zijde van de prinses hun jongste broer zagen. Hun blijdschap om het weerzien sloeg om in woede, toen ze van hem vernamen hoe en door wie hij in een hond veranderd was.
Ze keerden terug naar huis en onmiddellijk na hun aankomst gaven ze opdracht om een put te graven. Toen het werk af was werd de put ingewijd, opdat deze hen bij voortduring van helder water zou mogen voorzien. De zes vrouwen werden erbij geroepen. Terwijl ze rond de put stonden en niets vermoedend hun bewonderende blikken naar beneden wierpen, duwden de broers hen alle zes over de rand. Direct daarop werd de put volgestort met stenen en zand en dat was het einde van de zes heksen.
* * *
Samenvatting
Een Indiaas sprookje over een betoverde prins en zes heksen. Een jongen ontdekt dat zijn zes broers allemaal met een heks zijn getrouwd. De heksen betoveren hem in een hond, die door toeval met een prinses trouwt...
Toelichting
Vergelijk met De hond, die geen hond was.
Trefwoorden
betovering, heks, blauw, wit, rood, india, vlieg, onttoveringssprookje, trouwen, onttovering, volkssprookje, mens in diergedaante, put, boom, spijker, hond, heksenverhaal, jongste zoon
Basisinformatie
- Herkomst: India
- Verhaalsoort: volkssprookje, onttoveringssprookje, sprookje, heksenverhaal
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 8 minuten
Thema
Populair
Verder lezen