zondag 17 november 2024

Volksverhalen Almanak


De oneerlijke fellah en de koopman


Er was eens een beroemde koopman, wiens grote rijkdom in het hele land bekend was. En er was een fellah, die hem daarom benijdde. Hij nam zich voor: "Ik ga wat geld lenen van de koopman en hou hem heel lang aan het lijntje voordat ik hem terugbetaal." Hij ging naar het huis van de koopman en ging bij hem naar binnen. De koopman ontving hem en bewees hem alle eer, die een gast toekomt; hij bereidde een avondmaal voor hem en nodigde hem daarna uit voor de koffie. Nadat de begroetingen over en weer voorbij waren, vroeg hij hem wat hij wenste.
De fellah antwoordde: "Bij Allah, ik ben onverwachts naar de stad gekomen, want anders hadden we wel geld meegenomen, dat van Allah en uw goedheid komt. Maar op weg hier naar toe werd ons een handeltje aangeboden, en nu hebben we wat geld nodig. Ik kwam naar u, omdat ik het aan niemand anders wil vragen. Leent u me dus wat geld, zoals u dat ook aan anderen doet."
De koopman vond het goed en gaf hem zoveel hij wilde, zo'n 400 tot 500 napoleon. Hij pakte ze aan en toen hij wegging, zwoer hij bij Allah dat hij van dit luttele sommetje niets terugbetalen zou. Hij ging er vandoor en keerde terug naar zijn dorp.
Toen hij zijn huis was binnengegaan, haalde hij het geld uit zijn kleed, verborg het in de gerstkist en vertelde er niets van aan zijn familie. De volgende dag vertrok hij in alle vroegte naar een naburig dorp.
De rijke koopman bezat lastdieren, waarvoor geen voer meer was. Zijn dienaren kwamen bij hem en zeiden: "Heer, er is geen voer meer voor de dieren, we hebben geld nodig om gerst te kopen." - "De gerst op de markt is duur," sprak de koopman, "neem vier, vijf napoleon en wat dieren en ga er mee naar de fellahs, daar is de gerst goedkoper." Zo kwamen zijn dienaren in het dorp van de man die het geld had geleend en ze vroegen: "Wie van jullie heeft er gerst te koop?" Men wees hen het huis van de schuldenaar. Ze gingen zijn huis binnen en troffen daar de vrouwen aan. De dienaren kwamen met hen een prijs overeen en de vrouwen openden voor hen de gerstkist. Ze wogen de gerst waar tussen ook het geld zat, laadden het op en keerden terug naar hun meester. En die avond voederden zij de lastdieren met de gerst van de fellah.
Toen de koopman de volgende morgen naar zijn dieren kwam kijken, lag voor hen het geld. Hij pakte de bundel op en legde die in zijn la. De avond daarvoor was de fellah thuisgekomen en had zijn geld gezocht, maar hij had geld noch gerst gevonden. Hij vroeg zijn familie waar de gerst was, en zij antwoordden hem: "Wij hebben die goed voor je verkocht." Toen schold hij: "Wat? Jullie hebben de gerst verkocht voor vier, vijf napoleon samen met 400 tot 500 napoleon, die ik erin heb gelegd!" De vrouwen antwoordden: "Wij weten daar niets van. Wie geld meeneemt, moet dat ook aan zijn familie vertellen!" - "Wie heeft de gerst gekocht?" wilde hij weten. "Mensen uit de stad," zeiden zij, "we kennen hen niet." - "Bij Allah, er rust geen zegen op het geld van die schurk!" riep hij en dacht bij zichzelf: "Ik ga nog een keer naar hem toe en haal weer net zoveel. Zo gezegd zo gedaan, en hij zei tegen de koopman: "Ik zou graag nog eens net zoveel willen hebben als ik gisteren van u heb geleend." De koopman gaf hem nog eens 400 tot 500 napoleon, maar ze gleden uit zijn kleed. De eigenaar vond ze en legde ze bij de eerste. De fellah zwierf tot de avond over de markt; hij zocht het geld, maar vond het niet. Toen sprak hij: "Bij Allah, onrechtvaardig goed gedijt niet! Morgen moet ik nogmaals naar hem toe gaan en wat lenen."
De volgende dag keerde hij naar de koopman terug en zei: "Ik heb nog één keer hetzelfde bedrag nodig. En hij kreeg het. Hij riep Allah en zijn engelen als getuige dat hij dit geld leende, en zo Allah wilde, dit en de twee vorige geleende bedragen zou terugbetalen. Hij ging heen, leende het geld uit, inde schulden en maakte daarbij een aardige winst. Toen ging hij naar zijn schuldeiser, de koopman, en sprak tot hem: "Neem uw eigendom in ontvangst." En hij telde voor hem driemaal 400 tot 500 napoleon uit en legde die in drie stapeltjes voor hem heer, waarbij hij sprak: "Dit is van u, heer."
De koopman antwoordde: "Ik accepteer van jou geen piaster, tenzij je me zweert eerlijk te zeggen: Wat dacht je bij jezelf toen je de eerste keer het geld aannam?" De schuldenaar bekende: "Ik dacht bij mezelf: Ik betaal het hem niet terug." De koopman vroeg verder: "En bij de tweede keer?" - "Toen dacht ik hetzelfde," zei de schuldenaar. "En hoe was dat bij de derde keer?" wilde de koopman weten. En de fellah antwoordde: "De derde keer heb ik Allah als getuige geroepen, dat ik u de eerste tot en met de laatste napoleon zou terugbetalen." De schuldeiser zei: "Omdat je de waarheid hebt gesproken, zijn deze twee stapeltjes voor jou en deze hier van mij."
"Hoezo?" vroeg de fellah. De koopman antwoordde: "Toen je oneerlijke bedoelingen had, kreeg ik mijn geld vanzelf terug."
*   *   *
Samenvatting
Een volksverhaal uit Palestina.
Toelichting
Een fellah is in Nederlandse vertaling een boer.
Afkomstig uit: Bauer, Leonhard - Das Palästinische Arabisch, Leipzig, 1913, blz. 201-205.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Populair
Verder lezen