zaterdag 21 december 2024

Volksverhalen Almanak


De Maanfee


Het was de tijd van het voorjaar, toen een visser, Hairoeko genaamd, op het strand uitrustte. Hij keek om zich heen en zag de blauwe zee glinsteren in het zonlicht. Grote pijnbomen wierpen hun donkere schaduw op het goudgele zand en in de verte verhief zich de kegel van de Foeji, de top door een sneeuwkrans bekroond. "Wat is de wereld toch mooi," dacht Hairoeko, "en wat een geluk is het hier te mogen leven."
Toen opeens zag hij voor zich een prachtig voorwerp aan een boom hangen, zo verblindend mooi dat hij de wereld om zich heen vergat. Het was een mantel van witte zwanenveren, zo zacht als dons. Hij wilde het zwanenkleed juist wegnemen toen hij een naakte, jonge vrouw uit de golven zag opduiken.
"Die mantel is van mij," zei zij. "Geef haar mij maar aan, beste visser." Het was een knap en slank meisje en haar stem klonk zo lieflijk als klinkende klokjes.
"Ik denk er niet aan," antwoordde Hairoeko, "Wat ik gevonden heb, geef ik niet terug, en zeker niet als het zoiets moois is. Het hoort thuis in de keizerlijke schatkamer en daar ga ik het ook naartoe brengen."
Het meisje wrong haar handen en zei: "Geef het mij alsjeblieft terug, lieve visserman. Ik smeek je erom, zonder dat kleed kan ik niet naar de hemel vliegen."
Maar Hairoeko voelde er niets voor van het kleed afstand te doen en volhardde in zijn weigering. Nu begon het meisje zo hevig te snikken dat haar lichaam schokte.
"O, geef het mij toch terug," snikte zij. "Ik kan niet zo lang op aarde blijven. Ik moet terugkeren naar mijn paleis op de maan, waar ik alleen maar gelukkig ben."
Hairoeko begon medelijden te krijgen met het arme kind en eindelijk zei hij: "Goed, ik zal het je teruggeven, wanneer je voor mij op het strand wilt dansen."
Het gezicht van de jonge vrouw klaarde meteen op. Zij wreef de tranen uit haar ogen en zei: "Ik zal met plezier voor je dansen en ik wil je ook die prachtige dans laten zien die ik tezamen met mijn zusters in het Maanpaleis uitvoer. Maar zonder mijn veren mantel kan ik niet dansen."
"Ik zal je die later teruggeven," zei de visser. "Wanneer ik dat nu doe, zou je er vandoor gaan zonder dat ik iets heb gezien."
Nu werd het meisje kwaad. "Wat denk je wel," zei zij. "Wij hemelingen verbreken nooit onze belofte, zoals men dat zo gemakkelijk op de aarde doet."
Zonder verder een woord te zeggen, overhandigde Hairoeko haar het veren kleed. Zij trok het aan en haalde er een muziekinstrument uit tevoorschijn. Toen begon het meisje te zingen met een heldere, lieflijke stem over alle wonderlijke dingen die men in het Maanpaleis kon aanschouwen:
In het zilveren Maanpaleis zitten dertig vorsten op hun troon. Vijftien dragen witte gewaden. Wanneer zij regeren straalt de maan in heldere glans.
Maar wanneer de vijftien vorsten in zwarte gewaden regeren wordt haar licht langzaam gedoofd.
Hairoeko werd bedwelmd door de gratie en schoonheid van haar bewegingen en niet het minst door haar verrukkelijke stem die zij met haar shamisen begeleidde.
"Nu moet ik gaan, visser," zei zij. "Je ziet dat ik mijn belofte gehouden heb. Leef wel!"
"Nee, nee" hield Hairoeko haar tegen, "nog één dans, nog één lied! Zo iets moois zal ik mijn leven lang niet meer zien en horen."
De Maanfee liet zich overhalen en danste voor hem de dans van de Jeugd en zij zong over Japan, het eiland dat door de goden wordt bemind en dat tot in lengte van dagen door de goden beschermd zal worden.
Toen zag de visser dat haar voeten boven het gouden zand zweefden, steeds hoger en hoger tot haar veren kleed boven de toppen van de bomen zichtbaar werd. Nog altijd hoorde hij haar bekoorlijke stem, maar het geluid werd zwakker en zwakker. Als een kleine witte vogel zag hij haar ten hemel stijgen tot zij een klein stipje werd, en toen... zag hij alleen maar de azuurblauwe hemel met heel in de verte de bleke maansikkel.
Sindsdien verzuimde Hairoeko nooit, wanneer hij gevist had en de boot weer op het droge trok, te kijken of er niet ergens in een boom een veren kleed hing. Maar helaas, hij heeft er nooit meer een gezien!
*   *   *
Samenvatting
Een griezelverhaal uit Japan.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Japanse sagen en verhalen" door M.A. Prick van Wely. Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, 1979. ISBN: 90-228-3346-1.
Populair
Verder lezen