De liefde van een moeder
Lang, lang geleden leefden er eens een koning en een koningin die een dochter hadden van wie ze allebei veel hielden. Nu gebeurde het dat de koningin ziek werd en er in het hele land geen dokter te vinden was die haar genezen kon.
Toen de koningin zeker was dat haar laatste uur geslagen had, riep ze de koning en zei: "Zorg ervoor dat ons meisje nooit verdriet zal hebben."
Nadat de koningin overleden was, trouwde de koning voor de tweede maal. Hij vroeg de nieuwe koningin het kind op te voeden, terwijl hij zelf geheel opging in staatsaangelegenheden.
In het begin was de koningin goed voor het meisje, maar na verloop van tijd kwam er verandering in haar gedrag. Ze begon het kind te slaan en gaf haar niet goed te eten. De blos verdween van de wangen van het meisje en langzaam maar zeker veranderde ze in een wandelend geraamte. Op een dag had ze vreselijke honger en vroeg haar stiefmoeder om eten. In plaats van voedsel kreeg zij een stevig pak rammel. Het arme kind liep de tuin in en barstte in snikken uit.
Plotseling hoorde ze een stem. Ze keek omhoog naar de boom waar de stem vandaan kwam en zag daar een papegaai zitten. De papegaai sprak: "Je moet niet huilen, mijn kind, ik ben je moeder en ik heb de gedaante van een papegaai aangenomen. Ik zal je fruit en ander voedzaam eten brengen. Als je in het vervolg honger hebt, kom dan onder deze boom zitten."
Het meisje was dolblij en stilde dagelijks haar honger met het eten dat de papegaai haar bracht. Na verloop van tijd kreeg de koningin in de gaten, dat het meisje met de dag vrolijker en dikker werd. En omdat zij het vermoeden koesterde dat iemand haar te eten gaf, stuurde zij een dienstmaagd op onderzoek uit.
Deze verstopte zich in de tuin en zag hoe de papegaai voedsel aan het meisje gaf. Ze liep rechtstreeks naar haar meesteres en vertelde wat ze had gezien. De koningin ging op bed liggen en deed alsof ze ziek was.
Toen de koning haar vroeg wat eraan scheelde, antwoordde ze: "Er zit steeds een papegaai in de boom voor mijn raam en die maakt de hele tijd zo'n lawaai, dat ik er hoofdpijn van heb gekregen."
"Als dat zo is," sprak de koning, "dan zal ik dat beest laten schieten." De dochter van de koning had het gesprek afgeluisterd en nauwelijks was haar vader uitgesproken, of ze holde naar de boom om de papegaai te waarschuwen.
De papegaai sprak: "Maak je geen zorgen, mijn kind, ik zal in een geit veranderen en onder deze boom zitten. Steeds als je honger krijgt, moet je komen en dan geef ik je melk." Vanaf dat moment dronk het meisje dagelijks geitenmelk.
De koningin merkte tot haar verbazing dat er geen verandering in de gesteldheid van haar stiefdochter kwam. Opnieuw gaf ze de dienstmaagd opdracht om erachter te komen wie haar te eten gaf.
De vrouw verstopte zich weer in de tuin en zag hoe de geit het meisje melk gaf. Ze ging naar de koningin om het haar te vertellen en deze deed weer alsof ze ziek was.
De koning vroeg: "Wat is er met je aan de hand, dat je in bed blijft liggen?" Zij antwoordde: "Het geringste lawaai bezorgt mij hoofdpijn. Niet ver van mijn raam staat een geit dag en nacht te blaten, met als gevolg dat ik niet kan slapen." De koning beloofde om de geit te laten slachten, maar het meisje had ook dit keer zijn woorden opgevangen.
Zij rende naar de geit en zei: "Moeder, de koningin wil u laten doden." De geit antwoordde: "Het geeft niet kind, ik zal in een maïsveld veranderen. Als je honger hebt, breek dan een maïskolf af en rooster die op het vuur." Op hetzelfde moment dat de geit werd geslacht, verscheen op een stuk land achter de boom een akker vol gezonde maïs.
Als de koningin haar geen eten gaf, dan ging het meisje naar de akker om maïs te plukken en zij bleef even mollig en gezond. Voor de derde maal kwam de koningin aan de weet hoe het meisje aan eten kwam. Opnieuw speelde ze dat ze onwel was en toen de koning kwam vragen wat er dit keer aan scheelde, antwoordde zij: "Eerst was er die beroerde papegaai, daarna de geit en nu is de maïs rijp. De hele dag zit ik met het lawaai van vogels die aan de kolven pikken. Ik kan geen oog meer dichtdoen." De koning zei: "Goed dan, ik zal ervoor zorgen dat de maïs wordt vernietigd."
Hij gaf een aantal dienaren de opdracht om de maïs te ontwortelen. Toen zij aan het werk wilden gaan, bleek de grond zo hard als steen.
De dienaren stapten naar de koning en zeiden: "Sire, de grond waar de maïs op groeit is keihard. Onze spaden zitten vol deuken, zonder dat ze ook maar een spoor in de aarde hebben achtergelaten."
De koning antwoordde: "Hoe kan die grond nu zo hard zijn, dat wil ik zelf wel eens zien." Hij ging met zijn dienaren mee en zag hoe zij vergeefse pogingen deden om hun spade in de grond te steken.
Toen pakte hij er zelf een en sloeg ermee op de grond. Op datzelfde ogenblik verscheen zijn eerste vrouw voor hem, gekleed in een wit gewaad. "O koning," sprak zij, "u hebt beloofd goed voor onze dochter te zorgen, maar de nieuwe koningin doet haar veel verdriet en laat haar honger lijden." Na zo te hebben gesproken verdween zij.
De koning was diep geschokt, hij verdreef de koningin uit het paleis en in het vervolg zorgde hij zelf voor zijn dochter.
* * *
Samenvatting
Een Indiaas volksverhaal over de zorg van een overleden moeder. Wanneer een stiefmoeder slecht voor haar stiefdochter zorgt, komt haar overleden moeder haar te hulp.
Toelichting
Van alle culturen, een stiefmoeder is jaloers op haar stiefdochter.
Trefwoorden
jaloezie, voedsel, volksverhaal, dier als helper, papegaai, maïs, india, honger, volkssprookje, hulp uit de geestenwereld, stiefdochter, geit, jaloers, stiefmoeder
Basisinformatie
- Herkomst: India
- Verhaalsoort: volkssprookje, volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 7 minuten
Thema
Populair
Verder lezen