donderdag 21 november 2024

Volksverhalen Almanak


De koningin die de liefde vergat


Er was er eens een koningin die woonde op het eiland van het koninkrijk Marinduque, in het zuidoostelijke puntje van Luzon. Haar schoonheid was beroemd, maar weinigen durfden haar te benaderen. Haar ogen waren zo koud als diamanten in staal gezet, en haar lippen waren bevroren in een harde strakke lijn. Haar naam was Maria Malindig en ze was een gemene koningin. Als iemand haar niet aanstond dan liet ze diegene dood maken. Al haar onderdanen waren bang voor haar. Iedereen zei dat ze boosaardig was. Maar weinigen snapten dat ze gemeen was, simpel en alleen omdat ze niemand had om lief te hebben.
Op een dag stak er op zee een storm op. De storm duurde drie dagen en drie nachten, maar op de vierde dag stopte de storm. De dageraad begon helder en de zee was kalm. Toen de mensen over de baai uitkeken, zagen ze drie reusachtige schepen met koninklijke witte zeilen en veel gekleurde vlaggen die in de wind wapperden.
In het paleis keken Maria Malindig en haar koninklijke raadsman met grote interesse naar de schepen. Waren het vijandelijke schepen? Of waren het bevriende schepen die beschutting zochten voor de storm? Ze keken toe hoe een klein bootje naar beneden werd gelaten van ieder van de drie schepen. De boten werden door verschillende mannen geroeid. In het midden van iedere boot stond een man die gekleed was in een zo rijk gewaad dat de zon erin weerkaatste en de ogen verblindde van al degenen die keken. De koningin zond haar eerste minister naar de kust om de boten te bezoeken. De eerste minister boog naar ieder van de drie mannen en zei: "Wij van Marinduque verwelkomen u in ons land. We willen onze bezoekers met een gepast welkom begroeten, maar dat is moeilijk als we niet weten wie jullie zijn."
De oudste van de drie mannen kwam naar voren en antwoordde: "Ik ben Laki, koning van de oostelijke provincies van het Mu rijk." Hij gebaarde elegant. "Dit zijn mijn metgezellen. koning Man-nga en koning Pangikog." Beide mannen bogen. Koning Laki vervolgde: "We volgden de zon en voeren over honderd zeeën om een koninkrijk te vinden dat geregeerd wordt door een koningin wiens schoonheid wijd en zijd bekend is. De storm dreef ons naar uw zeeën, en nu weten we dat dit het koninkrijk is dat we zoeken. We zijn gekomen in de hoop dat één van ons haar hand mag vragen voor een huwelijk."
De eerste minister vroeg hen hem te volgen. Terwijl ze geschenken droegen voor de mooie maar geheimzinnige koningin, liepen de minister, de koningen en de bedienden in een lange stoet naar het paleis.
Toen de koningen het paleis binnenkwamen waren ze met stomheid geslagen door de schoonheid van Maria Malindig. De koningin wierp een vluchtige blik op de bezoekers. In een minuut had ze hen bekeken.
De eerste, koning Laki, leek op een oude heer. Hij had een slappe onderlip die flapperde als hij sprak. De tweede, koning Man-nga, zag er goed uit maar was erg klein. De derde en jongste koning was Pangikog. Hij was lang en knap, en de koningin wilde hem beter leren kennen.
Toen koning Laki haar vertelde waarom ze gekomen waren liet Maria's koude hart een warm sprankje hoop binnenkomen. Toch stelde ze veel vragen omdat ze achterdochtig was en niet snel vertrouwen in iemand schonk.
Toen haar vragen waren beantwoord zei ze: "Ik weet dat jullie oprecht zijn en ik voel me daarom vereerd. Al sinds jaren regeer ik over mijn koninkrijk. Ik verwelkom uw goedgunstige aanbod om mijn last te helpen dragen." Haar stem werd zwakker, en voor het eerst in haar leven voelde ze zich onzeker. Maar ze was een vrouw die gewend was om keuzes te maken, en dus maakte ze snel een keuze. "Ik kies Pangikog."
De koningen stonden plotseling op. "Majesteit," zei koning Laki snel, "het is onze gewoonte dat een koning alleen een vrouw trouwt die hij heeft gewonnen door een wedstrijd. We moeten ons aan deze wet houden."
"In mijn koninkrijk," zei Mari Malindig ijzig, "is mijn woord wet."
Toen sprak koning Pangikog: "Ik voel me diep vereerd, uw Majesteit, maar ik kan niet tegen de gebruiken van mijn volk in gaan. De zaak moet worden besloten door een wedstrijd anders moet ik terugkeren naar mijn koninkrijk."
"Nou, goed dan," zei de koningin, "we zullen een wedstrijd houden. De koning die het snelst kan zeilen wint mijn hand."
De dag van de wedstrijd brak helder en stralend aan. Allen wilden dat de jonge knappe koning de wedstrijd zou winnen. Weldra waren de witte zeilen te zien. De mensen keken er naar uit om de schepen dichterbij te zien zodat ze konden zien wie voorop lag. Maria Malindig hield haar scherpe ogen op de zee gericht en ze wist vóór ieder ander dat koning Laki voorop lag, gevolgd door koning Man-nga. Het schip van koning Pangikog was laatste, ver achter de andere twee.
De moed zonk Maria Malindig in de schoenen en ze werd al gauw boos. Hoe kon Pangikog verliezen? Zoiets simpels als zeilen... de man moet gek zijn dat hij die wedstrijd niet wint. Ze werd zelfs nog bozer toen ze bedacht dat zij, de mooiste onder de koninginnen, niet zo'n oude echtgenoot als koning Laki verdiende.
Ze broedde op een idee en hoe meer ze broedde des te meer begonnen haar ogen te vlammen van boosheid. Ze verliet snel de toren. De ministers volgden haar naar de tempel van de goden. Ze waren nieuwsgierig naar wat ze zou gaan doen. Zou ze een toverspreuk aanwenden om een wind naar koning Pangikog te sturen zodat hij kon winnen?
Maar Maria Malindig was in haar boosheid haar toverspreuken vergeten. Toen ze de tempel bereikte gaf ze een hoge gil die door het hele paleis te horen was: "Waardeloos! Jullie zijn waardeloze beschermers van mijn lot! Ik verlang naar warmte, maar vandaag ontzeggen jullie mij die warmte. Waarom lieten jullie hem niet winnen? Hij had de mijne moeten worden."
En terwijl haar ministers met afschuw toekeken, nam Maria Malindig een kaars en sloeg alle heiligenbeelden tegen de vlakte.
Toen de laatste was gevallen begonnen de stenen te trillen en de aarde heftig te beven. Een sterke wind stak op uit zee. De zon werd zwart en hulde het koninkrijk in duisternis. Mensen begonnen te rennen en niet wetende waar ze heen moesten gaan zochten ze veiligheid bij afbrokkelende rotsen en waaiende winden. Binnen een uur was de storm uitgeraasd. De zon scheen weer en de hemel was helder. De zee was kalm. Alles was weer zoals het was, alleen niet voor het paleis van Maria Malindig. Het was verdwenen en in plaats daarvan was er nu een berg verrezen. De nieuwe berg keek uit op de baai en zag er precies zo uit zoals Maria Malindig had gekeken op de dag van de zeilwedstrijd: trots en koninklijk.
Ook de schepen waren verdwenen. In hun plaats waren er drie kleine eilandjes gekomen.
De mensen vernoemden de berg naar hun koningin met een hart van steen, en de eilandjes naar de drie ongelukkige koningen die hadden geprobeerd haar liefde voor zich te winnen.
*   *   *
Samenvatting
Een Filipijnse legende over Mount Malindig. Drie mannen komen op het eiland van een mooie, maar gemene koningin en vragen om haar hand. Zij heeft snel een keuze gemaakt, maar daar zijn de heren het niet mee eens. Er moet een zeilwedstrijd gehouden worden.
Toelichting
Veel legenden uit de Filipijnen gaan over het ontstaan van kenmerkende vormen in het landschap.
Trefwoorden
Basisinformatie
Populair
Verder lezen