De kidang, de otter en de krab
Op zekere dag ging de kidang eens wandelen in het bos. Hij was bijzonder in zijn schik: hij draafde, huppelde en rende voortdurend, en hij had een enorm goed humeur. Maar terwijl hij daar zo onbesuisd voortliep, kwam hij onverwacht bij het nest van een otter en trapte op een jong, dat daardoor stierf. De kidang was nu zeer bedroefd; onbeweeglijk bleef hij staan, zonder een woord te spreken.
De moeder van het jong, de oude otter, was buiten zichzelf van woede. Ze barstte in een tirade uit: "O, o, jij kidang, hoe kon je zo iets doen? Zo woest komen aanlopen dat je op mijn kind trapte, waardoor het nu gestorven is. Ben je gek geworden? Je gezicht moest verscheurd worden. Hoe kom je erbij om je zo aan te stellen als een waanzinnige. Maar je zult gestraft worden: ik zal recht vragen aan de profeet Salomo voor de dood van mijn kind en jou zal ik doden. Want ik kan niet berusten in de dood van mijn kind, als jij daarvan de oorzaak bent!"
Smekend sprak de kidang: "Ach otter, doe nou even rustig, geef me eerst de gelegenheid om wat terug te zeggen. Als ik uitgesproken ben, doe dan wat je wilt, ik zal erin berusten; als ik gestraft moet worden, zal ik geen vergeving vragen, tenminste, als het rechtvaardig is."
De otter zei: "Nu kidang, spreek op dan, nu meteen!"
De kidang antwoordde: "De aanleiding dat ik zo rende, otter, was dat er iemand bezig was een net uit te spannen, namelijk de grote spin. Ik werd helemaal zenuwachtig van die spin: dag aan dag zat ze maar heen en weer te schudden bij het spinnen van haar net. Omdat ik ervan gruwde het langer aan te zien, zette ik het op een lopen, en dat is de reden, otter, dat ik op je kind trapte, waardoor dit de dood vond; ik deed het niet met opzet. Overweeg nu zelf wat rechtvaardig is."
De woede van de otter werd nu minder, en keerde zich tegen de spin. Luid sprak zij: "Ja, kidang, je hebt gelijk. De spin was de onruststoker. Blijf jij nu hier, kidang, en pas op mijn andere kinderen, terwijl ik de spin op ga eten."
De kidang zei: "Maak je niet ongerust, en laat je kinderen maar hier. Ik zal op ze passen. Vertrouw maar op mij."
De otter ging op weg om de spin te zoeken. Bij haar woonplaats gekomen, sprak ze: "Wat doe je toch iedere dag met dat uitspannen van dat net, dat je daarbij zo'n drukte en zoveel beweging moet maken. Je maakt je medeschepselen boos en in de war, zodat degenen die het zien er een verkeerd denkbeeld van krijgen. Zo is bijvoorbeeld de kidang, toen hij het zag, als een razende aan het lopen gegaan, heeft op mijn kind getrapt, waardoor dit is gestorven. Maar daarmee neem ik geen genoegen; voor de dood van mijn kind stel ik jou aansprakelijk, en als je mijn gestorven kind niet weer levend kunt maken, zal ik je hoofd tussen mijn kiezen kraken."
Langzaam sprak de spin en antwoordde: "Een beetje kalm, otter. De reden dat ik mijn net uitspande was dat ik zo geïrriteerd werd door de slak, die dag en nacht haar huis overal heen sleepte. Of ze ver ging, of dichtbij, haar huis bleef nooit achter, zelfs nam ze het mee om bezoeken af te leggen."
De otter sprak: "Als het zo in elkaar steekt, is de eigenlijke aanleiding tot de dood van mijn kind de slak, die er zulke vreemde manieren op na houdt, namelijk de liefhebberij om overal met haar huis rond te slepen. Ik ga meteen op de slak af."
De spin antwoordde langzaam: "Mijn heilbeden voor een voorspoedige reis vergezellen u, en dat u maar alles bereiken moge, wat u beoogt. Vaarwel."
De otter spoedde zich heen om de slak op te zoeken; eindelijk had ze de slak gevonden en ze schreeuwde: "O, jij slak, jij stuk verdriet, waar vindt men iemand als jij, die dag en nacht, zonder ooit vrijaf te nemen, zijn huis met zich meezeult! Weliswaar is het je eigen huis, maar toch maakt het op anderen een verkeerde indruk. De spin schrok zo dat ze haar net uitspande, waardoor de kidang op de vlucht sloeg en op mijn kind stapte, dat nu dood is. Jij bent de oorzaak van alle ellende, maar ik heb daar geen vrede mee; voor de dood van mijn kind stel ik jou aansprakelijk, en nu zal ik je in het ongeluk storten; ik zal je kop tussen mijn kiezen kraken en fijn kauwen."
De slak sprak: "Dat ik overal mijn huis meeneem is slechts om de eenvoudige reden, dat ik één nietig verblijf heb, en daarom erg op mijn hoede ben dat het niet in brand vliegt, want de vuurvlieg neemt haar vuur overal mee, dag en nacht. Dit. o otter, is er de oorzaak van."
Nauwelijks hoorde de otter dit, of zij werd zeer boos op de vuurvlieg, en sprak: "Die vuurvlieg is zeker gek, dat ze steeds vuur meeneemt." Nadat de slak haar vaarwel had gezegd, spoedde de otter zich naar de vuurvlieg. Weldra kwam ze daar aan en schreeuwde: "O, jij vuurvlieg, wat heb je op je geweten. Iedere dag neem je je vuur mee en beschrijft vurige strepen in de lucht. De slak, die dit verkeerd opvatte, is haar huis gaan versjouwen, en dit bracht de spin aan het spannen van haar net; hierdoor zette de kidang het op een lopen en trapte mijn jong dood; maar daarmee neem ik geen genoegen."
De vuurvlieg sprak langzaam: "Een ogenblikje, otter, niet te haastig! Laat mij u de eigenlijke aanleiding vertellen. De krab is het, die alles veroorzaakt heeft. Telkens vernielde zij de dijkjes van de waterleidingen van de sawa's, en omdat mijn vuur slechts gering is, was ik bang dat het eens overstroomd zou worden door het water van de dijkjes. Daarom nam ik dag en nacht mijn vuur mee."
De otter, wiens woede zich nu tegen de krab richtte, riep: "Nu, ik groet je, vuurvlieg. Vaarwel."
De vuurvlieg beantwoordde de groet, en de otter ging meteen de krab opzoeken. Het duurde niet lang of ze had hem gevonden. Toen sprak ze grommend: "O, krab, o gekke krab. Jij ook met je ongewone verzinsels. De dijkjes van de mensen stukmaken zodat ze breken. Eigenlijk zou je kop verbrijzeld moeten worden door de eigenaars van de dijkjes! Doordat jij telkens die dijkjes vernielt is de vuurvlieg gaan vluchten, en ze nam haar vuur mee. Dit maakte de slak bang, waardoor ze haar huis ging vervoeren. De spin spande daardoor haar net, dit deed de kidang op de vlucht slaan en die trapte op mijn kind. waardoor dat stierf. Dus ik zal jou, krab, meteen verzwelgen. Er is niks tegen te doen, je verdwijnt in mijn buik, en morgenochtend ben je drek geworden."
De krab sprak: "Ik vernielde de dijkjes, omdat ik driftig werd bij het zien van de garnaal, die onophoudelijk haar eigen vuil op haar nek draagt. Hoe is het mogelijk dat iemand de gewoonte heeft, zijn eigen vuil te bewaren en op zijn nek mee te dragen!"
Woedend riep de otter: "Dus is het de garnaal, die dit onheil heeft aangericht. Doe verder geen moeite, ik zal haar direct tussen mijn poten verbrijzelen. Tenminste, als het waar is wat je zegt. Maar als je ongelijk hebt, zal ik jou komen oppeuzelen."
Haastig ging de otter weg om de garnaal te zoeken. Toen zij haar gevonden had, sprak zij luid en boos: "Hoe komt het, garnaal, dat jij je vuil op je rug draagt? Dat heeft mijn kind de dood in gejaagd. De krab, die zag dat jij het vuil droeg, werd driftig en vernielde de dijkjes; daardoor nam de vuurvlieg elke dag haar vuur mee; daardoor vervoerde de slak haar huis, bevreesd dat het in brand zou vliegen; daardoor maakte de spin haastig haar net; daardoor sloeg de kidang op de vlucht en trapte op mijn kind; daardoor stierf mijn kind, vertrapt door de kidang. Dus jij bent de eigenlijke oorzaak, en je kunt je ongeluk niet meer ontlopen: ik ga je doden, want jij bent degene die de oorzaak is van de dood van mijn kind."
De garnaal antwoordde: "Nee maar, dat is geen redenering! Je geeft gehoor aan driftige woorden, otter! Integendeel, de krab maakt mij driftig; ik heb geen schuld tegenover haar. Al draag ik mijn vuil op mijn rug, het is toch mijn eigen vuil? Ik stuur niet iemand naar de krab of ik vraag niet om hulp! Dit vuil is mijn vuil, mijn eigen vuil, en ik draag het zelf, dat wil ik zo. Wat heeft het dan voor zin om je daarover driftig te maken? Ik heb van niemand geld of goed geleend. De krab maakt zich zonder reden boos. Welaan dan, otter, bedenk zelf wie er gelijk heeft. Laten we er niet veel over praten, veel woorden maken alleen maar problemen. Wie moet terecht uw toorn treffen, de krab of mij? Ik zal van mijn bewering niet afwijken, al brengt men mij ook met de krab tezamen, al zet je de zaak nog zo ver door, al moeten we ervoor naar de rechtbank gaan, al moeten we ermee naar de koning gaan, ja voor de koning der koningen, de profeet Salomo, ik blijf erbij, en ik waag het tegen de krab voor welke rechtbank ook."
Zonder te spreken en inwendig in strijd stond de otter met de kop voorover gebogen; tenslotte sprak zij: "Als ik het wel beschouw, heeft de krab ongelijk, omdat jij, garnaal, het tegen haar durft op te nemen."
Dus keerde de woede van de otter zich weer tegen de krab en nadat zij en de garnaal elkaar vaarwel gezegd hadden, ging zij meteen weer terug naar de plaats van de krab. Brommend sprak ze: "Op de garnaal is niets aan te merken, ze heeft helemaal nergens schuld aan. Onderweg heb ik haar woorden ernstig overwogen en ze heeft gelijk! Zelfs durft ze de zaak voor de rechter te brengen en is niet bevreesd voor de uitslag. Wat heeft ze je eigenlijk gedaan? Als het door het dragen van haar vuil komt, dan is dat toch geen misdaad? Bovendien is het haar eigen vuil en al wou ze het op haar kop dragen, wie zou het haar beletten? Ze heeft jou niet om hulp gevraagd, ze draagt het zelf. Bovendien is het de gewoonte van alle garnalen, klein en groot, om hun vuil op hun nek mee te dragen, ik heb het zelf gezien. Kom krab, spreek op, wil je tegenover de garnaal gesteld worden, dan zal ik haar roepen - zij durft het aan, al moest ze voor de rechtbank komen."
De krab, zonder te spreken, vergoot voortdurend hete tranen; geen lettergreep kon ze antwoorden, de otter grauwde haar toe: "Komaan, gauw wat, welke misslag heeft de garnaal eigenlijk tegenover je begaan? Ik kan het niet begrijpen: zij heeft jou niks misdaan, behalve die kwestie van het vuil. Vooruit, zeg het dan..."
Maar steeds zweeg de krab; voortdurend vloeiden haar tranen. Ten eerste en ten tweede male gevraagd kon ze niet antwoorden, ze kon niets tegenspreken. De otter werd wrevelig, en hield niet op haar aan te sporen. De krab snikte maar, zonder op de aansporingen van de otter te antwoorden. Woedend sprong de otter op haar toe, en kraakte haar tussen de kiezen, de krab werd geheel opgegeten, zonder dat er iets van haar achterbleef.
* * *
Samenvatting
Een fabel uit Indonesië over schuld en vergelding. Een ree huppelt vrolijk door het bos en trapt zo per ongeluk het jong van een otter dood. Deze eist rechtvaardigheid en wil het schuldige ree doden. De ree wijst echter de spin als schuldige aan, maar als de otter bij de spin komt wijst deze weer naar anderen...
Toelichting
Een kidang is een reebok, behorende tot de muntjakherten.
Trefwoorden
garnaal, vuurvlieg, ree, otter, indonesië, kidang, dierenverhaal, rechtvaardigheid, schuld, slak, krab, vergelding, fabel, spin, islamitisch-verhaal, stapelverhaal
Basisinformatie
- Herkomst: Indonesië
- Verhaalsoort: fabel, dierenverhaal, stapelverhaal, islamitisch-verhaal
- Religie: islam
- Leeftijd: vanaf 8 jaar
- Verteltijd: ca. 14 minuten
Thema
Bron
"Nieuwe Indonesische Sprookjes" samengesteld door Bert Oosterhout. Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 1993. ISBN: 90-389-01461
Populair
Verder lezen