woensdag 18 december 2024

Volksverhalen Almanak


De Hindelooper Kaaig


Voor meer dan honderd jaar is het volgende gebeurd met de Hindelooper Kaaig. De Hindelooper Kaaig was het beurtschip tussen Hindeloopen en Amsterdam. De schipper en de knechts waren stoere zeelui en voor geen kleintje vervaard, maar ze stonden toch op een keer voor een raadselachtig geval waar ze geen weg mee wisten. Of is het misschien niet wonderlijk als men ziet dat de knopen in de touwen 's morgens anders liggen dan men ze er 's avonds ingedraaid heeft? En toch was dat het geval met die Kaaig.
Wanneer de schuit aankwam en aan wal lag, gooide de schipper de trossen uit en de knechts legden het schip aan de meerpalen vast met een schippersknoop in de touwen. Een echte schippersknoop, die niet los ging, wanneer men aan het touw trok. Maar wanneer ze 's morgens bij de schuit kwamen lag het aan de wal, ja, maar in de touwen lagen oudewijvenknopen, van die knoffelknopen; wanneer je er aan trok gingen ze los. Was dat niet vreemd?
De schipper maakte zich kwaad er over en schold op de knechts op de hartige manier waarop schippers dat kunnen doen. Was dat een manier van doen? Welke schippersknecht maakte nu een oudewijvenknoop? De knechts verontschuldigden zich; ze konden het niet helpen. Maar de schipper haalde de schouders op.
De oudste knecht echter liet het niet op zich zitten. Die wilde er meer van weten. Hij wist vast en zeker, 's avonds werden goede knopen gelegd; er moest wat achter zitten, of de schipper het dan geloven wou of niet. Die ouwe knecht zei niets, maar op een avond om een uur of negen stapte hij zijn deur uit en ging door de verlaten straten van Hindeloopen naar de haven waar de Kaaig lag. Behoedzaam maakte hij het luik van het vooronder los en kroop er door.
Zie zo, dacht die ouwe knecht, ik moet weten wat er 's nachts met de Kaaig gebeurd. Van te voren had hij zich er van overtuigd, dat alles wel was aan boord. De Kaaig lag behoorlijk gemeerd en met goede schippersknopen in de touwen. Er was niets bijzonders te zien. Dus ging die knecht die nacht, in plaats van bij zijn vrouw, in het vooronder slapen. Tja, men moet er wat voor over hebben om achter de geheimenissen van oudewijvenknopen te komen.
Toen hij dan zo een uur of drie geslapen had, tegen middernacht dus, werd de knecht wakker door gerommel en gestommel aan boord. Het scheen of er met vaten gerold werd en of men bezig was kisten te kantelen en ook of de zeilen gehesen werden. De man ging rechtop in zijn kooi zitten en luisterde scherp en gespannen. Ja hoor. Ze hesen het zeil, ze waren met de touwen bezig. Voetstappen hoorde hij duidelijk op het dek en het piepen en knarsen van de helmstok kon hij zeer goed waarnemen. Een ogenblik dacht hij er over op te staan maar het was hem, of hij in zijn kooi teruggedrukt werd.
Voer het schip nu? Natuurlijk, dat borrelen en bruisen voor aan de boeg en langs de zijden van het schip was hem vertrouwd genoeg; daarin kon hij zich niet vergissen. Dat was het lied van het water. Het stond boven alle twijfel vast dat het schip voer, dat het zeilde.
Nu sprong de angst de ouwe knecht van achter op de rug. Ja, het is gemakkelijk, bij klaarlichte dag een besluit te nemen. Om te zeggen: "Spookt het op de Kaaig? Dan ga ik daar vannacht eens slapen en uitvissen wat er eigenlijk gebeurt." Maar als de nacht eenmaal zwart over de wateren ligt en het gespook aan de gang is. Wanneer de heksen eenmaal de touwen losgemaakt hebben, het zeil gehesen en het schip in volle zee gestuurd. Dan komt het er op aan. De ouwe knecht durfde dan ook niet gaan kijken. Voor geen geld van de wereld. Stilletjes bleef hij in zijn kooi en haalde de deken zo ver mogelijk over de oren opdat hij maar niets horen zou.
Maar jawel. Niets horen. Horen en zien verging. Het schip voer niet, het vloog. Het scheen of er een orkaan woedde. De zeilen klapperden en flapperden en alles aan het sterke schip kreunde en steunde. Het roer piepte en knarste en de wind gierde akelig door de touwen. Het was een gehuil om er naar van te worden en zo snel voer het schip dat je niet op je benen zou hebben kunnen staan. Nee, die ouwe knecht kwam niet aan dek om te kijken wat er gebeurde maar hield zich stilletjes schuil.
Misschien had de Kaaig een half uur met die razende vaart gezeild, toen het van lieverlede stiller begon te worden aan boord. Het gegier en gehuil in het want verminderde en er voor in de plaats kwam weer het zachte vertrouwelijke murmelen en borrelen zoals de knecht dat zo goed kende van zijn tochten bij goed weer over de Zuiderzee. En na enige tijd trad er volkomen stilte in. Geen geluid werd meer vernomen. Geen geloei meer van de woedende orkaan, geen gepiep en geknars, geen voetstappen en kistengekantel, zelfs geen gemurmel meer. 't Werd alles volkomen rustig.
Toen dit zo een poosje geduurd had kreeg de oude knecht weer moed. Hij besloot toch maar eens te gaan zien wat er van was. Voorzichtig ontgrendelde hij het vooronder, kroop door het luik en… keek in de heldere verblindende zonneschijn. Hij kon zijn ogen niet geloven, want het was toch nacht meende hij. Hij kneep zich in de benen om te zien of hij wel wakker was, en ja, er volgde pijn, dus dromen deed hij niet. Ten hoogste verwonderd stapte hij op het dek en nu zag hij dat hij zich bevond in een hem volslagen vreemd en onbekend land. Het was klaarlichte dag en de zee lag fonkelend van goud onder de strak blauwe hemel. Voorzichtig ging hij van boord en keek om zich heen. De plantengroei was hem gans onbekend. Hier groeiden heel andere bomen en struiken dan te Hindeloopen en vreemde bedwelmend geurende bloemen bloeiden er in weelderige overvloed.
De knecht die op zijn tijd wel eens bang was, miste toch geenszins praktische zin. Dus dacht hij: "Ik moet een bewijs hebben." Vlug liep hij naar een oranjeboom, die vol vruchten hing, schudde die zodat de appels rond hem heen in het gras tuimelden en stak daar enige van in de zakken van zijn wijde pikbroek. En toen weer aan boord terug. En dadelijk in het vooronder, de grendel voor het luik en te kooi. Slapen als het mogelijk was.
Niet lang lag hij onder de wol of het lieve leven van daar straks begon weer. Eerst voetstappen, gerol van tonnen, gekantel van kisten, hijsen van zeilen, piepen, knarsen, borrelen, murmelen en daarna loeien, gieren, huilen van de wind door het want, precies zoals op de heenreis. Het duurde ook ongeveer weer een half uur waarna alles geleidelijk aan stil werd. De ouwe knecht bleef nog in zijn kooi liggen, tot het aanbreken van de dag. Toen kroop hij naar buiten en zag dat hij te Hindeloopen aan de wal lag.
Alles op het schip was in de beste orde, er was niets vermist of vernield. Aan niets was te zien dat het er zo doorgegaan was 's nachts. Alleen lagen er in de touwen weer oudewijvenknopen.
De knecht begreep nu best waar die vandaan kwamen. Hij spoedde zich in de ochtendschemering naar huis en even voor zijn deur zag hij een vrouw een steegje ingaan. "Hé," dacht hij, "wat moet die daar zou je zeggen." Toen hij haar voorbijging bleef ze naar hem staan loensen, maar hij, ook niet mis, haalde een oranjeappel uit zijn zak en hield haar die voor. Op het gezicht van de appel gaf de vrouw een ijselijke gil, viel flauw en was drie dagen daarna een lijk. Tja, het is gevaarlijk werk met de duivel uit varen te gaan.
Maar de ouwe knecht had het er, dank zij zijn voorzichtigheid, goed afgebracht en iedereen wist sinds dien wie de oudewijvenknopen in de touwen van de Hindelooper Kaaig draaiden. Dat deden de heksen natuurlijk, wanneer ze een uitstapje maakten.
*   *   *
Samenvatting
Een Fries heksenverhaal over een nachtelijk scheepsavontuur. Stoere zeelui leggen stoere zeemansknopen, maar wanneer op een ochtend het beurtschip tussen Hindeloopen en Amsterdam met oudewijvenknopen aangemeerd ligt, gaat de oudste knecht op onderzoek uit. Het blijkt dat het schip 's nacht door heksen wordt gebruikt voor hun uitstapjes naar verre vreemde oorden.
Toelichting
Beurtschepen waren schepen die in geregelde lijndiensten op en neer tussen vaste havenplaatsen voeren. Aan boord was er een grote bedrijvigheid met veel passagiers en handelswaar.
Vergelijk dit verhaal met Het vuur van Doevere voor! en het Franse De zeven heksen.
Trefwoorden
Basisinformatie
Thema
Bron
"Sagen en legenden rond de Zuiderzee" door S. Franke. W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1932, p. 156-161.
Populair
Verder lezen