De heks van Oostbroek
Er leefde in het vlek Oostbroek, niet ver van Utrecht, een weduwe, bij wie een knecht inwoonde tot het verrichten van werkzaamheden, zoals de omstandigheden dat meebrachten. Daar hij reeds meermalen, nieuwsgierig zoals knechten plegen te zijn, door het tralievenster had opgemerkt, dat zijn meesteres in het holst van de nacht, zodra het dienstpersoneel ter ruste was gegaan, geregeld naar een bepaalde plaats toe ging en met uitgestrekte handen een balk van de aan de stal grenzende hooizolder vastgreep, besloot hij, benieuwd wat dit toch wel betekenen kon, ook zelf, buiten medeweten van zijn meesteres, hetzelfde te doen en de kans te wagen.
Toen derhalve zijn meesteres als altijd naar die gewone plek was toegegaan en, zoals bleek, verdwenen was, volgde hij ook, bekeek de plek, en greep naar het voorbeeld van de weduwe de hooizolder vast. Terstond daarop werd hij in de lucht gevoerd en naar de stad Wijk bij Duurstede gebracht in een verborgen en onderaardse spelonk, waar hij een samenkomst van heksen vond, die onder elkaar over hun boze plannen beraadslaagden. Zijn meesteres, die evenals haar gezelschap verbaasd was over de onverwachte verschijning van haar knecht, vroeg hem door welke list en op welke wijze hij hier in een oogwenk was aangeland. Hij antwoordde juist zoals de zaak zich had toegedragen. Zij wilde daarop tegen hem gaan uitvaren, doch werd door de anderen gekalmeerd, die de knecht vriendschappelijk opnamen, onder beding dat hij het diepste stilzwijgen zou bewaren omtrent hetgeen hij te zien en te horen zou krijgen. Aan welk gebod natuurlijk volgaarne werd voldaan.
Toen de tijd van uiteengaan gekomen was, stelde zij voor de indringer te doden, maar de anderen waren zachtmoediger en wisten haar te bewegen hem op haar schouders naar huis te brengen, zoals ook geschiedde. Sneller dan de wind vlogen zij door de lucht. Toen zij een flink eind op weg waren, ontwaarden zij een diep moeras, met riet overdekt. De boze heks, die de jongeling niet vertrouwde, gooide hem eensklaps van haar schouders, in de vaste mening, dat hij zijn nek wel zou breken of verdrinken. Maar God, die barmhartig is, maakte dat hij in het dichtste deel van het riet viel, zodat hij niet omkwam.
De ongelukkige, die vreselijk kermde, werd, zodra de dag aanbrak, met gebroken dijbenen door de voorbijgangers gevonden, en was toen genoodzaakt zijn wedervaren te vertellen. Toen het gerucht hiervan de Utrechtse schout Johan van Culemborch ter ore kwam, liet hij de heks ten spoedigste gevangen nemen en in de ketens leggen. Zij legde een volledige bekentenis af, in de hoop op een zachter vonnis, maar zij werd met algemene stemmen tot de brandstapel veroordeeld.
* * *
Samenvatting
Een 16e eeuws heksenverhaal over een nieuwsgierige knecht. Een knecht van een weduwe vindt het maar vreemd dat zijn meesteres 's nacht naar een bepaalde plek op de hooizolder gaat en daar een balk beetpakt. Hij volgt haar en ontdekt dat ze verdwenen is. Hij grijpt ook de balk beet en wordt door de lucht meegevoerd om in een heksensabbat te Wijk bij Duurstede terecht te komen.
Toelichting
Uit een brief van Baldaeus Ronseus, een arts uit Gouda, die hij in 1563 aan de bestrijder van het heksengeloof, Johannes Wier, schreef. Hij vertelt het verhaal dat de burgemeester van Gouda, Dirk Corneliszoon, hem meedeelde. Ronseus besluit de brief met: "Ik sta voor de waarheid van dit verhaal in, want bedoelde jongeling behoort nog tot de levenden en is de Goudse burgemeester wel bekend."
In de Utrechtse archieven is niets meer over het proces te vinden, maar we weten wel dat Johan van Culemborch van 1528 tot 1555 het schoutambt bekleedde.
Het 'vliegen' der heksen geschiedde door het gebruik van heksenzalf ('olie of iets dergelijks') waar een aantal verschillende bereidingswijzen van is overgeleverd. Men gebruikte o.a. doornappel (datura), bilzekruid (hyoscyamus), wolfskers (atropa belladonna), alruin (mandragora), alle - evenals tabak en aardappel - behorende tot de familie der Nachtschaden (solanaceeën) en zeer giftig. De heksenzalf werkte wel degelijk hallucinerend.
Vergelijk het Gelderse volksverhaal: De heks van de Rietmolen.
Trefwoorden
heksenverhaal, knecht, utrecht, heksensabbat, utrecht, weduwe, oostbroek, volksverhaal, moeras, brandstapel, heksenproces, vliegen, gouda, heks, wijk bij duurstede
Basisinformatie
- Herkomst: Utrecht, Nederland
- Verhaalsoort: heksenverhaal, volksverhaal
- Leeftijd: vanaf 10 jaar
- Verteltijd: ca. 3 minuten
Thema
Feest / viering
Populair
Verder lezen