De heiligen van Arles-sur-Tech
In heel oude tijden - ik kan niet precies zeggen wanneer - werden de omstreken van Arles-sur-Tech onveilig gemaakt door een ontelbare massa wilde beesten: leeuwen, draken, beren enz; die zowel mensen als vee verscheurden. Tot overmaat van ramp richtte ook nog de pest grote verwoestingen aan in het land. Diep begaan met zoveel ellende, besloot een heilig man, Arnulf genaamd, een Heilige Relikwie uit Rome te gaan halen; want alleen zo'n relikwie zou een einde kunnen maken aan deze treurige toestand.
Te Rome aangekomen, beschreef hij de Kerkvorst het lijden en de voortdurende angst van zijn medeburgers, en smeekte hem om zijn bijstand. De paus stond hem toe één van de te Rome bewaarde Heilige Relikwieën mee te nemen naar Arles, met uitzondering van het gebeente van Sint Pieter en enige andere heiligen die in Rome dienden te blijven. Er waren ondertussen nog een massa andere relikwieën, waaruit Arnulf een keuze mocht doen; maar het was voor hem buitengewoon moeilijk een besluit te nemen in deze gewichtige zaak.
Ten slotte knielde hij neer voor het altaar en bleef daar een hele dag liggen, de goede God smekend om voorlichting bij zijn keuze. Met een verlicht hart zocht hij die avond zijn bed op en - zie! - in een droom verschenen hem twee schone jongelingen die tot hem spraken: "Wij zijn de heiligen Abdon en Sennen. Bij ons leven waren we vorsten, en Perzië is ons vaderland. Wij stierven de marteldood te Rome en onze lichamen zijn op die en die plaats begraven. Ga heen, graaf ze op, en neem ze mee naar uw land. De adem van hun heiligheid zal alle wilde dieren en boze ziekten als met een toverslag doen verdwijnen."
De volgende ochtend toog Arnulf, gevolgd door een grote volksmenigte en een paar werklieden met spaden, naar de aangeduide plek. En zie, daar werden werkelijk de volmaakt geconserveerde lichamen van twee jonge mannen gevonden, en dat het heiligen waren, bleek al dadelijk uit de lieflijke geur, die uit hun graf opsteeg.
Voorzichtig en met grote plechtigheid werden nu de lichamen opgegraven en Arnulf begon ijverig na te denken over de beste manier, om ze naar zijn vaderland te vervoeren. Hij begreep, dat hij zijn maatregelen zou moeten nemen, opdat zijn kostbare relikwieën hem niet konden worden ontstolen. Want in die barbaarse tijd ontzagen vele roofridders zich zelfs niet, dode heiligen te stelen - vooral dezulke, wier wonderkracht bekend was geworden! Wat te doen om hun begerigheid niet op te wekken? Arnulf dacht er lang over na en het resultaat van deze overpeinzingen was, dat hij zijn beide heiligen in een ton liet kuipen, die hij daarna binnen in een nog grotere, verder met water aangevulde ton liet plaatsen, welke laatste ton zorgvuldig werd dichtgemaakt.
Hij had zich nog maar net ingescheept met zijn kostbare lading, of de matrozen van het schip maakten in de nacht een gaatje in het grote vat, niet anders denkend, dan dat het met wijn moest zijn gevuld. Maar hun teleurstelling was groot, toen ze merkten dat er gewoon, helder water uitliep. Vlug smeerden ze het gaatje weer dicht met pek, en zagen verder niet om naar de zonderlinge passagier.
Met zo'n wonderdadige vracht aan boord, kon het wel niet anders of de reis moest voorspoedig verlopen en Arnulf stapte dan ook weldra aan land te Cap de Creus waar op datzelfde ogenblik alle klokken feestelijk begonnen te luiden, tot grote verbazing van de inwoners. Arnulf was de enige, die de reden hiervan begreep; maar hij wachtte zich wel, het geheim van zijn dubbel ingekuipte heiligen te verraden!
De weg van Cap de Creus naar Arles verkeerde toentertijd in zo'n slechte toestand dat die alleen voor muildieren begaanbaar was. Het vat werd dus op een muilezel geladen en Arnulf begaf zich op weg onder geleide van een drijver die de muilezel leidde. Deze beweerde de weg precies te kennen, maar hij bleek een ruwe kerel te zijn. Op een punt gekomen, waar het glibberige pad langs de rand van een afgrond liep, stiet hij plotseling een godslasterlijke vloek uit, zich verbeeldende de moed van de muilezel daardoor te zullen aanwakkeren.
Maar in plaats daarvan, verdween op hetzelfde ogenblik het dier met zijn last in de diepe afgrond! Arnulf was wanhopig! Wat nu te doen? De muilezel terugvinden in de afgrond was onmogelijk en evenmin kon hij nog eens bij de paus terugkomen en om een tweede relikwie vragen. Er zat niets anders op, dan dat hij zijn weg maar vervolgde - en dat deed hij dan ook met lome schreden.
Maar wat beschrijft zijn verbazing toen hij, de poort van Arles-sur-Tech binnenkomend, verwelkomd werd door een feestelijk klokgelui en de bewoners op het marktplein verenigd vond, vol eerbied knielend voor de muilezel met de ton, die door een onbegrijpelijk wonder veilig in de stad was aangekomen. Bovendien had de zuiverende invloed van de beide heiligen - terwijl hun lichamen nog in de binnenste ton verborgen waren - alle pestlijders doen genezen en alle wilde dieren en draken op de vlucht gedreven.
Plechtig werden nu de ongeschonden bewaard gebleven lichamen van Abdon en Sennen uit de binnenste ton te voorschijn gehaald en aan het dankbare volk vertoond. Het water, dat de buitenste ton vulde, werd - om het maar spoedig kwijt te zijn - uitgegoten in een leeg graf. Een ongelukkige melaatse echter, die zijn ellendig leven moe was, sprong er in en... kwam er geheel genezen uit te voorschijn! Ogenblikkelijk kwamen nu ook andere zieken toegelopen om zich eveneens door het wonderwater te laten genezen.
Maar de monniken, die dit zagen, schepten het vlug weer in de lege ton, bewaarden het zorgvuldig in hun klooster en verkochten het bij kleine beetjes. Nog tegenwoordig kan men er een klein flesje van kopen voor één franc; maar niet voor iedereen is het te krijgen. Alleen aan hen, die er in het Catalaans om vragen, wordt het uitgereikt.
* * *
Samenvatting
Een Catalaanse legende over de heiligen Abdon en Sennen. Een dorpje in de Pyreneeën wordt geplaagd door wilde dieren en de pest. Een man gaat naar Rome om aan de paus Heilige Relikwieën te vragen. In een droom verschijnen de Iraanse martelaren Abdon en Sennen, die hem wijzen waar hun lichamen begraven liggen. De man neemt ze mee naar zijn geboortedorp en de relikwieën verrichten onmiddellijk wonderen.
Toelichting
Arles-sur-Tech is een gemeente in het Franse departement Pyrénées-Orientales (regio Occitanie) en telt 2700 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Céret.
In de tuin van een abdij in het plaatsje staat een marmeren sarcofaag, waarin zich volgens de overlevering de stoffelijke resten van de heilige Abdon en de heilige Sennen bevinden. Uit die sarcofaag worden al eeuwenlang aanzienlijke hoeveelheden water getapt.
Sint Abdon en Sint Sennen hebben hun feestdag op 30 juli. De heilige Abdon en de heilige Sennen zijn Iraanse heiligen. De twee werden door de leeuwen opgevreten in het Romeinse Colloseum in het jaar 254. Het feest van hun dood werd vroeger algemeen gevierd in de katholieke kerk.
Trefwoorden
legende, heiligenlegende, abdon, ezel, relikwie, volksverhaal, pyreneeën, sennen, genezend water, frankrijk, muilezel, heilige, paus, rome, arles-sur-tech, ton, pest, wilde dieren
Basisinformatie
- Herkomst: Frankrijk
- Verhaalsoort: legende, heiligenlegende, volksverhaal
- Religie: christendom
- Leeftijd: vanaf 12 jaar
- Verteltijd: ca. 7 minuten
Thema
Feest / viering
Populair
Verder lezen