De geldmolen
Er was eens een oude man, die een boon bezat. Hij wilde die opeten, maar de boon smeekte hem dat niet te doen. Hij wilde liever in de aarde geplant worden. Dus plantte de man hem in een pot en zette hem in het venster van zijn huisje. Op een dag ging hij kijken hoe hoog hij wel gegroeid zou zijn. Hij reikte tot aan het plafond. De volgende dag keek hij weer naar de boon, toen kwam hij al tot het dak en op de derde dag reikte hij tot de hemel.
Toen klom de man langs de boonrank naar de hemel en zag daar, hoe de engelen geld maakten. Hij vroeg, of ze hem de geldmolen wilden geven en hij kreeg hem ook; maar de engelen zeiden hem, dat hij de molen slechts éénmaal daags mocht gebruiken. Dan zou hij geld krijgen. Als hij hem vaker draaide, zou er niets dan stof uitkomen. Nu, de oude man draaide er dan ook maar éénmaal per dag aan en kreeg op die manier veel geld.
De buren bemerkten, dat de oude man zoveel geld had en werden afgunstig. En op een dag werd de molen hem ontnomen. Hij had echter een haan, die zong, dat de molen gestolen was en dat een zekere rijke boer dat had gedaan.
Deze boer had vernomen, dat er ergens een landgoed te koop stond; hij wilde het kopen en had daarvoor veel geld nodig. Daarom maalde hij dagelijks vele keren en stortte alles in de kelder. Tenslotte dacht hij, dat de kelder nu wel vol met goud zou zijn, maar toen hij ging kijken, lag er niets dan stof. Toen vloog de haan naar het dak van de boerderij en kraaide:
"Kleine heren, bedelheren,De boer werd rood van schaamte en sloot de haan in de koeienstal op. 's Nachts opende de haan de deur, de wolf sprong naar binnen en vrat alle koeien op. 's Morgens zong de haan weer zijn oude lied en beval opnieuw, dat de boer de geldmolen moest teruggeven.
Geef de arme man zijn molen terug!"
Toen sloot de boer de haan in de paardenstal op. De haan echter opende in de nacht weer de poort, de wolf sprong naar binnen en verscheurde alle paarden. En 's morgens zong de haan weer hetzelfde oude lied:
"Kleine heren, bedelheren,Toen wierp de boer hem in de bron, maar de haan dronk de bron leeg en zong steeds weer zijn lied. De boer stopte de haan in de kachel, opdat hij zou verbranden, maar de haan bluste met het water het vuur en zong steeds weer zijn lied.
Geef de arme man zijn molen terug!"
Nu nam de boer de haan, doodde hem en at hem op, doch het dier begon zelfs in de buik van de boer zijn lied te zingen, kwam toen uit de buik te voorschijn en zong nog steeds:
"Kleine heren, bedelheren,Toen ging de boer heen en eindelijk gaf hij de oude man zowel de molen als de haan terug. En zo maalt de oude man geld, tot op de huidige dag.
Geef de arme man zijn molen terug!"
* * *
Samenvatting
Een Baltisch sprookje over een boer die geld maakt. Als een hebzuchtige rijke man de geldmolen van een boer steelt om zo nieuwe rijkdom te vergaren, zorgt een wonderhaan er voor dat alles goed komt.
Toelichting
Motief: dier of voorwerp spreekt de waarheid.
Trefwoorden
Basisinformatie
- Herkomst: Letland
- Verhaalsoort: volksverhaal, sprookje
- Leeftijd: vanaf 7 jaar
- Verteltijd: ca. 4 minuten
Thema
Populair
Verder lezen